RMT tentamen Flashcards

1
Q

Wat is een missie en waar bestaat die uit?

A

De missie is waar een organisatie voor staat en bestaat uit:

Wat zijn onze kernactiviteiten (what business are we in?)

Wat voor soort organisatie zijn we en willen we worden?

Wie zijn onze klanten en wat zijn hun wensen en behoeften?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat doet een missie?

A

De missie geeft richting aan de groei van de organisatie en vormt een effectief instrument om de medewerkers te motiveren en zich op de strategie te bezinnen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat doet een visie?

A

Een visie inspireert de betrokken medewerkers door een ambitieus beeld te schetsen van de toekomstige rol die de organisatie in haar omgeving wil spelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waaruit bestaat de context?

A

De context bestaat uit de interne omgeving. Deze bestaat weer uit:

Beschikbare middelen
Bedrijfsfuncties
SW van SWOT

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waaruit bestaan de beschikbare middelen?

A
Financiële
Commerciële
Technische
Natuurlijke
Personele
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waaruit bestaan de bedrijfsfuncties?

A

Organisatiestructuur- en cultuur
Financieel beleid
Personeelsbeleid
Productie, innovatie- en inkoopbeleid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waaruit bestaan de trends?

A

Deze bestaat uit de externe omgeving, de externe omgeving bestaat uit de

DESTEP
Concurrentiepositie (vijfkrachtenmodel Porter: Leveranciers, afnemers, substituten en potentiële toetreders bepalen de concurrentie)
De OT van SWOT

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het begrip voor stakeholders?

A

Een groep of individu met een bepaald belang in een organisatie en die invloed kan uitoefenen of beïnvloed kan worden door het functioneren van die organisatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waaruit bestaat het onderdeel Materialiteit van het sturing op waardecreatie model?

A

Stakeholder belang
Strategie
Risico’s

Daar moet op gestuurd worden, de ‘‘what’’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waaruit bestaat het businessmodel van het sturing op waardecreatie model?

A

Input: 6 kapitalen
> Kernactiviteit (voortbrengingsketen)
> Output: kpi’s/sturingskader

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waaruit bestaat de strategie?

A

Wat moeten we doen, de aanpak.
KSF’s en doelstellingen.
Scenario’s en de maatregelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat bepaald of een stakeholder primair of secundair is?

A
Macht
Urgentie
Legitimiteit
Alle drie en twee = primair
Een = secundair
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waaruit bestaat stakeholdermanagement?

A

Welke stakeholders wil of moet de organisatie bedienen?
Welke belangen hebben deze stakeholders?
Wat is de relatie met deze stakeholders?
Op welke wijze benadert de organisatie deze stakeholders?
Hoe gaat de organisatie om met verschillende en tegenstrijdige belangen van diverse stakeholders?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waaruit bestaat het financieel kapitaal?

A

Het totaal aan geldmiddelen dat binnen de organisatie beschikbaar is voor de productie van goederen of het leveren van diensten.
Is verkregen dmv financiering uit VV, EV, giften of uit de eigen bedrijfsactiviteiten en gemaakte investeringen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waaruit bestaat het geproduceerd kapitaal?

A

De fysieke activa waarover het bedrijf beschikt en waar zij gebruik van maakt voor de productie van goederen of het leveren van diensten.

Hieronder valt ook:
Gebouwen
Inventaris
Infrastructuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waaruit bestaat het sociaal-netwerk kapitaal?

A

De (maatschappelijke) relaties tussen de organisatie en belanghebbenden incl. de mogelijkheid om informatie te delen voor verbeteren van individuele en collectieve bewustzijn.

Gemeenschappelijke normen, waarden en gedrag.
Relaties met belangrijkste belanghebbenden
Immateriële activa die is gekoppeld aan merk en reputatie van organisatie
De license to operate om werkzaam te mogen zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Waaruit bestaat het natuurlijk kapitaal?

A

Alle natuurlijke hulpbronnen en processen die goederen en diensten voortbrengen en de voorgaande, huidige en toekomstige bloei van de organisatie ondersteunen.

Bijv:
Water, lucht, land, bossen en mineralen
Biodiversiteit en ecosystemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Waaruit bestaat het intellectueel kapitaal?

A

De op kennis gebaseerde immateriële activa binnen de organisatie.

Intellectuele bezittingen als:
Patenten, kopierechten en software rechten en licenties.
Het organisatorische kapitaal: strategische kennis, systemen, procedures en protocollen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Waaruit bestaat het menselijk kapitaal?

A

De competenties, capaciteiten, ervaringen alsmede de drijfveer voor innovatie van alle mensen in de organisatie.

Ook van belang:
De opstelling naar en ondersteuning van het bestuurlijk raamwerk, de risicomanagement benadering en de ethische waarden van de organisatie.
De mogelijkheden om de organisatiestrategie te begrijpen, ontwikkelen en implementeren.
De loyaliteit en motivatie voor het verbeteren van de processen, producten en diensten. O.a. zelfontplooiing, leiderschaps- en samenwerkingsvaardigheden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat wordt verstaan onder materialiteit in het financieel jaarverslag?

A

Een post moet van materieel belang zijn als deze onder de aandacht van de lezers gebracht moet worden. Of juist als het weglaten/onjuist weergeven tot verkeerde beslissingen leidt. Betrouwbaarheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Materialiteit in duurzaamheidsverslag?

A

De belangrijke economische, milieu en sociale impacten van de organisatie of die de beslissingen en mening van stakeholders beinvloed.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Materialiteit in integraal jaarverslag?

A

Onderwerpen die de mogelijkheid om waarde te creeren op kort, middel en lange termijn. Wordt bepaald door te kijken naar de invloed op de strategie, governance/besturing, resultaten en projecties.

23
Q

Welke assen zijn er in materialiteitsmatrix?

A

Y as = verticaal = belang voor stakeholders

X as = horizontaal = impact op

24
Q

Welke stappen voor bepaling materialiteit?

A
Long list onderwerpen (200)
Short list (40)
Interne waardering onderwerpen
Externe waardering
Materialiteitsmatrix
25
Q

Hoe doe je de interne waardering van de onderwerpen?

A

Interviews
Ronde tafels
Survey
Eigen analyse

26
Q

Hoe bepaal je de materialiteit voor externe stakeholders?

A

Minimale aanpak is eigen analyse en interviews

De beste aanpak = stakeholder dialoog

27
Q

Welke manieren zijn er voor stakeholder dialoog?

A

Survey
Ronde tafel
Interviews
Huidige marktanalyses/onderzoeken

28
Q

Waaruit bestaat de kwalitatieve methode voor bepaling materialiteit externe stakeholders?

A
  1. Bespreken van de shortlist
  2. Interviews
  3. Ranking van onderwerpen
  4. Stakeholders kiezen 5 onderwerpen in volgorde van belangrijkheid
29
Q

Waaruit bestaat de kwantitatieve methode voor bepaling materialiteit externe stakeholders?

A
  1. Voorleggen van shortlist
  2. Enquetes/surveys
  3. Rating van onderwerpen
  4. Stakeholders raten elk onderwerp
30
Q

Hoe bepaal je uiteindelijk de materialiteitmatrix?

A

Relatieve belang aan onderwerpen van eigen organisatie afgezet tegen relatieve belang aan onderwerpen van stakeholders

31
Q

Wat is risicomanagement?

A

Het constant monitoren van de risico’s die een organisatie loopt en het bepalen van acties om deze zoveel mogelijk te beperken. Het is erop gericht om de continuïteit van een onderneming te garanderen.

32
Q

Wat is een risico?

A

Een toekomstige en dus onzekere gebeurtenis (kans) met negatieve gevolgen voor het realiseren van de doelstellingen van de organisatie (impact)

33
Q

Waarom risicomanagement?

A

Toenemende wetgeving:

  • Corporate governance (code tabaksblad), verantwoord ondernmingsbestuur.
  • IFRS (effect op jaarrekening), paragrafen in jrr waarop wordt ingegaan op risico-beheersing.
  • Basel-akkoorden, banken bepalen rente op basis van bedrijfsvoering en aanwezige risico’s

Verzekeringsindustrie:
- Verzekering mogelijk zonder aanvullende maatregelen bij onderneming??

34
Q

Wat is Enterprise Risk Management (ERM)?

A

Beheersing van de risico’s in de organisatie meer organisatie-breed benaderen,

35
Q

Welke verschuiving Enterprise Risk Management ERM?

A

er is een verschuiving van statische (alleen neerwaarts effect op resultaat) naar dynamische risico’s (positief of negatief effect op behalen doelstelling).
Verschuiving van verzekerbare risico’s naar beheer van alle risico’s

36
Q

Wat is een risco 2?

A

De mogelijkheid dat een gebeurtenis zich voordoet in een bepaalde periode en situatie die een negatief effect heeft, waardecreatie verhindert of bestaande waarden uitholt.

37
Q

Wat is de kans van een risico?

A

Meetbaarheid belangrijk:
Mogelijkheid en waarschijnlijkheid van schade of verlies
Grilligheid (verschil in frequentie)
Subjectiviteit

38
Q

Wat is het gevolg van risico?

A

Belang wordt geschaad, persoon loopt letsel op of doelstelling niet behaald.
Gevaren die schade of verlies veroorzaken
Economische of emotionele waarde van schade of verlies

39
Q

Wat is het effect van the black swan?

A

De neiging om maatregelen te nemen als het onwaarschijnlijke is gebeurd, waarbij we ons te weinig afvragen hoe groot de kans is dat het nog maal gebeurt.

40
Q

Wat is een dynamisch risico?

A

Positief of negatief effect op behalen doelstelling
Worden bewust opgeroepen
Kans op verlies maar ook winst
In de regel niet te verzekeren
Bijv. investerings, markt of beleggingsrisico

41
Q

Wat is een statisch risico?

A

Alleen kans op verlies/neerwaarts effect
Ongewenst
In principe wel te verzekeren
Bijv. brand, inbraak, aansprakelijkheid

42
Q

Risicomanagement is een geïntegreerde benadering van:

A

Beleidsmatige, organisatorische en operationele maatregelen voor identificatie, analyse, beperken en financieren van risico’s. Met het doel het borgen dat de strategische doelstellingen van de organisatie worden behaald.

43
Q

Welke factoren moet de organisatie kennen om risico’s te kunnen identificeren en beoordelen?

A

Doelstellingen organisatie (missie, visie en strategie)
Interne en externe factoren (context, trends)
Risk bearing capacity -> het beschikbaar vermogen om risico’s financieel op te vangen
Risk appetite > De houding ten aanzien van risico’s
Risicotolerantie > Maximaal risico dat ze wil lopen in een categorie

44
Q

Welke mogelijkheden zijn er voor risk appetite (houding tav risico’s)?

A

Overdragen (verzekeren)
Vermijden (activiteit niet meer doen)
Beheersen (maatregelen treffen waardoor impact en/of kans verlaag wordt)
Accepteren (geen maatregelen)

45
Q

Door welke elementen wordt risk appetite bepaald volgens COSO?

A
Bestaand risicoprofiel (die er al zijn)
Risk capacity (capaciteit zonder aantasting solvabiliteit)
Risk tolerance (acceptabele variatie in resultaten van ds)
Desired level of risk (gewenste verhouding tussen risico en omzet)
46
Q

Welke andere methoden voor identificeren risico’s?

A

Balansmethode
Rondgang door bedrijf
Deskresearch, interviews, brainstormsessie, workshops etc.

47
Q

Welke onderwerpen zijn verweven in Strategy and business objectives van COSO 2017

A

Governance & Culture (internal environment)
Strategy & Objective-setting
Performance
Review & Revision
Inofrmation, communication & reporting

Enterprise Risk Management zit er in verweven!

48
Q

Wat doet de COSO kubus 2004

A

Geeft relatie weer tussen doelstellingen van een organisatie, de onderdelen van de organisatie waarop RMT van toepassing is en de 8 controlecomponenten.

49
Q

Coso 2017

A

Onderwerpen:
Mission, vision and core values
Strategy and business objectives
Enhanced performance

50
Q

Wat zit er in Governance & Culture oftewel Internal environment?

A

Normen & Waarden
Bedrijfscultuur
Hoe ga je met elkaar en omgeving om?
Wat is belangrijk?

De vertaling van missie en visie in houding en gedrag

51
Q

Stappen in risicomanagementproces?

A
  1. identificatie
  2. beoordeling
  3. beheersing
  4. monitoring en evaluatie
52
Q

Kwalitatieve bepaling risico:

A

De omvang duiden door effecten te omschrijven
Afzetten tegen andere risico’s
Kwalificatie: hoog-midden-laag

53
Q

Kwantitatieve bepaling risico:

A

Omvang exacter bepaald: rekenkundig en financieel

54
Q

Prouty benadering risico’s

A

Eerst geconstateerde risico’s de kans geschat hoe vaak het zich kan voordoen, vervolgens schatten hoe groot de impact kan zijn