rekenen met mol- chemisch rekenen Flashcards

1
Q

1u

A

= 1 unit
= massa van een proton of neutron (massa van een elektron is verwaarloosbaar)
= 1/ 12 massa C12-atoom
= 1, 66 . 10 ^-27 kg/u

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Massagetal

A

Z of atoomnummer (aantal protonen)+ aantal neutronen (variabel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

PSE gemiddelde relatieve atoommassa Ar

A

gemiddelde atoommassa van een element ( in units)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Het aantal deeltjes (of deeltjesaantal) N

A

is het product van de stofhoeveelheid (of molhoeveelheid) n en het getal (de constante) van Avogadro Na
N= n . Na
waarbij Na= 6,02 . 10^23 deeltjes per mol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

De molaire massa M

A

is de massa van 1 mol van een welbepaalde zuivere stof. Om de molaire massa van een stof te berekenen worden de molaire massa’s van de samenstellende atomen opgeteld, rekening houdend met de indexen. De eenheid van molaire massa is g/ mol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Het verband tussen massa m (in g), molaire massa M (in g/mol) en stofhoeveelheid n (in mol) is het volgende

A

n= m/M

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

van mol n naar gram m

A

m= n . M
stofhoeveelheid n= in mol
molaire massa M= in g/ mol
massa m= in gram

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

van aantal deeltjes N naar aantal mol n

A

n= N/ Na
aantal deeltjes N= in aantal deeltjes
getal van avogadro Na= aantal deeltjes/ mol
stofhoeveelheid n= aantal mol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly