Sales Flashcards

X

1
Q

AIDA, wat is het en afkorting

A

werking communicatie. Attention interest desire action

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

VOCATIO

A

Verkoopgesprek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

VOITA

A

fases verkoopcyclus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

omgevingsfactor?

A

de sociale en fysieke leefomgeving waarin mensen wonen, werken, studeren en/of recreëren als om de sociale omgeving rond een individu.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Linkbuilding?

A

het verkrijgen van kwalitatieve backlinks naar jouw website. Backlinks zijn links van andere websites naar jouw site

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Marktgerichte salesorganisatie

A

indeling op basis van markten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

potentiele klant, wil nog geen order plaatsen.

A

Cold prospect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

receptieve verkoop

A

Wijze van verkopen waarbij de verkopende partij afwacht tot kopers bij haar komen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

indirecte verkoop

A

meerdere schakels tussen verkoop

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

selectieve perceptie

A

dat je keuzes maakt bij het waarnemen van zaken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

franco leveren

A

alles voor leverancier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

verschil tussen vaste en variabele kosten

A

variabele kosten kan verschillen door hoeveel er geproduceerd wordt. Vaste kosten maakt niet uit hoeveel geproduceerd wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

cognitieve disognantie

A

druk maken of je wel de goeie keus hebt gemaakt met kopen van product

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

structuur verkoopcyclus?

A

Voita

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

behoeftehyrarchie maslow?

A

Zelfontwikkeling (paars) Erkenning (blauw) Sociale behoefte (groen) Bestaanszekerheid (geel) Primaire biologische behoefte (rood)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

welke instantie vecht tegen kartelvorming?

A

ACM

17
Q

Problem solving unit staat totaal niet gelijk aan?

A

DMU

18
Q

Suspect

A

nog geen contact mee geweest

19
Q

see

A

bekendheid creeeren

20
Q

do

A

verkopen van producten

21
Q

think

A

informeren bij orientatie