Schouder spieren Flashcards
m. deltoideus pars clavicularis
Anteflexie bovenarm.
Anteflexie tegen weerstand. Voelbaar boven de proc. coracoideus. Enige spier die aan clavicula hecht en anteflexie doet.
m. deltoideus pars acromialis
Abductie bovenarm.
Abductie tegen weerstand bij minder dan 60 graden, dan is hij de enige die abductie doet. Bij 60 tot 90 graden helpen ook de andere koppen.
Voelbaar lateraal van het acromion
m. deltoideus pars spinalis
Retroflexie bovenarm.
Retroflexie bovenarm tegen weerstand. Enige in de buurt die retroflexie doet.
Voelbaar op spina scapulae
m. supraspinatus
Abductie bovenarm.
Moeilijk te palperen omdat de m. trapezius er overheen ligt. De supraspinatus doet abductie, maar bij abductie van meer dan 30 graden zorgt de trapezius voor laterorotatie. voelen of de trapezius meedoet door een hand mediaal van de scapula te leggen en de andere op de plek van de supraspinatus. Voelen naar een tonusverschil.
m. teres minor.
Exorotatie bovenarm.
Ligt caudaal van de infraspinatus, zijn te zien als 1 spier. ze heten anders omdat ze door een andere zenuw worden geinnerveerd.
Exorotatie tegen weerstand, elleboog in flexie, je ziet dan ook de infraspinatus, wijs het onderste deel aan.
m. teres major
Endorotatie, extensie en adductie bovenarm.
Vuist in buik duwen, voor endorotatie tegen weerstand. Hij ligt onder de infraspinatus/teres mionr.
Test: Extensie en adductie van de humerus in een mediaal geroteerde positie, met de hand rustend op de posterieure iliac crest.
Druk:Tegen de arm, boven de elleboog, in de richting van abductie en anteflexie.
Lastig te onderscheiden van de m. latissimus dorsi, ze hebben namelijk dezelfde functie componenten. De teres major loopt niet verder dan de angulus inferior.
m. subscapularis
Endorotatie en adductie bovenarm.
Test Starting Position: Extend and medially rotate arm so the hand is resting on posterior iliac crest
Direction of Applied Force: Above elbow in abduction/flexion direction
Lat dorsi en teres major doen deze bewegingen ook
m. coracobrachialis
The main functions of the coracobrachialis are flexion, adduction and internal rotation of the upper arm.
Arm geheven in een actieve flexie voor onderscheid met de biceps caput breve.
Test Starting Position: Shoulder flexed with slight exorotation; elbow in full flexion; forearm in supination
Direction of Applied Force: Anteromedial surface of distal humerus.
m. biceps brachii caput longum
Flexie en supinatie elleboog.
Is de enige die flexie over de elleboog doet in deze regio. Brachialis ligt meer distaal.
Test: Elleboog flexie iets minder dan of in een rechte hoek, met de onderarm in supinatie.
Druk: Tegen de onderarm, in de richting van extensie.
m. biceps brachii caput breve
Flexie en supinatie elleboog. Anteflexie schouder.
Ten opzichte van caput longum ligt hij meer proximaal bij de oksel. onderscheid van coracobrachialis door zijn effect over de elleboog. De coracobrachialis heeft geen component over de elleboog.
Test: Elleboog flexie iets minder dan of in een rechte hoek, met de onderarm in supinatie.
Druk: Tegen de onderarm, in de richting van extensie.
m. brachialis
Flexie elleboog
Flexie bij pronatie tegen weerstand bij caput ulna. Biceps doet namelijk supinatie.
Test: Elleboog flexie iets minder dan of in een rechte hoek, met de onderarm in pronatie.
Druk: Tegen de onderarm, in de richting van extensie.
m. triceps brachii caput longum
Extensie onderarm
Extensie en adducite bovenarm
Fixatie: De schouder staat op 90° abductie, neutraal ten opzichte van de rotatie, en met de arm ondersteund tussen de schouder en de elleboog door de tafel. De onderzoeker plaatst een hand onder de arm in de buurt van de elleboog om de arm te ontlasten van de druk op de tafel.
Test: Strekken van het ellebooggewricht (tot iets minder dan volledige strekking).
Druk: Tegen de onderarm, in de richting van flexie.
Het caput longum ligt nu caudaal/onder.
m. triceps brachii caput laterale
Fixatie: De schouder staat op 90° abductie, neutraal ten opzichte van de rotatie, en met de arm ondersteund tussen de schouder en de elleboog door de tafel. De onderzoeker plaatst een hand onder de arm in de buurt van de elleboog om de arm te ontlasten van de druk op de tafel.
Test: Strekken van het ellebooggewricht (tot iets minder dan volledige strekking).
Druk: Tegen de onderarm, in de richting van flexie.
Het caput laterale ligt nu craniaal/boven.
m. triceps brachii caput mediale
Fixatie: De schouder staat op 90° abductie, neutraal ten opzichte van de rotatie, en met de arm ondersteund tussen de schouder en de elleboog door de tafel. De onderzoeker plaatst een hand onder de arm in de buurt van de elleboog om de arm te ontlasten van de druk op de tafel.
Test: Strekken van het ellebooggewricht (tot iets minder dan volledige strekking).
Druk: Tegen de onderarm, in de richting van flexie.
Het caput mediale ligt meer distaal ten opzichte van caput longum.
m. anconeus
Extensie elleboog
Actieve extensie van het ellebooggewricht. Triceps wordt echter ook aangespannen