Samenhang Flashcards
Variantie
In de statistiek beschrijft variantie de mate van spreiding van data rondom het gemiddelde. Het geeft aan hoe ver de afzonderlijke datapunten van het gemiddelde afwijken. Een hoge variantie betekent dat de data sterk verspreid zijn, terwijl een lage variantie aangeeft dat de data dicht bij elkaar liggen.
Correlatie r=1
Verschillen gaan gelijk op. Wanneer op variabele a +1 is, is bij variabele b ook +1. 100% gedeelde variantie.
Spearman rangcorrelatie (Spearman’s p of Rho)
Meet de rangnummers van data (ipv werkelijke metingen). Bereik altijd tussen de +1 of -1. Geschikt voor ordinale data.
Correlatie r=0
Verschillen kunnen niet worden verklaard. 0% gedeelde variantie.
Pearson’s R van 0,25
0.25^2: 0.00625 = 6.25%. Een zwakke samenhang van de variabelen.
Covariantie
Een positieve covariantie betekent dat als de ene variabele toeneemt, de andere ook toeneemt (en vice versa), terwijl een negatieve covariantie betekent dat als de ene variabele toeneemt, de andere afneemt.
Overblijvende variantie
Wat is er al bekend in %? Dan 100 - x (wat er al bekend is) = overblijvende (onverklaarde) y.
Partiële correlatie
Partiële correlatie helpt je de “zuivere” relatie tussen twee variabelen te begrijpen door de invloed van andere variabelen te verwijderen.
Spurious correlation
(schijncorrelatie) is een statistisch fenomeen waarbij twee variabelen een correlatie vertonen, maar er geen daadwerkelijk oorzakelijk verband tussen hen bestaat.
Spearman’s p of Rho bereik
+1 Perfecte positieve monotone relatie. Wanneer bij de ene de waarde toeneemt dan ook gelijk bij de andere. 0 geen relatie. -1 Perfecte negatieve relatie. Wanneer bij de ene de waarde toeneemt dan ook bij de andere.