Samenvatting Flashcards

1
Q

Belang van financieel HRM:

A

Toenemende belangstelling van organisaties om HRM-beleid meetbaar te maken
● Financieel HRM: direct meten in euro’s +Ken- en stuurgetallen: indirect meten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

→ Belangrijke vragen

A

wat kost het? wat levert het op? past het binnen begroting en budget?
loopt de uitvoering volgens plan?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Investeren in HRM

A

Welke doelen aan investering bijdragen? Welke verwachten baten?
- Indien kosten hoger dan baten; moet je wel investeren?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Soorten kosten van verloop

A

Teken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

8 stappen van verloop

A

1: buisnessvraag achterhalen
2: Bv vertalen naar analytisch vraagstuk
3: data verzamelen
4: date prepareren
5: Data analyseren en vertalen naar insights
6: presenatie, rapportage en visualisatie
7: insights vertalen naar hr beleid en dit implementeren
8: bereikte resulaten meten en monitoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

HR Beleid cyclus (Analytics)

A
  1. situatieanalyse (swot)
  2. Strategievorming
    - vaststellen toekomstbeeld
    - ontwikkelen verschilllende strategien
    - evaluatie en keuze maken
  3. planning en implementatie
    Opnieuw beginnen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

A) Situatieanalyse

A
  • Vaststellen huidige visie, doelstellingen en strategie (korte termijn)
    → Interne/externe onderzoeken
    =Sterktes,zwaktes, kansen, bedreigingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

B) Strategievorming

A
  • Vaststellen toekomstbeeld (lange termijn)
  • Ontwikkelen van verschillende
    strategieën
  • Evaluatie en keuze van 1 strategie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

C) Planning+implementatie

A
  • Invoeren van strategie (korte termijn)
    → Begrotingen, kosten-en baten analyse
    → Waarin investeren en wat levert het op?
  • Operationeel/concreet maken van strategie
    1. Strategische planning (2 a 3 jaar)
    2. Operationele planning (1 jaar)
    3. Functiegerichte werkplanning (dagelijks)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

KSP

A

Gericht op HR-beleidsniveau (HR-beleidsdoelstellingen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

KSF

A

Gericht op strategisch niveau (Kritische succesfactoren)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Stappen ksp methode

A

0) Opstellen KSF: strategische doelstellingen
1) Benoem dominante thema’s
2) Bepalen van personeelscategorieën
3) Bepalen van werkterreinen
4) Bepalen van de bijdrage van de personeelsfunctie
5) Samenstellen van een set ken- of stuurgetallen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

0) KSF bepalen

A

doelstellingen die voor de continuïteit van de onderneming essentieel zijn te
realiseren
- Beschrijven veranderingen om het strategische organisatiebeleid te realiseren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

1) Benoemen van dominante thema’s

A
  • Vraagstuk cruciaal voor succes van de organisatie en dient bij te dragen aan HR
    vb: KSF: verhogen van productie; dominant thema: vergroten van flexibele inzet medewerkers
  • !!Is geen HR-instrument!!
    → HR-instrument wordt ingezet om dominant thema te behalen
    vb: dominant thema: verhogen van resultaatgerichtheid; Hr-instrument: invoeren van prestatiebeloning
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

2) Bepalen van personeelscategorieën

A
  • Personeelskenmerken, functiekenmerken, loonkosten, arbeidstijd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

3) Bepalen van werkterreinen (blz. 41 en verder)

A

Bepalen van instrumenten van HRm die voor het oplossen van dominante thema
relevant zijn
- 7 werkterreinen:
1. Instroom
2. doorstroom
3. uitstroom
4. belonen
5. inrichting, taken en functies
6. personeels admin, info en beleid
7. communicatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

4) Bepalen van bijdrage van de personeels functie

A
  • Samenstelling
  • Tijdsinvestering
  • Kosten
18
Q

5) Samenstellen van een set ken- en stuurgetallen

A

Beoordelen toestand van arbeidsorganisatie (Pagina 54-55 en 56)
Beleidsthema’s:
1. Productiviteit → omzet
2. Personeelskosten → loonkosten, verzuimkosten
3. Capaciteit → personeelsomvang, samenstelling
4. Kwaliteit → competentie fit, kennis fit
5. Behoud → tevredenheid, betrokkenheid

19
Q

Kengetal/KPI’s → Bandbreedte nodig (Instrument voor diagnose van huidige situatie)

A

1) Inschatting van actuele situatie
2) Theoretische grondslagen
3) Vergelijkingen (in- en extern)

20
Q

Stuurgetal

A

(Bijsturing naar de gewenste situatie)
Functies van stuurgetallen:
1. (Planning) formuleren van doelstellingen voor personeelsbeleid
2. (Control) beoordelen van resultaten en het effect van beleid

21
Q

Vaststellen stuurgetal:

A

Op basis van streefwaarde
- Dezelfde hulpmiddelen om bandbreedte van kengetal vast te stellen
- Stuurgetal pas een functie als mensen in organisatie zich daarvoor inzetten
- Eisen: stuurgetal moet effectief, relevant, beïnvloedbaar, eenvoudig en
communiceerbaar zijn

22
Q

Netto verkopen:

A

omzet

23
Q

wat is een winst en verliesrekening

A

Een winst- en verliesrekening is een periodiek overzicht van opbrengsten en uitgaven van een onderneming.

24
Q

Businesscase

A

soort studie/uiteenzetting op basis waarvan je een keuze kan maken of je
een project of taak wel of niet gaat starten. De kosten worden tegen de baten afgewogen
rekening houdend met de risico’s

25
Q

(Directe) Loonkosten voor de werkgever:

A

1) Bruto salaris medewerker
2) Vakantie-uitkering medewerker
3) Niet van winstafhankelijke eindejaarsuitkering/13e maand
4) Werkgeverslasten
- Werkgeversdeel pensioenpremie
- Sociale lasten
→ werkgeverslasten tussen 25 en 30% van 1,2,3

26
Q

Werkgeverslasten

A

Pensioenlasten + sociale lasten / salaris + vakantiegeld + bonussen
- Berekenen over salaris incl. vakantiegeld

27
Q

Werkkostenregeling

A

= Percentage van de loonsom waaruit werkgevers mogen kiezen wat ze onbelast vergoeden
aan de medewerkers. Ga je eroverheen? 80% belasting betalen over dat bedrag
- Wel onder werkkostenregeling: kerstpakket, personeelsuitjes, cadeau’s
- Niet onder werkkostenregeling: reiskosten, abonnementen voor openbaar vervoer,
aanvraag van VOG

28
Q

Waarom werkkostenregeling

A

werkgevers mogen niet zomaar alles vergoeden aan
medewerkers. Doen ze dit wel: verkapt loon.

29
Q

Differentiële geldstromen

A

extra geldstromen die tot stand komen bij het implementeren van
de HR-tool/verandering

30
Q

Primaire geldstromen

A

samenhang met primaire proces van de organisatie
- muv: geldstromen van en naar vermogensmarkt (secundaire geldstromen)

31
Q

Uitgaven zijn met of zonder btw en waarom?

A

zijn excl. BTW als de onderneming BTW mag terugvragen van de belastingdienst
→ Mag een onderneming dit niet: uitgaven incl. BTW

32
Q

Uitgaven

A
  1. Eenmalige uitgaven (investering)
    - Investeringen opgenomen als afschrijvingen, uitgave betreft totale
    investeringsbedrag
  2. Jaarlijks terugkerende uitgaven
    Onderscheid tussen externe - en interne benodigdheden
  3. Externe benodigdheden
    - Benodigdheden van buitenaf
  4. Interne benodigdheden
    a) Materieel: extra uitgaven vaste + vlottende activa
    b) Personeel: extra inzet uren x loonkosten
33
Q

Ontvangsten

A
  1. Jaarlijks terugkerende ontvangsten
  2. Eenmalige ontvangsten (aan eind van project bijvoorbeeld)
    Onderscheid tussen directe en indirecte ontvangsten
  3. Directe ontvangsten: direct resultaat/ontvangst
    vb: omzetstijging
  4. Indirecte ontvangsten
    - Lastig te kwantificeren omdat niet altijd in geld uitgedrukt kunnen worden
    vb: betere kwaliteit, hogere motivatie
34
Q
  1. Veronderstellingen
A
  • Waarop baseer je dat met dit voorstel beoogde resultaat haalt?
  • Waarop zijn de schattingen bij uitgaven en ontvangsten gebaseerd?
35
Q
  1. Risico’s
A

Wat zijn de gevolgen als jouw voorstel mislukt?
- Wat zijn gevolgen als de schattingen van ontvangsten en uitgaven niet uitkomen?

36
Q

Evaluatie

A
  • Waar wil je op evalueren en hoe kun je dit meten?
  • Onderbouw in hoeverre evaluatie een goede weergave is van het succes van het
    actieplan incl. externe factoren die van invloed kunnen zijn op succes
  • Geef aan hoeverre mogelijk om tussentijds te evalueren en bij te stellen naar
    aanleiding van deze bevindingen
37
Q

Human Resource Cyclus

A

Tekenen

38
Q

→ Performance van de medewerker staat centraal

A

Rewards: Beoordelingen
Appraisal: Waardering
Development: Ontwikkeling

39
Q

Functie-ontwerp

A

Selectie plaatsvinden voor schifting tussen kandidaten
- Beoordeling plaatsvinden door middel van meten
- Bevindingen beïnvloeden inhoud van beloning en invulling van nodige ontwikkelingen
- Ontwikkelingen in relatie met prestatie

40
Q

Kritiek op Human resource cyclus:

A
  1. Dwingend karakter, geen aandacht voor medezeggenschap
  2. fenomeen ‘’beoordelen’’ staat ter discussie
  3. Model is geschreven voor medewerkers, niet met
  4. Meer ruimte nodig voor feedback, bevorderen kwaliteit van werk, ondersteuning van
    medewerkers bij het leren en presteren