Retoriek Flashcards
genus iudiciale
gerechtelijk pleiten; men moet een oordeel vellen, je moet dus iemand aanvallen of verdedigen
genus deliberativum
politieke redevoering; publeik moet een standpunt innemen, beslissing nemen of actie ondernemen
genus demostrativum
gelegenheidstoespraak, prubliek is de toeschouwer en je moet hen entertainen
logos
rationele argumenten aanbrengen; docere/probare
ethos
overtuigen door zijn persoonlijkheid, publiek inpalemen door sympatie -> imago van de spreker; delectare
pathos
het publiek zijn emoties opwekken; movere
attentum parare
de eventuele weerzin of verveling wordt doorbroken (kort); (delectare)
dolicem parrare
kort de essentie van de zaak en argumentatie meegeven; (docere)
benelovum parare / captation benevolentia
impalmen van publiek door gemoed te werken
status coniecturalis
vragen of centrale vraag of feiten bewezen zijn
status finitionus
de juridische omschrijving van de gebeurtenis gaan aanhalen: ongeval, zelfverdediging..
status qualitatis
de morele kwalificatie aanhalen; had men het morele recht om de moord te plegen
latinitas
grammaticaal correct taalgebruik, zuivere woordkeuze en juiste zinsbouw
perspicuitos
duidelijk en begrijpelijk taalgebruik
ornatus
versiering, stilistische verfraaing