Sales Flashcards

1
Q

Tracy en wiersma waardecreatie

A

Product leadership
Operational excellence
Customer intimacy

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Porters 5 krachten model

A

Potentiele toetreders
Leveranciers
Afnemers
Substituten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

AIDA elmo lewis

A

Attention
Interest
Desire
Action

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

AIDA paul postema

A

Action
Desire
Interest
Attention

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Verkoopcompas arnold steenbeek

A
Voorbereiding 
Contact
Analyse
Presenteren
Afsluiten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

5 p’s

A
Prijs
Product
Plaats
Personeel
Promotie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Spin, neil rackham

A

Situatie
Probleem
Implicatie
Nut/Noodzaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Kernproduct

A

Basisfunctie,

Fiets, kan fietsen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Tastbaar product

A

Kwaliteit vormgeving, merknaam

Gezelle fiets, man/vrouw fiets

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Uitgebreid product

A

Service, garantie, leveringsvoorwaarden

Fiets verzekering, levering, onderhoud

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Convenience goods

A

Voedsel, drinken, toiletpapier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Shopping goods

A

Langer nadenken,

wasmachine, airfryer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Specialty goods

A

Heel goed nadenken,

Auto, telefoon, aandeel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Unsought goods

A

Doodskist, verzekering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Breedte assortiment

A

Aantal verschillende productGROEPEN

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Diepte

A

Aantal varianten binnen productgroep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Lengte assortiment

A

Aantal producten binnen assortiment/ productniveau

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Hoogte assortiment

A

Prijsniveau van productgroepen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Prijsbepalingsmethoden

A

Kosten prijsstelling
Concurentie prijsstelling
Afnemer prijsstelling (value based pricing)
Veiling/ dynamic pricing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Intensieve distributie

A

Zoveel mogelijk verkooppunten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Selectieve distributie

A

Beperkt aantal verkooppunten, past bij shopping goods

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Exclusieve distributie

A

1 of enkele verkooppunten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

accountplan

A
Account
Accountteam
Analyse van account
Doelstellingen van account
Budgettering
Actieplan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Externe verkoopcyclus

A

Leadgeneratie
Prospectkwalificatie
Orderrealisatie
Klantretentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

4 soorten consumentengedrag

A

Communicatiegedrag
Koopgedrag
Gebruiksgedrag
Afdankgedrag

26
Q

Presentatie b’s

A

Belevenis
Betekenis
Boodschap

27
Q

Productattributen

A

Verpakking
Garantie
Kwaliteit
Merknaam

28
Q

Distributiekanalen

A

Direct
Indirect
Multichannel

29
Q

Businessaantrekkelijkheid

A
Kwaliteit
Marktaandeel
Arbeidsproductiviteit
Innovatiekracht R&D
Prijsconcurentiekracht
30
Q

Commodities

A

Producten waarbij klanten geen diepere emoties voelen

31
Q

Interne verkoopcyclus

A
Analyse
Forecasting
Targeting
Budgetering
Operating
Evaluating
32
Q

Interpersoonlijke factoren

A

Cultureel
Situationeel
Referentie

33
Q

Situationele factoren

A

Besteedbaar inkomen
Opleidingsniveau
Beroep
Levensfase

34
Q

Intrapersoonlijke factoren

A
Perceptie
Zelfbeeld
Motivatie
Attitude
Eigen besluitvorming
35
Q

Soorten motivatieconflicten

A

Approach-approach conflict
Approach-avoidance conflict
Avoidance-avoidancd conflict

36
Q

Maslow piramide (beneden naar boven)

A
Primair
Bestaanszekerheid
Sociaal
Erkenning
Zelfontplooing
37
Q

Attitudes eigenschappen

A

Aangeleerd
Consistent
Voorspelbaar
Gerelateerd aan een object?!

38
Q

Attitude functies

A
Kennisfunctie (kennis van goed product helpt keuze)
Instrumentele functie (beloning/straf)
Ego-defensief (zelfbeeld beschermen tegen negatieve ervaringen)
Waarde-expressieve functie (ondersteunt zelfbeeld consument)
39
Q

Attitude onderdelen

A

Cognitief (kennis)
Affectief (affectief)
Conatief (cognitief+affectief)

40
Q

Values and life-styles typologie

A
Innovators
Thinkers
Achievers
Experiencers
Believers
Strivers
Makers
Survivors
41
Q

Mentality motivation groepen

A
Traditionele burgerij
Moderne burgerij
Gemaksgeoriënteerde 
Opwaarts mobielen
Nieuwe conservatieven
Postmaterialisten
Postmodern hedonisten
Kosmopolieten
42
Q

Customer relationship management

A

Win-win situaties opbouwen met je klant

43
Q

Klant segmenten

A

Partner
Vriend
Economicus
Dog

44
Q

Cross selling

A

Bestaande klanten nieuwe producten verkopen

45
Q

Multi selling

A

Verkopen op meerdere niveau’s van een organisatie

46
Q

Service verlening pijlers

A

Visie
Cultuur
Organisatie en hulpmiddelen
Mensen

47
Q

Klachtdrempels

A

Actiedrempel
Entreedrempel
Communicatiedrempel

48
Q

Conversie

A

Totale extra omzet als resultaat van verkoopactie

49
Q

Conversieratio

A

Percentage benaderde klanten dat een aankoop heeft gedaan

50
Q

Conversieratio actie

A

Aantal bestellingen/bereik actie ×100%

51
Q

Conversieratio respons

A

Aantal reacties op mailing/actie

52
Q

Conversieratio respons actie

A

Aantal bestellingen/totale respons ×100%

53
Q

Omgekeerde conversie

A

Benodigde bereik van een actie

54
Q

Omgekeerde conversie actie

A

Aantal prospects/conversie in% x 100% =aantal te benaderen prospects

55
Q

ROI actie

A

Winst als gevolg van investering/vermogen geïnvesteerd

56
Q

ROI %

A

Winst/ geïnvesteerd vermogen × 100%

57
Q

ROMI (betekenis)

A

Hoeveelheid WINST als gevolg van een marketing uiting

58
Q

ROMI Formule

A

(Omzet door campagne × winst per product) - kosten campagne
–‐—————————————————–
Kosten campagne

59
Q

Contributiemarge

A

Netto verkoopprijs / variabele kosten x100%

60
Q

Contributiemargeratio

A

Contributiemarge/netto verkoopprijs

61
Q

Totale dekkingsbijdrage

A

Afzet x (verkoopprijs -variabele kosten per product)