Segundo semestre Flashcards
het voorwerp
el objeto
het boek
el libro
de sleutel
la llave
de balpen
el bolígrafo
het potlood
el lápiz
de bal
la pelota
het gebouw
el edificio
het huis
la casa
het appertement
el piso, el apartemento
de verdieping
la planta
de gelijkvloers
la planta baja
de eerste verdieping
la primera planta
het hotel
el hotel
de apotheek
la farmacia
de bank
el banco
het museum
el museo
het station
el estación
de luchthaven
el aeropuerto
de parking
el aparcamiento
de kathedraal
el catedral
de kerk
la iglesia
de Post
Correos
de kamer
la habitación
de slaapkamer
el dormitorio
de gang
el pasillo
de inkomhal
el recibidor
de badkamer
el cuarto de baño
de eetkamer
el comedor
de woonkamer
el salón
het terras
la terraza
de keuken
la cocina
de studeerkamer, bureau
el estudio
de garage
el garaje
de lift
el ascensor
het meubel
el mueble
de zetel
el sofá
de koelkast
el frigorífico, la nevera
het bas
la bañera
de douche
la ducha
de armstoel
el sillón
de wastafel
el lavabo
de tafel
la mesa
de stoel
la silla
het bed
la cama
de lamp
la lámpara
de televisie
la televisión
de boekenkast, het rek
la estantería
de wasmachine
la lavadora
het tafeltje
la mesilla, la mesita
de kast
el armario
het elektrisch fornuis
la cocina eléctrica
het gasfornuis
la cocina de gas
de wc
el inodoro, el aseo
het wc-papier
el papel higiénico
de telefoon
el teléfono
de computer
el ordenador, la computadora
de verwarming
la calefacción
de airco
el aire acondicionado
het licht
la luz
het raam
la ventana
de gordijnen
las cortinas
de deur
la puerta
de hoek
el rincón
de muur, de wand
la pared
de vloer
el suelo
het plafond
el techo
de trap
la escalera
de aardrijkskunde
la geografía
de wereld
el mundo
het continent
el continente
het land
el país
de stad
la ciudad
het dorp
el pueblo
de wijk
el barrio
de rivier
el río
het meer
al lago
de berg(en)
la montaña
het eiland
la isla
het strand
la playa
de haven
el puerto
de oceaan
el océano
de kust
la costa
het noorden
el norte
het zuiden
el sur
het oosten
el este
het westen
el oeste
het centrum
el centro
de bevolking
la población
de inwoner
el habitante
het vervoer
el transporte
het openbaar vervoer
los transportes públicos
de weg
el camino
het vervoersmiddel
el medio de transporte
het verkeer
el tráfico
de trein
el tren
de bus
el autobús
de metro
el metro
de fiets
la bicicleta
het vliegtuig
el avión
de voet
el pie
de auto
el coche, el carro
het verkeerslicht
el semáforo
het ticket
el billete, el boleto
de eindhalte
la terminal
de richting
la dirección
de lijn
la línea
de halte
la parada
de reisgids
la guía
de waarde
el valor
het geheugen
la memoria
de herinnering
el recuerdo
het dier
el animal
de hond
el perro
de kat
el gato
de mug
el mosquito
de vis
el pez
de muis
el ratón
de spin
la araña
de vlinder
la mariposa
de dwerg
el enano
het spook
el fantasma
Kertmis
la navidad
Oudjaar
la Nochevieja
Nieuwjaar
el Año nuevo
de 3 Koningen
los Reyes Magos
stappen, wandelen
andat
kennen
conocer
kopen
comprar
beschrijven
describir
zijn
ser, estar, hay
vragen
preguntar
de weg vragen
preguntar el camino
draaien
girar
nemen
tomar
verontschuldigen
perdonar
horen
oír
volgen
seguir
gaan naar
ir
weten
saber
veranderen, overstappen
cambiar
oversteken
cruzar
uitstappen
bajar
deze, die
este, esta, estos, estas
volgende
próximo
oud
antiguo
modern
moderno
dynamisch
dinámico
mooi
bonito
rustig
tranquilo
historisch
histórico
artistiek
artístico
breed, wijd
ancho
smal, nauw
estrecho
rond
redonde
eerste
primero
tweede
segundo
derde
tercero
vierde
cuarto
vijfde
quinto
direct, rechtstreeks
directo
Waarnaar?
¿Adónde?
dichtbij
cerca de
ver van
lejos de
tussen
entre
en
y
voor
delante de
achter
detrás de
onder
debajo de
bovenop
encima de
op, in
en
naast
al lado de
rechst van
a la derecha de
links van
a la izquierda de
tegenover
enfrente de
in het noorden van
en el norte de
ten noorden van
al norte de
in het centrum van
en el centro de
aan de kust
en la costa
voor, om
para
tot
hasta
met
con
hier
aquí
daar
ahí
wel
pues
daarna, vervolgens
después, luego
dus
entonces
juist
exacto, exactamente
omdat
porque
meer dan
más de
minder dan
menos de
bijna
casi
ongeveer
más o menos, aproximadamente
sorry, excuseer
perdón
graag gedaan
de nada
rechtdoor
todo recto
laten we eens kijken
a ver
een ogenblikje
un momento
het spijt me
lo siento
akkoord, ok
de acuerdo
ok
vale
bekend zijn voor
ser famoso por
in de hele wereld
en el mundo entero
te voet
a pie
met de fiets
en bicicleta
met de auto
en coche
met de trein
en tren
op de grond
en el suelo
op het gelijkvloers
en la planta baja
op de eerste verdieping
en la primera planta
op de tweede verdieping
en la segunda planta, en el segundo piso
Zalig Kerstmis en Gelukkig Nieuwjaar
Feliz Navidad y Próspero Año Nuevo
de dag
el día
de week
la semana
het weekend
el fin de semana
maandag
lunes
dinsdag
martes
woensdag
miércoles
donderdag
jueves
vrijdag
viernes
zaterdag
sábado
zondag
domingo
elke dag
todos los días
op maandag
los lunes
in het weekend
los fines de semana
de gewoonte
el hábito
de vrije tijd
el tiempo libre
de interesse
el interés
de sport
el deporte
sporten
hacer deporte
het voetbal
el fútbol
voetballen
jugar al fútbol
het tennis
el tenis
tennissen
jugar al tenis
aan yoga doen
hacer yoga
aan aerobic doen
hacer aeróbic
de muziek
la música
muziek spelen
tocar música
naar muziek luisteren
escuchar música
naar de radio luisteren
escuchar la radio
de discotheek
la discoteca
het theater
el teatro
de bioscoop
el cine
het concert
el concierto
de tentoonstelling
la exposición
de film
la película
een film zien
ver una película
naar TV kijken
ver la tele(visión)
de krant
el periódico
een boek lezen
leer un libro
de krant lezen
leer el periódico
boodschappen doen
hacer la compra
schoonmaken
hacer la limpieza
het glas
la copa
iets gaan drinken
ir de copas
afspreken met vrienden
quedar con amigos
uitgaan (met vrienden)
salir (con amigos)
dansen
bailar
uit eten gaan
cenar fuera
bij vrienden thuis gaan
ir a casa de amigos
gaan shoppen
ir de compras
op de computer spelen
jugar con el ordenador
op Facebook zitten
conectarse a Facebook
op internet surfen
navegar por internet
videospelletjes spelen
jugar a la videoconsola
het platteland
el campo
naar het platteland gaan
ir al campo
gaan wandelen
pasear
zin hebben om
tener ganas de
de kleur
el color
rood
rojo
groen
verde
geel
amarillo
blauw
azul
zwart
negro
oranje
naranja
roos
rosa
paars
violeta
bruin
marrón
grijs
gris
wit
blanco
vervelend, saai
aburrido
dagelijks
cotidiano
verschrikkelijk
horrible
wakker worden
despertarse
opstaan
levantarse
gaan slapen
acostarse
slapen
dormir
ontbijten
desayunar
eten
comer
avondeten
cenar
douchen
ducharse
beginnen
empezar
uitgaan, naar buiten gaan
salir
terugkeren
volver
terugkeren naar huis
volver a casa
te laats komen
llegar tarde
openen
abrir
zich herinneren
acordarse
drinken
beber
trouwen
casarse
kennen
conocer
vertellen
contar
kosten
costar
sluiten
cerrar
zeggen
decir
dol zijn op
encantar
vinden
encontrar
begrijpen
entender
houden van
gustar
hebben
haber
spreken
hablar
doen, maken
hacer
interesseren
interesar
gaan
ir
spelen
jugar
lezen
leer
geven, schenken
ofrecer
vragen
pedir
denken
pensar
kunnen
poder
plaatsen
poner
verkiezen
preferir
passen
probar
willen
querer
krijgen
recibir
weten
saber
gaan zitten
sentarse
hebben
tener
eindigen
terminar
werken
trabajar
vertalen
traducir
brengen
traer
komen
venir
zien
ver
leven
vivir
dikwijls
a menudoa muchas veces
altijd
siempre
soms
a veces
bijna nooit
casi nunca
normaal gezien
normalmente
nooit
nunca
vandaag
hoy
morgen
mañana
’s morgens
por la mañana
in de namiddag
por la tarde
twee weken geleden
hace dos semanas
vervolgens, daarna (2)
luego, después
uiteindelijk
al final
ook
también
ook niet
tampoco