semiologie van de beenderen Flashcards

1
Q

Wat is opaciteit?

A

maat voor lichtondoorlaatbaarheid van een materiaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

afwijkingen van het skelet op radiografie kunnen omschreven worden in termen van veranderde (5)

A

opaciteit, aflijning, grootte, lokalisatie, aantal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

botrespons op een pathologisch proces kan bot ….. en bot ….. zijn

A

productie en destructie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

productie v bot kan …. en ….. zijn

A

endostaal en periostaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

resultaat v botproductie is

A

verdikking botstructuur of sclerose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

sclerose is

A

weefselverharding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

productie v bot kan veroorzaakt worden door

A

omliggende zachte weefsels of door tumorweefsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

periostale reactie op een goedaardig proces ziet er als volgt uit ….. word veroorzaakt door ……

A

glad en gestructureerd. fractuur traumatische periostitis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

periostale reactie op een kwaardaardig proces ziet er als volgt uit ….. en word veroorzaakt door …..

A

onregelmatig. bottumor of osteomyelitis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

osteomyelitis

A

infectie v bot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

bottumor

A

osteosarcoom, osteochondroom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

endostale reactie gaat vaak gepaard met een periostale reactie. is het geval bij ….

A

panosteitis, enostose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

panosteitis

A

ontsteking periost

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

enostose

A

gezwel in bot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

sclerose os carpale III/ toename dikte cortex MC III radiografisch zichtbaar. bij welke paarden komt dit voor? En is de corticomedullaire overgang dan minder goed zichtbaar?

A

renpaarden, waar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

mineralisatie buiten het bot dus van de zachteweefsels kan worden veroozaakt door necrotische lesies. welke necrotische lesies

A

abces, tumor, hematoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

mineralisatie v tumorweefsel (osteosarcoom, chondrosarcoom) heeft geen duidelike structuur. waar of niet waar

A

waar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

wat is osteopenie. hoe ziet dit er uit op een radiografische opname (4)?

A

te weinig gemineraliseerd botweefsel. beenderen zijn minder radio opaak, donkerder, radiolucenter uit, cortex is verdunt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

osteopenie kan te wijten zijn aan (2)

A

afwijkend Ca/F metabolisme of te weinig gebruik lidmaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

wat is osteolyse of benigne lacune

A

rel transparantiezone van de destructiezone

21
Q

3 types v botdestructie

A

geografisch, moth eaten, permeatief

22
Q

geografische destructie

A

1 of enkele ophelderingen

23
Q

moth eaten destructie

A

meerdere ophelderingen, wisselend in grootte

24
Q

permeatieve destructie

A

fijn vlekkerige onscherpe ophelderingen

25
Q

transitiezone word gemeten tussen

A

lesie en gezonde weefsel

26
Q

aggressieve bot lesie word gekenmerkt door een ….. aflijning

A

slechte

27
Q

Hoe is het bot aangetast bij een gegeneraliseerde verspreiding. noem 2 voorbeelden van ziektebeelden waarbij dit voorkomt

A

uniform. hyperparathyroidie met een nutritionele oorzaakt, osteopenie

28
Q

bij een lokale verspreiding is het bot lokaal aangetast. hoe noemt men 1 aantasting van het bot en meerdere aantastingen van het bot?

A

monostotisch, polystotisch

29
Q

primitieve bottumoren komen voornl voor op de ….. van lange beenderen

A

metafyse

30
Q

primitieve bottumoren (3)

A

chondrosarcoom, osteosarcoom, fibrosarcoom

31
Q

tumoren hematopoetisch systeem (2)

A

botlymfoom, myeloom

32
Q

metastasen in het bot en tumoren van zacht weefsel met secundaire uitzaaiingen in het bot

A

melanoom, epidermis carcinoom

33
Q

gewrichtsinterlinie blijft intact bij een sarcoma

A

waar

34
Q

infecties van het bot kunnen van hematogene of traumatische oorsprong zijn

A

waar

35
Q

de infectieuze agentia kunnen bacterieel of mycotisch zijn

A

waar

36
Q

bij mycotische osteomyelitis is er een weke delen zwelling

A

waar

37
Q

gewrichtsinterlinie is de aflijning van het ………..

A

kraakbeen

38
Q

gewrichtsruimte word groter bij een ….. van het gewricht en kleiner bij …. van het gewrichtskraakbeen

A

zwelling. erosie

39
Q

ca hebben een vetkussen tussen gewrichtskapsel en tibiopatellair ligament

A

waar

40
Q

collaps v gewrichtskraakbeen door …. volledige verdwijning gewrichtsruimte is …

A

artrose, arthritis. ankylose

41
Q

intra articulaire mineralisatie kan worden veroorzaakt door

4

A

dystrofische mineralisatie, osteochondrale fragmenten die loskomen, synoviale osteochondromas, fragmenten na een fractuur

42
Q

intra articulair gas (stikstofdioxide) kan vrij zijn gekomen door. waar komt dit het meest voor?

A

tractie, pathologisch schoudergewricht, tussenwervelruimtes

43
Q

verstoorde enchondrale ossificatie word … genoemd. komt frequent voor bij ….. 2 voornaamste vormen zijn ……

A

osteochondrose. honden, paarden , varkens. halfmaanvormige defecten en cysten

44
Q

infectieuze arthritis zien we voornl bij ….. niet infectieuze arthritis bij ….

A

veulen en kalveren. ca

45
Q

toename transparantie door

A

infectieuze arthritis, gebrekkige ossificatie, tumor

46
Q

benigne beenvorming

A

subchondrale beenvorming

47
Q

luxatie

A

verlies v contact tussen 2 gewrichtsopp

48
Q

subluxatie

A

verschuiving gewrichtsopp ten opzichte v elkaar.

49
Q

aggressieve gewrichtslesies

A

septische arthritits, erosieve arthritis v immunitaire oorsprong, gewrichtstumoren