Security Flashcards
Data
Digitale informatie.
Brute Force aanval
Een aanval waarbij automatisch combinaties van letters, cijfers en speciale tekens worden geprobeerd om een wachtwoord te kraken.
Dictionary aanval
Een aanval waarbij een lijst van veelgebruikte wachtwoorden wordt geprobeerd om een wachtwoord te kraken.
Sterke wachtwoorden
Wachtwoorden die moeilijk te kraken zijn.
Tweestapsverificatie (2FA)
Een beveiligingsmethode waarbij twee vormen van identificatie nodig zijn om in te loggen, zoals een wachtwoord en een code op je telefoon.
Wachtwoordkluis
Een beveiligd programma waarin wachtwoorden worden opgeslagen.
Hashen
Het omzetten van data in een unieke reeks tekens, die niet eenvoudig kan worden omgekeerd naar het origineel.
Gebroken (‘broken’) hash functies
Hash functies die niet langer veilig zijn, omdat er manieren zijn gevonden om de oorspronkelijke data te achterhalen.
Passphrase
Een wachtwoord dat bestaat uit een reeks woorden of een hele zin.
RockYou.txt
Een lijst met miljoenen wachtwoorden die openbaar werd nadat het bedrijf RockYou gehackt was.
Hacken
Het ongewenst verkrijgen van toegang tot computersystemen of netwerken. Vaak om misbruik te maken, zoals het stelen van data of het veroorzaken van verstoringen, maar ook om de beveiliging te controleren (‘ethisch hacken’).
Cyberaanval
Een aanval via het internet om schade aan computersystemen, netwerken of persoonlijke gegevens te veroorzaken.
Phishing
Een cyberaanval waarbij valse e-mails, berichten of websites worden gebruikt om mensen te misleiden.
Internetlinks (URL’s)
Specifieke adressen op het internet, zoals van websites.
Gevaarlijke internetlinks
Internetlinks die je naar schadelijke websites leiden.
Smishing (SMS Phishing)
Een vorm van phishing via SMS.
Quishing (QR Phishing)
Een vorm van phishing via een QR-code.
Vishing (Voice Phishing)
Een vorm van phishing waarbij telefonisch contact wordt gezocht.
Afzender
De naam of e-mailadres van de persoon of organisatie die een bericht heeft verstuurd.
Encryptie (Versleutelen)
Het omzetten van data in geheime tekst met als doel dat anderen het niet kunnen lezen.
Decryptie (Ontsleutelen)
Het terugveranderen van versleutelde data naar de originele, leesbare vorm.
Niet-versleutelde (‘Unencrypted’) communicatie
Het verzenden van data over een netwerk tussen een gebruiker en een server zonder dat deze data is versleuteld.
Server
Een computer die data, websites en diensten opslaat en levert aan andere computers.
Netwerk
Een groep verbonden computers en apparaten die data met elkaar kunnen delen.
Openbaar netwerk
Een netwerk dat voor iedereen toegankelijk is.
Symmetrische encryptie
Een methode van encryptie waarbij dezelfde sleutel wordt gebruikt voor zowel het versleutelen als het ontsleutelen van data.
Caesar Cipher
Een manier om data te versleutelen door elke letter in de tekst een aantal plaatsen in het alfabet te verschuiven.
Asymmetrische encryptie
Een methode van encryptie waarbij twee verschillende sleutels worden gebruikt: een public key en een private key.
Public key
Een openbare digitale code om data te versleutelen.
Private key
Een geheime digitale code om data te ontsleutelen die is versleuteld met de bijbehorende public key.