Richtlijnen Flashcards
COPD
Wat is pluis en niet pluis bij DTF COPD patiënt?
Pluis = Gold 1 & 2 zonder functionele beperkingen en MRC < 2
Niet pluis = Gold onbekend, Gold 2 met functionele beperkingen, Gold 3, Gold 4, MRC > 2
COPD
Waar staan de GOLD-stadia voor bij COPD?
COPD
Waar staat de MRC schaal voor?
MRC = modified medical research council dyspneu schaal en heeft 5 gradaties:
1 = Ik ben nooit kortademig, tenzij bij extreme inspanning.
2 = Ik ben kortademig als ik bergop moet lopen.
3 = Ik kan leeftijdsgenoten op vlak terrein niet volgen.
4 = Ik word kortademig van 100 meter wandelen.
5 = Ik ben te kortademig om het huis te verlaten.
COPD
Wat is het Hoover-sign?
Het naar binnentrekken van de flanken tijdens een inademing, dit wordt veroorzaakt het inzakken van het diafragma?
COPD
wat is een abdominale paradox?
Het naar binnen bewegen van de buikwand tijdens de inspiratie
COPD
Wat is een respiratory alternans?
Het afwisselen van een thoracaal naar een abdominale ademhaling
COPD
Wat is een tracheobronchiale collaps
te weinig expiratiekracht en een inefficiënte hoest of huf.
COPD
Welke meetinstrumenten zijn te gebruiken voor patiënten met COPD?
Spirometer = voor FVC en Fev 1 (=Tiffeneau Index)
< 0,7 = COPD.
Peak-flowmeter = meten luchtstroom uit longen
Saturatiemeter = zuurstof in bloed meten (niet op duim)
92 % = afkappunt hypoxie
Hand-Held Dynamometer = isometrische kracht van bepaalde spiergroepen –> atrofie?
6 MWT = (met saturatiemeter + borgschaal dyspnoe en vermoeidheid)
Shuttle Walk Test = submaximaal inspanningsvermogeng
MRC-schaal & GOLD indeling
COPD
Welke vragenlijsten zijn toepasbaar bij COPD
CCQ: Clinical COPD Questionnaire = meten van de gezondheidsklachten
CRQ: Chronic Respiratory Disease Questionnaire = kwaliteit van leven meten
SGRQ: St George’s Respiratory questionnaire = meten beperking van alledaagse uitvoeringen bij COPD.
COPD
Op welke 2 (3) symptoomdomeinen kunnen we COPD-patiënten behandelen?
1) Kortademigheid, verminderde inspanning en verminderde fysieke capaciteit
2) Gestoorde mucusklaring
3) = educatie en zelfmanagement van de patiënt
COPD
Wat zijn de meest voorkomende behandeldoelstelling voor fysiotherapeustische interventies
- verminderen van de kortademigheid;
- verbeteren van het inspanningsvermogen en de fysieke
activiteit;
- verbeteren van de mucusklaring;
- verbeteren van de kennis, het zelfmanagement en het vertrouwen om dingen te kunnen uitvoeren.
COPD
Risicofactoren
Roken
Veel stof (schuren, stukadoor etc.)
Luchtvervuiling (fabrieken, snelweg.)
Genetische aanleg
Leeftijd
Infecties
Ouder dan 40 jaar (met uitzondering van Japan & China door hoge luchtvervuiling).
COPD
Wat is de minimaal vereiste informatie bij verwijzing naar een fysiotherapeut?
Medischediagnose
Medicatiegebruik
Comorbiditeit (specifiek gerelateerd aan inspanning)
Verslag laboratoriumtests: longfunctietest,maximale
inspanningstest met ecg en zuurstofsaturatie
Hartrevalidatie coronair lijden
In welke 4 fasen wordt de hartrevalidatie opgedeeld?
de preoperatieve fase (indien noodzakelijk)
de klinische fase (fase I)
de revalidatiefase (fase II)
de postrevalidatie- of nazorgfase (fase III):
Hartrevalidatie coronair lijden
Wat gebeurt er in de Preoperatieve fase?
De preoperatieve fase voor een patiënt wordt gestart als deze een score van 2 of meer op de PPC (postoperatieve pulmonale complicatie).
De preoperatieve therapie start bij voorkeur 4 weken voor de operatie.
Wordt aanbevolen bij: coronary-artery bypass graft (CABG) en/of klep- operatie
De behandeling in de preoperatieve fase:
- inspiratory muscle training (IMT) met gebruikmaking
van een threshold device:
- ademhalingsoefeningen;
- better in better out;
- airway clearance technieken.
Hartrevalidatie coronair lijden
Wat gebeurt er in de klinische fase?
Dit is de fasen net na de operatie en het moment dat de patiënt zich bevindt in het ziekenhuis.
Behandeling:
- Relatieve rust,
- Pulmonaire technieken,
o Aanleren ademhalings-, huf- en hoesttechnieken.
- ADL gerelateerde mobilisatie oefeningen,
- adviseren en informeren.
o Aard van de hartziekte / operatie,
o Vervolgtraject,
o Adequate manier omgaan met de (hart-)klachten,o Herkenning van overbelasting verschijnselen;
o Opbouw van belasting bij activiteiten thuis.
Als de patiënt medisch stabiel is volgt de mobilisatiefase. Hier dien je de patiënt zo spoedig mogelijk met dynamische mobilisatieoefeningen aan te bieden voor de grote spiergroepen, die worden uitgebreid tot lopen en traplopen. Het doel is om de patiënt te begeleiden tot het optimaal haalbare fysieke (ADL) functioneren,waarbij de patiënt 3 tot 4 MET’s activiteiten aan kan.
Hartrevalidatie coronair lijden
Wat gebeurt er in de revalidatiefase?
Diagnostisch proces =
- ernst, aard en de beïnvloedbaarheid van het het gezondheidsprobleem in relatie tot fysieke activiteit.
- hulpvraag
Screening
alle komen in aanmerking voor een screening en een intakegesprek
Lichamelijk onderzoek
- Analyse problematische ADL- handelingen d.m.v. PSK
- Kwaliteit van grondmotorische eigenschappen
-
Met de Shuttle walk test (SWT) of de 6-Minuten wandeltest (6MWT) wordt de functionele belastbaarheid bepaald.
Aan de hand van de MET-methode en/of de Specific activity Scale (SAS) kan de fysiotherapeut inschatten of een eventuele discrepantie tussen feitelijk en gewenst prestatievermogen met een adequaat beweegprogramma is te ondervangen.
De problematische activiteiten kunnen worden gescoord op duur en intensiteit, op ervaren vermoeidheid (Borg Rating of Perceived Exertion (RPE) scale 6-20) en eventueel op angst, pijn op de borst en kortademigheid (op de Angst-, Angina pectoris- en/of Dyspnoeschaal).
Algemene Doelen
- het leren kennen van de eigen fysieke grenzen
- het leren omgaan met fysieke beperkingen
- optimaliseren van het inspanningsvermogen
- het overwinnen van angst voor lichamelijke inspanning
- het ontwikkelen/onderhouden van een lichamelijk actieve leefstijl
Hartrevalidatie coronair lijden
Wat gebeurt er in de postrevalidatiefase?
De patiënt dient tijdens de hartrevalidatie voorlichting te krijgen over de noodzaak van (zelfstandig) bewegen en (gedurende en) na afloop van de revalidatieperiode te worden gestimuleerd om na de hartrevalidatie actief te blijven
Hartrevalidatiefase coronair lijden
Aerobe training bij coronair lijden
Aerobe interval training dient minimaal 20 tot 30 minuten te worden uitgevoerd voor ten minste 2 tot 3 keer per week, waarbij de intensiteit wordt opgevoerd van 50% tot 80% van de VO2max.
Hartrevalidatiefase coronair lijden
Wat wordt er getraind tijdens de mobilisatiefase?
- ADL gerelateerde oefeningen (lopen, traplopen.)
Doel: Patiënt te begeleiden tot het optimaal haalbare fysieke (ADL) functioneren
(≥ 3-4 MET’s)