Rechtsfilosofie A Flashcards
formele theorie
stelt alleen eisen aan de vorm van de wetten, hoe ze tot stand moeten komen
substantieve theorie
stelt wel eisen aan de inhoud van de wetten
positivisme
het geldend recht bestaat uit de wetgeving die is uitgevaardigd door de aangewezen autoriteit
natuurrecht
recht ontleent zijn werking aan de morele status. Het is goddelijk recht, van nature gegeven
Vier verschillende wetten van Thomas van Aquino
- de eeuwige wet: kosmos zoals deze door god geordend is
- de natuurlijke wet: de eeuwige wet voor ons voor zover wij die eeuwige wet kunnen kennen
- menselijke wetten: de positieve wetten (geldend recht)
- goddelijke wetten: regels die god ons door middel van de openbaring kenbaar heeft gemaakt
Criteria om een geldige wet te zijn (Thomas van Aquino)
- Publiekelijk afgekondigd
- ordening van de rede
- gemeenschappelijke goede
- autoriteit heeft de wet gemaakt
- wetten hebben dwingende kracht
wetten kunnen op 4 manieren onrechtvaardig zijn (Thomas van Aquino)
- het doel van de wet: tirannie
- Onbevoegde autoriteit
- ongelijke lasten
- tegengesteld aan het goddelijke goede
de 3 a priori’s van recht (Radbruch)
- rechtvaardigheid als gelijkheid
- doelmatigheid
- rechtszekerheid
rechtvaardigheid als gelijkheid
gelijke gevallen moeten gelijk behandeld worden, ongelijke gevallen moeten ongelijk behandeld worden
doelmatigheid
Doelen worden afgeleid uit bepaalde waarden. op basis van deze waarden krijgt het recht een concrete inhoud in een samenleving. Kernwaarden: individuele ontplooiing, de staat, werk en cultuur
rechtszekerheid
Wil iets recht zijn, dan moet het positief recht zijn. Rechtszekerheid is het belangrijkste
Vroege Radbruch
Rechters moeten het recht toepassen. De juistheid van het recht is afgeleid van het feit dat het gesteld is. De rechters hanteren een strikte scheiding tussen recht en moraal
Late Radbruch
Rechters moeten onrechtvaardige wetten niet toepassen. Het recht moet niet te ver afwijken van de rechtvaardigheid. Er is enigszins een band tussen recht en moraal
De wet volgens John Austin (beveltheorie)
- Een wet reguleert ons handelen: verbiedt of gebied een handeling
- Een wet dreigt met een sanctie: is er geen sanctie, dan geen wet!
- Een wet is algemeen van vorm: moet altijd gelden
de plicht (John Austin)
Volgt er geen sanctie, dan heb je ook geen plicht
Wat wil Hart voorkomen met de scheiding van recht en moraal
- Als je het onderscheid niet maakt wordt het voor revolutionairen verleidelijk om te stellend at iets wat hen niet zint, geen recht is
- Conservatieven zullen zonder dit onderscheid juist stellen dat omdat het recht is het ook moreel klopt
Kritiek van natuurrecht op de scheiding
- De beveltheorie is onjuist, dus is de scheiding dat ook
- Het formalisme is onjuist, dus de scheiding ook
- Scheiding leidt tot klakkeloos toepassen van kwaadaardige wetgeving
Formele theorieën (Tamanaha)
1. Rule by law
Overheid moet via de wet optreden. Deze theorie kan makkelijk worden ingezet voor autoritaire regimes. Het beschermt ons niet tegen overheidsoptreden
Formele theorieën (Tamanaha)
2. Formal legality
De rechtsstaat functioneert als een formele beperking van de staatsmacht. De overheid moet handelen in overeenstemming met de wet.
Wetten moeten duidelijk, algemeen en kenbaar zijn. Nog steeds niks over de inhoud van de wet
Formele theorieën (Tamanaha)
3. Formal legality + democracy
Formeel aspect: wetten moeten duidelijk, algemeen en kenbaar zijn. Daarbij komt democratie: de inhoud van de wet moet de uitkomst van een democratisch proces zijn. Stelt nog steeds geen eisen aan de inhoud
Substantiële theorieën
1. Individual rights theory
Geen onderscheid tussen rechtsstaat en substantiële rechtvaardigheid
- Antidemocratisch: niet alleen alles wat de meerderheid wil kan worden aangenomen in de rechtsstaat
- Heerschappij van rechters: ook wel dicastocratie genoemd.
Substantiële theorieën
2. Waardigheid-theorie rechtsstaat
Grotendeels hetzelfde als de individual Rights theory, maar de rechten zijn gebaseerd op het meer ongrijpbare concept van waardigheid
Substantiële theorieën
3. Welfarist theory
Deze theorie voegt sociaaleconomische fundamentele rechten toe. Verschillende soorten rechten zijn allemaal afhankelijk van elkaar. Alles wordt in de rechtsstaat gepropt, waardoor het betekenis verliest
8 vereisten aan een wet (Lon Fuller)
- Een wet moet algemeen zijn
- Een wet moet gepubliceerd zijn
- Een wet mag geen terugwerkende kracht hebben
- Een wet moet duidelijk en begrijpelijk zijn
- Regels mogen onderling niet tegenstrijdig zijn
- Een wet moet mogelijk zijn om te gehoorzamen
- Wetgeving moet stabiel zijn (niet te vaak veranderen)
- Correspondentie tussen de regel en de uitvoering daaraan