SEH, IC, Anesthesiologie Flashcards
definitie acuut MI
Acuut MI door cardiomyocyt necrose in de klinische setting van acute myocardiale ischemie
wat doe je bij verdenking van ACS?
Je doet anamnese, maakt ECG en test troponine level. Je stelt dan de diagnose, doet risicostratificatie en gaat over op gepaste behandeling
Hoe lang heb je in NL om een bloedvat te openen bij STEMI?
90 min. Langer wachten leidt tot teveel necrose
complicaties hartinfarct
- Hartfalen (kortademig, vermoeidheid)
- cardiogene shock: te lage bloeddruk die niet kan voldoen aan zuurstofvraag van de weefsels
- hartstilstand
- ritmestoornis
- papillairspierruptuur
- hartspierruptuur (septumdefect of vrije wand ruptuur)
- rechter ventrikel falen
negatieve remodelling op langere termijn waardoor afname LVF
Wat doen inotropica en wat zijn voorbeelden?
Versterken de pompfunctie. Vb: dobutamine, milrinone
Vormen van mechanische ondersteuning van het hart?
- Intra-aortale ballonpomp (IABP)
- ECMO
- LVAD
LVAD
ER komt een canule in de apex van de linkerkamer en die gaat naar de aorta en draait dan rond met 4/5 L/min. Je hart hoeft hierdoor minder werk zelf te doen. Wel zit je levenslang aan antistolling (herseninfarct), en is het op batterijen. Vaak doe je dit alleen in afwachting van hTX.
Intra aortale ballonpomp
Tijdens systole is de ballon leeg, in diastole blaast die op, zodat het voor hart makkelijker is om de coronairen van bloed te voorzien
Wat heb je allemaal voor bloedproducten die je kan geven?
- omniplasma: stollingsfactoren. Dit is noodzakelijk zodra je verbloed bent, want dat doet het niet meer.
- ery’s: rode bloedcellen die Hb hebben, zodat ze zuurstof kunnen vervoeren
- trombo’s: bloedplaatjes, deze klonteren aan elkaar bij stolling
- fibrinogeen en calcium zijn ook allebei nodig bij stolling
In welke verhouding geven we omni, ery en trombos
1:1:1, alleen in 1 zakje trombo’s zitten 5 eenheden dus -> 5:5:1. We streven naar 3:3:1, dus geven iets meer trombo’s omdat dit beter is voor stolling
acute testen in het geval van bloedverlies:
- Rotem/Teg: je neemt beetje bloed &. gaat dan staafje erin ronddraaien. Dan bepaal je de weerstand & weet je binnen 10 minuten meer over de stolling van de pt
- Hb: kan je testen maar hoef en kan je niet veel mij; klinische blik belangrijker
- Lactaat: wel vervolgen, zegt wat over anaerobe dissimilatie, dus of je genoeg zuurstof op de juiste plekken krijgt
Noodnummers emc:
sterretje 15: reanimatie
sterretje 18: MTP
Wat zit er in MTP 1:
- 2 omni plasma
- 2 PC
- 2 gr fibrinogeen, 2 gr calcium (ery’s worden in citraat opgeslagen, dit moe tje neutraliseren om acidose te voorkomen, dus 1 gr calc per PC)
MTP 2
Deze wordt na MTP 1 gehaald als je denkt dat je deze ook nodig hebt. Hierin zit 2 omni, 2 PC, 2 gr fibrinogeen, 2 gr calcium & 1 zakje trombo’s (dat is t verschil met MTP 1)
Wat is permissive hypertension en waarom streef je hiernaar?
Dit is de bloeddruk waarbij de pt het ‘doet’; praat, brein werkt, gedraagt zich normaal, maar niet meer dan dat. Anders kan het zijn dat je het stolsel wat de bloeding tegenhoudt weer wegduwt. (tenzij er neurotrauma is, dan kan dit niet).
Wat te doen/vragen bij giga bloeders?
Bloedbank bellen en vragen ontdooien 10:10:2. Evt aorta klemmen, dit geeft je een halfuur of met ballonnetje de aorta in om te occluderen.