SE

Question 1

Informatica

Answer 1

Informatie verwerkende systemen

Question 2

Invoer

Answer 2

Gegevens die buiten het systeem komen

Question 3

Geheugen

Answer 3

Systemen kunnen de informatie bewaren in het geheugen

Question 4

Uitvoer

Answer 4

Resultaat van de verwerking

Question 5

Communicatie

Answer 5

Uitwisselen van informatie tussen informatiesystemen. Berichten worden van de zenger naar de ontvanger gestuurd

Question 6

Informatie

Answer 6

Heeft betekenis voor de ontvanger

Question 7

Bit

Answer 7

Eenheid van 0 & 1

Question 8

Byte

Answer 8

Een groep van 8 bits

Question 9

Resoltutie

Answer 9

Kwalititeit wordt bepaald door het aantal pixels

Question 10

Datacompressie

Answer 10

Informatie wordt weggelaten om het bestand kleiner te maken

Question 11

Niet-exact omkeerbare compressie/lossy compression

Answer 11

Als uit het gecomprimeerde bestand is het oorspronkelijke bestand niet exact terug te krijgen is

Question 12

Exact omkeerbare compressie/Lossless compression

Answer 12

Als uit het gecomprimeerde bestand is het oorspronkelijke bestand exact terug te krijgen is

Question 13

Procesgeoriënteerde systemen

Answer 13

Systeem die een taak heel goed kan. Vb> thermostaat. Ze regelen iets specifieks. Vaak werken ze met sensoren(voelt) en actuator(voort uit)

Question 14

Real-time systeem

Answer 14

Systeem die constant het precies bijhoudt. Bv> hartslagmeter. Embedded systeem is een eigenschap.

Question 15

Gegevens georiënteerde systeem

Answer 15

Een systeem met een heel data. Dan wordt een vraag gesteld en dan reageert het systeem.

Question 16

Model georiënteerde systeem

Answer 16

Een systeem die de toekomst probeert te voorstellen. Het is een simulatie. Vb> weersvoorspellingen.

Question 17

And-poort

Answer 17

A B X
0 0 0
1 0 0
0 1 0
1 1 1

Question 18

Or-poort

Answer 18

A B X
0 0 0
1 0 1
0 1 1
1 1 1

Question 19

Not-poort

Answer 19

A X
0 1
1 0

Question 20

Xor-poort

Answer 20

A B X
0 0 0
1 0 1
0 1 1
1 1 0

Question 21

Bus

Answer 21

De kabel waar de communicatie langs plaats vindt.

Question 22

Schrijftransactie

Answer 22

Als de CPU een letter naar de printer wil sturen

Question 23

Databus

Answer 23

Transporteer de gegevens tussen verschillende componenten

Question 24

Adresbus

Answer 24

Verstuut het adres van de componenten

Question 25

Controlbus

Answer 25

Zorgt voor het versturen van stuurgegevens

Question 26

Busarbiter

Answer 26

Geregeld het verkeer

Question 27

Processor

Answer 27

ALU voert de rekundige en logisch bewerkingen uit
De registers functioneren als tijdelijk geheugen
De Control unit gebruiken de ALU en de registers de instructies uit te voeren

Question 28

Principe processor

Answer 28

1. De Control unit kopieert een instructie uit het werkgeheugen naar een special register
2. De instructie wordt geanalyseert door de Control Unit
3. De ALU voert de bewerkingen uit

Question 29

Operatiecode

Answer 29

Staat wat met de date gebruikt moet worden

Question 30

Operaatcode

Answer 30

Op wat het moet uitgevoerd worden

Question 31

RAM

Answer 31

Werkgeheugen

Question 32

ROM

Answer 32

ROM is een afkorting van Read Only Me-mory, wat betekent dat het computersysteem dit geheugen wel kan lezen, maar dat de gebruiker er niets aan kan veranderen.

Question 33

Plotter

Answer 33

Een plotter is een uitvoerapparaat om grote afbeeldingen of tekeningen te printen. Er zijn twee soorten:
* penplotters
Deze werken met een groot aantal pennen
* inkjetplotters
Deze werken net als inkjetprinters.

Question 34

Netwerkcomputers

Answer 34

Pc’s zonder achtergrondgrondheugen

Question 35

Supercomputers

Answer 35

Heeft tientallen processors

Question 36

Terminals

Answer 36

Bestaat alleen uit een toetsbord en een monitor.