SBR Flashcards
Welke drie kenmerken/voorwaarden staat?
- Er zijn bewoners
- Er is een grondgebied
- Er is staatsgezag
Wat wil “staten zijn soeverein” zeggen?
Ze zijn de hoogste en onafhankelijke macht om wetten te maken en toe te passen binnen de eigen grenzen en om internationale betrekkingen te onderhouden.
Wat is erkenning van een staat?
Is soms een politieke keuze en niet feitelijk het vaststellen van de 3 voorwaarden.
Hoe Nederlandschap verkrijgen?
- Geboorte door een of beide ouders Nederlands, ook in buitenland.
- Naturalisatie: Bewuste keuze om Nederlandse nationaliteit aan te nemen.
Welke 3 eisen naturalisatie?
- Minimaal 5 jaar in Nederland verblijven
- In bezit van verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd
- Proberen afstand oude nationaliteit, wanneer niet mogelijk 2 nationaliteiten.
Welke drie machten voor trias politica? (scheiding der machten, door drie onafhankelijke instanties)
- Wetgevende macht, vaststellen van regels
- Uitvoerende macht, uitvoeren van de regels
- Rechterlijke macht, uitspraak doen juridische geschillen (onafhankelijkheid!)
Taakverdeling in Nederlandse grondwet (Montesquieu beinvloed)
Wetgevende taak: Staten-Generaal + Regering
Uitvoerende taak: Regering
Rechtspraak: Rechterlijke macht
Wat is het legaliteitsbeginsel?
Zegt dat elk overheidsoptreden op een op democratische wijze tot stand gekomen algemeen verbindende regel gebaseerd moet zijn. Elk overheidsoptreden is uiteindelijk gelegitimeerd door de volksvertegenwoordiging.
Wat is de grondwet?
Het belangrijkste document voor het functioneren van de overheid zowel op rijks- als lager niveau.
Wat is het klassieke grondrecht?
Geen actieve rol overheid, geeft burgers enige vrijheid om zelf inhoud aan leven te geven. Bijv. vrijheid van godsdienst, meningsuiting, recht op onderwijs (zelf vorm geven).
Wat is het sociale grondrecht?
Actieve rol overheid. Inspanningsplicht van overheid wordt verwacht, bijv recht op dak boven je hoofd, uitkering en recht op onderwijs (inspannen voor aanbod).
Wat is het uitgangspunt van sociale grondrecht.
Burgers kunnen zelf veel zaken organiseren, maar als burger tijdelijk of blijvend niet voor kan zorgen moet de overheid ingrijpen. Minder hard dan klassieke grondrecht.
Wat staat er in het tweede deel van de Grondwet?
Organisatie van de overheid.
Eerst organisatie van de rijksoverheid. Daarna benoeming staatsorganen en belangrijkste zaken daarvan. Ook provincies en gemeenten en rechterlijke macht.
Wie aan het hoofd in monarchie en wie in republiek?
Monarchie: Staatshoofd is koning, door erfopvolging.
Republiek: Staatshoofd is president, gekozen voor vastgestelde termijn.
Welke twee kiesrechten zijn er?
- Actief kiesrecht, recht om stem uit te brengen bij verkiezingen.
- Passief kiesrecht, het recht om kandidaat te zijn bij verkiezingen en gekozen te worden.
Wat is het referendum?
Mogelijkheid om hele bevolking invloed te geven. Raadplegend = overheid niet gebonden. Bindend, is nog niet in Nederland, grondwetswijziging nodig.
Waarop is het kiesstelsel gebaseerd?
Evenredige vertegenwoordiging, elke stem even zwaar.
Wat zijn de belangrijkste 5 feiten van de Koning?
- Samen met ministers de regering.
- Onschendbaar, ministers zijn verantwoordelijk (ministeriële verantwoordelijkheid)
- Voorzitter Raad van State
- Vooral ceremoniële/representatieve functie
- Maakt samen met directe familieleden deel uit van koninklijk huis
Wat zijn de belangrijkste 5 feiten regering?
- Gevormd door Koning en ministers
- Ministers vormen samen de ministerraad
- Ministers en staatssecretarissen vormen samen het kabinet
- Staatssecretarissen nemen slechts aan de ministerraad deel wanneer het hun portefeuille betreft.
- Er bestaan ministers met en zonder portefeuille.
Wat is een minister met portefeuille?
Die heeft een eigen ministerie, een departement waar ambtenaren voor hem werken.
Wanneer kabinetsformatie en wie neemt initiatief?
Na de tweede kamerverkiezingen, tweede kamer neemt initiatief.
Wat doet de verkenner?
Die doet een serie oriënterende gesprekken met fractievoorzitters en maakt op basis daarvan het voorstel voor het benoemen van informateurs.
Wat doet een informateur?
De opdracht om een kabinet bestaande uit de partijen samen te stellen. Als de kabinetsformatie bijna rond is doen ze verslag aan Tweede Kamer.