Samenvatting 2 Flashcards
1
Q
wortelstelsel
A
alle wortels in een plant
2
Q
vaatbundel
A
de vaten liggen in groepjes bij elkaar
3
Q
de nerven van eeen blad bestaan uit
A
vaatbundel
4
Q
de functie van een vatenstelsel is
A
transport
5
Q
cel
A
bouwsteen van een organisme
6
Q
celplasma
A
water met opgeloste stoffen
7
Q
celmembraan
A
een dunne vlies om het celplasma
8
Q
celkern
A
regelt alles wat er in de cel gebeurt
9
Q
dierlijke en plantaardige cellen
A
celplasma celmembraan celkern
10
Q
plantaardige cellen
A
grote vacuole
celwand
celmembraan
celkern
11
Q
vacuole
A
blaasje gevuld met vocht
12
Q
celwand
A
een steving laagje om de cel
13
Q
bladgrroenkorrel
A
hiering vind fotosynthese plaats en word de plaamt groen
14
Q
hoeveel chromosomen zitten er in een celkern
A
46 chromosomen
15
Q
moedercel
A
de cel die zich deelt