rechtstaat Flashcards
Rechtsstaat
Staat waarin burgers met grondrechten beschermd worden tegen de macht en willekeur door de overheid.
Sociaal contact
Burgers en (gekozen) bestuurders hebben plichten naar elkaar.
Absolute macht
Als één iemande de macht heeft en met willekeur regeert.
Constitutionele monarchie
Besturingssysteem waarbij de koning gebonden is aan de grondwet.
Grondrechten
Rechten di zo fundamenteel zijn voor de vrijheid, ontplooiing, het welzijn en de bescerming van het individu en van groepen, dat ze in de grondwet zijn vastgelegd.
Legaliteitsbeginsel
De overheid mag alleen beperkingen opleggen aan de vrijheid van burgers als die beperkingen in wetten zijn vastgelegd en voor iedereen gelden.
Maat en regel
Bestuurdes zijn gebonden aan wetten (regels) en kunnen niet zomaar buitensporige straffen opleggen zonder tussenkomst van een onafhankelijke rechter (maat).
Dictatuur
Éen machthebber of één partij bepaalt, vaak willekeurig, wat de regels zijn.
UVRM
Universele Verklaring van de Rechten van de Mens
EVRM
Europees Verdrag van de Rechten van de Mens
Ondergrens
Er is een moment waarop een staat geen rechtsstaat meer is. Dit gebeurt als de uitgangspunten van een rechtstaat (legaliteitsbeginsel, Trias Politica, grondrechten) gewaarborgd zijn.
Grondwet
De belangrijkste wet die we hebben.
Constitutie
Constitutie is een ander woord voor grondwet. Betekent letterlijk ‘bottenstelsel’.
Ministeriële verantwoordeljkheid
De minister zijn voor de konig verantwoordelijk.
Censuskiesrecht
Dat aanvankelijk alleen mannen die directe belastingen betaalden mochten stemmen.
Klassieke grondrechten
Grondrechten en burgelijke vrijheden. (art. 1 t/m 18) (overheid is passief)
Sociale grondrechten
De overheid heeft een zorgplicht tegenover de burgers op het gebied van vanalles. (art. 19 t/m 23) ( overheid is actief)
Horizontale werking
Verhoudingen tussen burgers onderling.
Verticale werking
Verhouding tussen burgers en overheid.
Wetgevende macht
Algemene wetten maken, wijzigen of intrekken.
Uitvoerende macht
De wetten in concrete gevallen toepassen.
Rechterlijke macht
In geval van onenigheid oordelen over wetten en bij alle conflicten die met rechtstegels konden worden opgelosd, rechtspreken.
Checks and balances
De drie machten weerhouden elkaar van het veroveren van te veel macht (checks) en houden elkaar daarmee in balans.
Ministers
Minister hebben de uitvoerende macht. (wordt door parlement gecontroleerd)
Vierde macht
Ambtenaren, omdat zij bij de totstandkoming en de uitvoering van wetten vaak zelfstandigen beslissingen nemen die deminisster nooit helemaal kan controleren.
Jurisprudentie
Uitspraken van (andere) rechters.
Dualistisch stelsel
Dat er een duidelijke taakverdeling is tussen het parlement en de regering.
Rechtsorde
Rechtregels en de manier waarop het recht is georganiseerd.
Rechtregels
Gedragsregels die wettelijk door de overheid zijn vastgelegd.
Sociale regels
Meestal niet opgeschreven, beoordeling of je wel of geen rekening met andere houdt.
Morele regels
Zwaardere lading, beoordeeling van goed of kwaad.
Privaatrecht
Regelt horizontale werking.
Publiekrecht
Regelt verticale werking.
Personen- en familierecht (Privaatrecht)
Huwelijk, geboorte, overlijden, echtscheiding, adopteren.
Ondernemingsrecht (Privaatrecht)
Stichting, vereniging of een bv oprichten.
Vermogensrecht (Privaatrecht)
Huurovereenkomst, arbeidsovereenkomst e erfenis.
Staatsrercht (Publiekrecht)
Grondwet, bevoegdheden van ministers, rechten 2e kamer en kiesrecht.
Bestuursrecht (Publiekrecht)
Vrgunningen, ruimtelijke ordeningen en belastingen.
Strafrecht (Publiekrecht)
Strafbepalingen.