Reis Tijdscapsule Flashcards

1
Q

Wat is een silex?

A

Een harde steen die gebruikt wordt om vuur te maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een mammoet?

A

Een uitgestorven dier, een harige olifant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een ijstijd?

A

Een langere periode waar het heel koud is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe werd door de ontdekking van het vuur het leven van de mens makkelijker en aangenamer?

A

Hij kon in koudere gebieden gaan wonen, verdedigen tegen wilde dieren,voedsel verwarmen en’s avonds buiten komen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarvoor werd een dierenhuid gebruikt bij de eerste mensen?

A

Voor kledij,mantels,schoenen en tenten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarvoor werd dieren lees gebruikt bij de 1e mens?

A

Voor voedsel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waarvoor werden de beenderen en pezen van dieren gebruikt bij de 1e mens?

A

Voor naald en draad om te naaien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarvoor werd vuur gebruikt in grotten?

A

Om te verlichten, verwarmen,roosteren, dieren weg te jagen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarvan maakte men huizen?

A

Eerst van hout en dierenhuid,later van leem of klei.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe begraaft de 1e mens de doden?

A

In grafgiften( sieraden, potten, gereedschap,wapens), grafheuvels (meerdere mensen,kist,urne), of een hunnebed ( stenen in kring, leem).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de belangrijkste veranderingen van australopithecus naar Homo sapiens?

A

Op 2 voeten lopen + hersenontwikkeling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Geef 6 kenmerken van de australopithecus.

A

Minder hersenen, kleiner, geen werktuigen, loopt meer gebogen, meer behaard, naakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke mens is de enige die overbleef na de evolutie?

A

De Homo sapiens.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Op welke manier heeft de primitieve mens een lange evolutie achter de rug?

A

Hij liep vaker op 2 voeten, kreeg grotere hersenen en leerde betere werktuigen maken. Ze trokken minder rond en mannen en vrouwen gingen samen op jacht ( rotsschilderingen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Van wanneer tot wanneer liep de prehistorie?

A

3800 v Chr tot 500 na Christus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is het Romeinse Rijk?

A

Het begon als een kleine nederzetting op de heuvels van de stad Rome en groeide uit tot een machtig rijk dat grote delen van Europa, Noord Afrika en Midden Oosten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Geef 6 elementen die wij van de Romeinen hebben overgenomen.

A

1) ontbijt: fruit 2) kam, 3) huis 4) parfum 5) munten , 6) spiegel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Geef 6 Romeinse bouwwerken

A

Aquaduct, amfitheater, tempel, heirbaan, circus, triomfboog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Hoe hoger je in een insula woonde, hoe goedkoper. Waarom?

A

Er waren geen liften, riolen of brandtrappen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Waarvoor dient de watergeul bij een openbaar toilet of latrine?

A

Daar liep stromend water waarmee je doorspoelde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is een toga/palla?

A

Lang stuk stof dat alleen werd gedragen bij belangrijke gebeurtenissen.

22
Q

Wat is een tunica?

A

Een kort kledingstuk zodat je makkelijk kon bewegen tijdens het werk.

23
Q

Wat is een harnas?

A

Metalen borstplaten die je moesten beschermen in een gevecht.

24
Q

Wat is Gallië?

A

Het gebied waar ten tijde van de Romeinen België lag. De meeste inwoners waren gewone boeren. De Romeinse veldheer Julius Caesar veroverde dan ook makkelijk deze gebieden met zijn goed getrainde leger. Caesar werd de baas van Gallië.

25
Q

Van wanneer tot wanneer liepen de middeleeuwen?

A

600-1500 na Christus.

26
Q

Wat betekent het kruis op het schild van de kruisvaarders?

A

Het kruis staat symbool voor de strijd die men levert als christenen.

27
Q

Wat zijn kruistochten?

A

Lange moeilijke tochten ( minstens 3j) te voet door grote groepen Christenen,omdat de paus had opgeroepen om Jeruzalem te bevrijden(nu Arabieren de baas). Veel kruisvaarders hadden een rood kruis op hun kledij, en vele stierven.

28
Q

Geef de klassenpiramide van hoog naar laag.

A

Geestelijken, adel, ridder, vrije boer, lijfeigenen

29
Q

Wat zijn kantelen?

A

Burchten zorgden voor bescherming tegen aanvallers. De hoge stenen muren met schietgaten en kantelen boden de mensen rond de burcht een veilige plaats.

30
Q

Wat zijn lijfeigenen?

A

Slaven die rond de burcht woonden in lemen hutjes. Ze bewerkten het land van de kasteelheer/burcht heer (ridder, graaf of hertog)en moesten het grootste deel van de oogst afgeven. Ze waren eigendom van de burchtheer.

31
Q

Wat is een miniatuur?

A

Een letter in een boek die met tekeningen is versierd.

32
Q

Hoe leefden mensen in de middeleeuwen?

A

Er ontstonden meer en meer steden. De poorters woonden binnen de muren van de stad. In de nauwe straatjes was er gevaar voor ziektes, rovers en branden. De meesten mannen hadden een ambacht ( smid,bakker…) en zaten in een vereniging die de regels bepaalde (een gilde).

33
Q

Van wanneer tot wanneer liepen de nieuwe tijden?

A

1500 na Christus- 1945

34
Q

Welke koloniale waren werden van Noord Amerika naar Europa gebracht?

A

Katoen, tabak, cacao, zilver/goud

35
Q

Welke nijverheidsproducten werden van Europa naar Afrika gebracht?

A

Textiel, buskruit, wapens en drank

36
Q

Welke producten werden van Afrika naar Amerika gebracht?

A

Slaven, goud,ivoor.

37
Q

Wanneer werd de eerst stoomboot uitgevonden en hoe ging dat?

A

Begin jaren 1800. Een van eerste was de Savannah,die in 1829 de Atlantische Oceaan overstak. Hij deed er 27 dagen over om van Amerika naar Europa te varen(nu 1 week).

38
Q

Welke stoommachine werd in 1825 uitgevonden en door wie?

A

De locomotief door Stephenson. 10 jaar later reden de 1e locomotieven in Brussel en werd het plots veel makkelijker om naar een andere stad te gaan.

39
Q

Welke grote uitvinding om zich te verplaatsen vonden de broers Montgolfier uit?

A

De luchtballon: in 1783 vond de eerste vlucht met een luchtballon met mensen plaats.

40
Q

Welk vervoermiddel bouwde men tijdens de oorlog,omdat dit belangrijk was om de strijd te winnen?

A

Vliegtuigen. De eerste vlucht maakte de broers Wright in 1903. Na de oorlog bouwde men de 1e passagiersvliegtuigen.

41
Q

Welk vervoermiddel vond Carl Benz uit?

A

De auto: in 1886 vond hij het 1e benzinemotorvoertuig uit. Hij reed 15km/u en nam hier een patent op(niemand mocht dat namaken). Rijke mensen verplaatsen zich vanaf dan met de auto.

42
Q

Wat is een beluik?

A

Een smal straatje met erge stank waar de mensen buiten naar toilet gingen(geen badkamers in de kleine donkere huisjes van arbeiders).

43
Q

Hoe deden de vrouwen de was in de Nieuwe tijden?

A

In grote ovalen bakken van metaal wasten ze met de hand,en daarna ophangen,buiten in het beluik.

44
Q

Beschrijf een arbeiderswoning in de nieuwe tijden.

A

Verwarmen en koken met fornuis, lampen, heel gezin in 1 bed, vocht en schimmel.

45
Q

Wat heeft de werklieden partij veranderd met vb stakingen?

A

Niet meer werken op zondag, zieken
Zieken,invaliden en werklozen kregen hulp
Minder hongersnood
Leerplicht kinderen ipv werken in fabriek(20e eeuw)

46
Q

Wat vond men einde nieuwe tijden uit dat voor veel verandering zorgde?

A

De stoommachine. Samen met de grondstoffen van de kolonies verwerkte men die in fabrieken en mijnen. Arme boeren en kinderen werkten daar(slecht behandeld en slecht betaald). 1914: einde kinderarbeid.

47
Q

Welke 3 dingen gebeurden er in de nieuwe tijden?

A

1) schepen en kompas: nieuwe gebieden ontdekken (slaven,kolonisatie)
2) uitvindingen en fabrieken: niet goed behandeld=> protest => wetten
3) stoommachine: geen handenarbeid meer, stoomboten, stoomtrein, motorvliegtuig

48
Q

Zet de juiste dingen bij de juiste tijd. Tijd: prehistorie, oudheid, middeleeuwen, nieuwe tijd
Dingen:stoomboot, burcht, hutje/tent, amfitheater

A

Prehistorie: hutje/tent Oudheid: amfitheater, Middeleeuwen: burcht, Nieuwe tijd: stoomboot

49
Q

Sinds begin 20e eeuw veranderde veel: techniek werd beter, auto,s, schepen, vliegtuigen en ruimtetuigen, zelfs tv en internet, en ook ontspanning. De kloof tussen arm en rijk werd groter en er waren 2 wereldoorlogen. Welke problemen staan ons in de toekomst te wachten?

A

Opwarming van de aarde, terrorisme, vluchtelingen, kloof arm-rijk

50
Q

Waarom gebruikt men bij de bouw van bruggen bogen of driehoeken?

A

Constructies moeten heel wat druk weerstaan van het gewicht. Bogen sturen de druk op de brug naar de oevers. Driehoeken zijn dan weer vormvast.