rekenen Flashcards

1
Q

1.Verandering in % =

A

(nieuw-oud) : oud x 100%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

1.Getal =

A

percentage : 100 x totaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

1.Percentage =

A

gevraagd aantal : totaal x 100%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

1.Prijsverschil in procenten =

A

prijsverschil : prijs waarmee je vergelijkt x 100%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

2.Van week naar maand =
van maand naar week =

A

weekbedrag x 52 : 12

maandbedrag x 12 : 52

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

2.Reservering per maand =

A

benodigd bedrag : aantal maanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

2.Nieuw saldo =

A

oud saldo + ontvangsten - betalingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

2.Rente =

A

rentepercentage : 100 x spaarbedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

2.Kredietkosten =

A

termijnbedrag x aantal termijnen - krediet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

3.Afschijving per jaar =

A

(aanschafprijs - restwaarde) : aantal gebruiksjaren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

3.Kostprijs per product =

A

(vaste kosten + variabele kosten) : aantal producten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

3.FORMULE verkoopprijs en consumentenprijs

A

inkoopprijs
bruto verkoopprijs+
verkoopprijs
btw+
consumentenprijs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

3.Omzet =

A

afzet x verkoopprijs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q
  1. FORMULE resultaatberekening
A

omzet
inkoopwaarde-
brutowinst
bedrijfskosten-
nettoresultaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

3.Prijs exclusief btw 21% =
prijs exclusief btw 9% =

A

prijs inclusief 21% btw : 121 x 100
prijs inclusief 9% btw : 109 x 100

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

3.Arbeidsproductiviteit per peridode =

A

totale productie per periode : aantal werknemers

17
Q

3.Marktaandeel =

A

eigen afzet : totale afzet x 100%

18
Q

4.Nettoloon =

A

brutoloon - loonheffing

19
Q

5.Exportquote =
importquote =

A

exportwaarde : nationaal inkomen x 100%

importwaarde : nationaal inkomen x 100%

20
Q

6.Inkomen per hoofd van de bevolking =

A

nationaal inkomen : aantal inwoners