Samenvatting / leren Flashcards

1
Q

Geef de definitie van IT architecture

A

IT Architecture is een consigne geheel van principes en modellen dat richting geeft aan ontwerp en realisatie van de processen, organisatorische inrichting, informatievoorziening en technische infrastructuur van een organisatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Noem 3 stakeholders van een ontwerp

A
  • Eindgebruiker
  • Support
  • Management
  • Tester
  • Bouwer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat wordt er bedoelt met de term Enterprise in het kader van EA en geeft voorbeelden van soorten enterprises

A

TOGAF definieert een “enterprise” als een verzameling van van organisaties met een gemeenschappelijk doel

  • Publieke of privé organisaties
  • Een bedrijf
  • Een business unit
  • Een bedrijven die in 1 of meerdere landen samen werken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat valt er onder het complex van een Enterprise

A
  • Mensen
  • Informatie
  • Technology
  • Bedrijf
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Beschrijf het probleem dat EA probeert op te lossen

A

Enterprise Architecturen is the process of translating business vision and strategy into effective enterprise change by creating, communicating and improving the key requirements, principles and models that describe the enterprise future state and enable its evolution.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Noem 4 enterprise architecture methoden

A
  • SOA
  • DYA
  • Archimate
  • MDA
  • TOGAF
  • IAF
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

EA kan op meerdere manieren worden ingezet als hulpmiddel. Noem 3 andere voormen waarop TOGAF kan worden ingezet

A
  • Als visie –Op hoog nivo aangeven hoe de visie van het IT landschap zou moeten zijn
  • Als raamwerk – Om componenten in een schematische weergave te laten zien.
  • Als aanpak – Als werkwijze om architectureproducten te maken.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Archimate gebruikt 3 lagen om een enterprise te modelleren. Noem de lagen en geef per laag een korte beschrijving wat de laag bied:

Ezelsbrug BATman

A

Ezelsbrug BATman

  • Business layer – Bied producten en diensten aan die worden gerealiseerd door door processen die worden uitgevoerd door mensen.
  • Applicatie laag – Ondersteund de busineslaag met applicatie diensten die worden gerealiseerd door software.
  • Technology laag – Bied infrastructuurdiepten aan zoals: Netwerk, opslag, Rekenkracht etc.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Uit welke 3 stappen bestaat een requirmentsanalyse

A
  1. Stakeholder onderzoek
  2. Requirements verzamelen
  3. Analsyseren
  4. Documenteren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Noem 4 eisen waaraan een requirement voor infrastructuur zelf moet voldoen en leg uit waarom

A
  • Gestandadiserde taal – Zodat het makkelijk te lezen is
  • Niet tegenstrijdig
  • Gepatrtioneerd
  • geclasifiseerd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Noem de 6 kwaliteitseisen die OIAm gebruikt

Ezelsbrug: ASMAAI

A
  • Adaptability
  • Scalability
  • Manageability
  • Availability
  • Acountability
  • Intergratie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Op welke 2 manieren kan je iets schalen en leg uit waarom

A

Verticaal: Meer resources
Horizontaal: Meer units / eenheiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Noem 2 wetten / regelbevingen die invloed kunnen hebben op EA

A
  • Patriot act
  • Wet Bescherming Persoonsgegevens
  • Cybercrime verdrag
  • Telecomunicatiewet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Noem 5 attributen die je terug vind in een RTM

A
  • Uniqe ID
  • Priority
  • Source
  • Version
  • Risk
  • Owner
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Acceptatiecreteria zijn onder te verdelen in 2 categorien, boem en beschrijf beide en geef voor beide 1 voorbeeld

A

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly