Reflecteren H4 Flashcards
Reflecteren is wat voor vorm van leren?
Ervarings-leren
Leercyclus van Kolb
Je doet ervaring op
Kijkt hier op terug
Haalt er uit wat belangrijk voor je is
Mogelijk pas je nieuw gedrag toe in een nieuwe situatie
De doener
Accomodeerder –> heel praktisch gericht, accent ligt op concrete ervaring en actief experimenteren. Hoe bruikbaar is de aangereikte kennis, dan uitproberen en oefenen.
Bezinner/beschouwer
Divergeerder –> brengt graag nieuwe ideeen naar voren, heeft ruimte nodig voor eigen inbreng. Hij bekijkt de situatie vanuit verschillende invalshoeken.
Denker
Assimilator –> werkt het liefste op een manier waarin hij eerst theoretische modellen kan beredeneren en vormen. Daarna wil hij oefenen om ze vervolgens in de praktijk uit te proberen.
Beslisser
Convergeerder –> houdt van een gestructureerd, informatief programma en heeft een voorkeur voor technische kwesties. Hij houdt van situaties waarin 1 oplossing mogelijk is.
Ruijters’ vijf categorieen leervoorkeuren (2006):
- de kunst van afkijken –> leren door observeren
- Participeren –> leren samen met anderen
- Kennis verwerven –> leren van vakmensen, experts
- Oefenen –> leren onder begeleiding
- Ontdekken –> leren door het zoeken van een eigen weg
Ruijters’ drie denkgewoonten:
- Constructie –> hoe bouw jij aan een oplossing? Welke elementen gebruik je? (denk aan voorkennis, hypothesevorming, nieuwe ideeen)
- Interactie –> hoe gebruik je informatie van externen? (denk aan nieuwe kennis en inzichten, andere gezichtspunten en meningen)
- Reflectie –> hoe zet je tijd en moeite in om terug te blikken en nieuwe kennis en inzichten te integreren?
Groepsdimensie
de eisen die de uitoefening van het specifieke beroep of de functie stelt
Persoonsdimensie
de gedragspatronen en vaardigheden waarover degene die het beroep of de functie uitoefent als zich ontwikkelde persoon beschikt
Drie vormen van reflectie (volgens Siegers):
- achteraf (terugzien op betekenisvolle situatie)
- tijdens het handelen (reflectie in actie)
- vooraf (anticiperen op hetgeen gaat gebeuren)
Verschil tussen iets meemaken en iets ervaren:
Meemaken –> je staat er bij en kijkt er na
Ervaren –> je doorleeft het zelf
Subjectieve theorieen
je leert in je leven gedragspatronen die jou helpen staande te houden in verschillende situaties. Je ontwikkeld opvattingen over goed/fout, over omgang met mensen, over de jou omringende maatschappij.
Spiraalmodel voor reflectie Korthagen
- handelen/ervaring
- terugblikken –> wat is er gebeurd?
- bewustwording van essenciele aspecten –> wat vond ik daarin belangrijk?
- alternatieven ontwikkelen en daaruit kiezen –> tot welke voornemens of leerwensen leidt dat?
- uitproberen
Expliciteren
uitdrukkelijk benoemen