Rechten Flashcards
Klassieke grondrechten van NL
Iedereen moet gelijk worden behandeld, discriminatie is verboden op alle gebieden, vrijheid van burgers
Sociale grondrechten (sinds 1983)
Bescherming door de overheid zoals ; recht op onderwijs, recht op gezondheidszorg, recht op woongelegenheid, recht op bewoonbaarheid (bescherming tegen rivier en water), recht op werk, recht op rechtsbijstand
Grondwet van Thorbecke (1848)
De koning verloor heel veel van zijn rechten, nederland werd een constitutionele monarchie (land met een regering en een grondwet met als staatshoofd een koning) en koning Willem 3 vond dit niet leuk, omdat hij daardoor nu ook bijna geen macht meer had (macht werd overdragen naar de ministers, hun waren verantwoordelijk voor de koning)
1895
Algemeen mannen kiesrecht
Armenwet (1854)
Armenzorg moest worden overgelaten aan de kerk, overheid kreeg er niets over te zeggen
Ongevallenwet (1901)
Regelde dat arbeiders door een ongeval tijdens hun werk een uitkering kregen
Woningenwet (1901)
Regering stelde bepaalde eisen aan woningen die werden gebouwt
Grondwetswijziging 1917
Algemeen kiesrecht (actief en passief kiesrecht voor mannen / vrouwen alleen passief kiesrecht)
1919
Algemeen kiesrecht voor vrouwen
Caoutchouc-artikel (rubber artikel) 1887
Hierin werd het kiesrecht toegekend aan alle volwassen mannelijke inwoners die konden aantonen dat zij beschikten over “kenteekenen van geschiktheid en maatschappelijke welstand”
Censuskiesrecht
Is sprake als bij verkiezingen het stemrecht is voorbehouden aan personen die vermogend genoeg zijn om minimaal een bepaald bedrag aan belastingen te betalen