samenvatting cards Flashcards

1
Q

Wat is episteme?

A

Kennis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn bronnen van kennis?

A
  • Zintuigen
  • ervaring
  • geheugen
  • intuïtie
  • denkvermogen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de justified true belief?

A

P kent X

1: P gelooft X
2: X is het geval (=waar)
3: P is gerechtvaardigd te geloven dat X.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Empirisme

A

Kennis komt tot stad door de ervaring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Rationalisme

A

Kennis komt door stand door te denken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Sceptisme

A

Overtuiging dat kennis nooit zeker is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Soorten kennis:

A
  • Iemand kennen
  • praktische kennis: hoe iets werkt/moet kunde
  • prospotionele kennis : Hoe iets zit en weten dat het geval is
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Objectief:

A

datgene wat over het object gaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

subjectief:

A

Datgene wat door het oordeel van het object bepaald word

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

intersubjectieve kennis:

A

Kennis die door een grote groep gemeenschappelijk als geldig word beschouwd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke filosofen zijn rationalistisch:

A

Plato
Decartes
Kant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke filosofen zijn empirist:

A

Kant
Hume
Berkely
Aristoteles

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

A priori:

A

Kennis voorafgaand aan waarneming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

A posteriori

A

Kennis na waarneming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly