reformatie Flashcards

1
Q

aanloop tot reformatie

A
  • twee pauzen

- jan husb wou terug naar leven in armoede

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

concillie

A

vergaderinf van christelijke kerkleiders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

ketter

A

afvallige, persoon die afwijkt van officiële leer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

herroepen

A

intrekken, afzeggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is de reformatie?

A

in de 16e eeuw was er een grote breuk in de kerk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

voorgangers reformatie

A

Jan Hus en Savonarola

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hoe eindigde jan hus?

A

op de brandstapel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

waarin geloofde Jan Hus?

A

er zullen in de toekomst meer mensen zullen opstaan en de Kerk niet iedereen zal kunnen stoppen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

was Jan Hus zijn voorspelling correct?

A

ja, honderd jaar later verkondigt Luther zijn nieuwe leer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

waarop uitte Savonarola kritiek?

A

op het rijkdom van de kerk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

tegen wie richtte Savonarola zich?

A

tegen geestelijken, ze moeten zich van hem bezighouden met hun werk en teruggeven aan armen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

waarom werd Savonarola opgehangen op een groot plein?

A

kerk wou toekomstige hervormers waarschuwen, dit zal er gebeuren als men in opstand komt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

waarom was iedereen extreem gelovig in die tijd?

A

het laatste oordeel, men wou in de hemel eindigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

verdoemen in hel

A
  • slechte mensen naar hel
  • worden gemarteld
  • duivels
  • vuur en vlammen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

uitverkoren in paradijs

A
  • goede mensen
  • hemel
  • engelen
  • muziek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

slechte karakters van priesters?

A
  • begrepen geen Latijn
  • waren niet opgeleid
  • houden zich niet aan celibaat
  • stiekem drinken, leven niet sober
17
Q

aflatenhandel

A

kwijtschelden van zonden door ze af te kopen

18
Q

simonie

A

verkopen van geestelijke ambten aan onbevoegden

19
Q

nepotism

A

benoemen van gunstelingen uit familie

20
Q

waarvoor gebruiken pauzen zoveel geld?

A

paleizen en kunst

21
Q

Maarten Luther

A
  • vrede sluiten met God
  • Sola Fideprincipe
  • kerk liegt
22
Q

sola fideprincipe

A

mensen kunnen enkel genade krijgen door hun geloof, moesten vertrouwen in God

23
Q

wat ging vooraf aan de reformatie?

A
  • maatschappelijke crisis
  • wantoestanden in kerk
  • kritiek van humanisten
24
Q

wat had maarten luther gedaan?

A

hij stelde 95 stellingen op en nagelde die aan de deur van de slotkapel van Wittenburg

25
in welk jaar stelde luther zijn stellingen voor?
1517
26
wat wilde luther bereiken met zijn stellingen?
- kerk laten inzien dat ze fout bezig zijn | - terugkeren naar kern van geloof
27
bul
officieel document van pausen
28
wat deed luther dat tot een definitieve breuk met de kerk leidde?
hij verbrandde de pauselijke bul in het openbaar
29
wat gebeurde er na luther de bul had verbrand?
- vogelvrij verklaard | - gevangengenomen
30
oprichter lutheranisme
Maarten Luther
31
waar ontstond het lutheranisme?
Duitsland
32
kenmerken van Lutheranisme
- geloof + bijbel | - afschaffing celibaat en paus
33
oprichter Calvinisme
Johannes Calvijn
34
waar ontstond het Calvinisme?
Frankrijk
35
kenmerken Calvinisme
- predestinatie | - streng
36
oprichter Anglicanisme
Hendrik VIII
37
waar ontstond het Anglicanisme?
Engeland
38
kenmerken Anglicanisme
- vorst is leider | - scheiden