rekenen met mol- chemisch rekenen Flashcards
1u
= 1 unit
= massa van een proton of neutron (massa van een elektron is verwaarloosbaar)
= 1/ 12 massa C12-atoom
= 1, 66 . 10 ^-27 kg/u
Massagetal
Z of atoomnummer (aantal protonen)+ aantal neutronen (variabel)
PSE gemiddelde relatieve atoommassa Ar
gemiddelde atoommassa van een element ( in units)
Het aantal deeltjes (of deeltjesaantal) N
is het product van de stofhoeveelheid (of molhoeveelheid) n en het getal (de constante) van Avogadro Na
N= n . Na
waarbij Na= 6,02 . 10^23 deeltjes per mol
De molaire massa M
is de massa van 1 mol van een welbepaalde zuivere stof. Om de molaire massa van een stof te berekenen worden de molaire massa’s van de samenstellende atomen opgeteld, rekening houdend met de indexen. De eenheid van molaire massa is g/ mol
Het verband tussen massa m (in g), molaire massa M (in g/mol) en stofhoeveelheid n (in mol) is het volgende
n= m/M
van mol n naar gram m
m= n . M
stofhoeveelheid n= in mol
molaire massa M= in g/ mol
massa m= in gram
van aantal deeltjes N naar aantal mol n
n= N/ Na
aantal deeltjes N= in aantal deeltjes
getal van avogadro Na= aantal deeltjes/ mol
stofhoeveelheid n= aantal mol