Regelmatge Flashcards
1
Q
Parler
A
Spreken
2
Q
Tomber
A
Vallen
3
Q
Aimer
A
Houden van
4
Q
Aimer
A
Houden van
5
Q
Jouer
A
Spelen
6
Q
Fermer
A
Sluiten
7
Q
Danser
A
Dansen
8
Q
Chanter
A
Zingen
9
Q
Aider
A
Helpen
10
Q
Rentrer
A
Terug naar huis gaan
11
Q
Adorer
A
Gek zijn op
12
Q
(Re) trouver
A
(Terug)vinden
13
Q
Chercher
A
Zoeken
14
Q
Demander
A
Vragen
15
Q
Visiter
A
Bezoeken