Risicomaten Flashcards
Absolute risico (AR)
Aantal keer dat iets voorvalt gedeeld door de totale groep die de behandeling krijgt
a / (a+b) x 100%
Doe je voor de 2 groepen samen, dus het ene gaat om het risico als je wel blootstelling hebt en de ander als je geen blootstelling hebt
Absolute risico reductie (ARR)
Verschil tussen blootstelling en geen blootstelling, dus tussen 2 absolute risico’s.
De uitkomst geeft aan hoe vaak X voorkomt als je 100 mensen behandeld.
Number Needed to treat (NNT)
Hoeveel mensen moet je behandelen om 1 gunstige uitkomst te bereiken / 1 ongunstige uitkomst te voorkomen?
Is 100 % / ARR. Als hier bijv 30 uitkomt zeg je, je moet 30 mensen behandelen om het 1 x te voorkomen.
Relatief risico / Risico ratio (RR)
Verhouding van de kans op een negatieve gebeurtenis met en zonder risicofactor. Dus de kans dat je ziek wordt met een interventie delen door ziek zonder interventie.
Wat betekent RR = 1?
Dit betekent een neutrale risicoreductie. Oftewel het risico wordt 1 keer zo groot, dus blijft gelijk.
Wat betekent RR <1?
Stel risico is 0.9, dan is de kans 0.9 keer zo groot om ziek te worden met interventie dan zonder interventie. Dus de kans is dan kleiner.
Odds ratio
Verhouding tussen 2 odds. De waarschijnlijkheid dat iets wel en niet optreedt. Je deelt de verhouding van kansen.
Wat betekent OR = 1?
Er is geen overeenkomst tussen de 2 kansen.
Wat betekent OR = 0?
Een negatieve associatie tussen 2 kansen.
Wat betekent OR >1?
Een positieve associatie tussen 2 kansen.
Wat is de incidentie?
Hoeveel mensen ziek worden gedurende een bepaalde periode gedeeld door de gehele populatie
Wat is de prevalentie?
Hoeveel mensen zijn op dit moment ziek