Recht 1 t/m . Flashcards
Ons recht bestaat uit rechtsbronnen. Dat zijn:
- Wetten Geschreven recht
- Verdragen Internationale overeenkomst tussen een of meer landen.
- Jurisprudentie Rechtersrecht
- Gewoonte Ongeschreven recht
Wat is een wet?
Een geschreven rechtsregel.
Codificeren:
Het systematisch opnemen van regels in wetten
Wet in materiële zin
:Een wet die voor herhaalde toepassing vatbaar is en algemene regels
bevat. Zegt iets over de inhoud van de wet.
Bijvoorbeeld: Burgerlijk Wetboek, Wetboek van Strafrecht, Algemene
wet Bestuursrecht, Algemene maatregelen van bestuur, Provinciale
verordeningen, Gemeentelijke verordeningen.
Wet in formele zin
Gezamenlijk besluit van de Regering en Staten Generaal (art. 81
Grondwet). Zegt iets over de maker van de wet.
Bijvoorbeeld: Burgerlijk Wetboek, Wetboek van Strafrecht, Algemene
wet Bestuursrecht, Begrotingswet, Toestemmingswet.
Verdrag
Internationale overeenkomst tussen twee of meer landen. Bijvoorbeeld:
EU-verdrag, het Verdrag betreffende de status van vluchtelingen en
het Verdrag inzake de rechten van het kind.
Self-executing:
Als een verdragsbepaling de burger rechtsreeks bindt. Gevolg ze
kunnen nationale wetgeving beperken of helemaal opzij zetten.
Jurisprudentie
Uitspraken van rechters.
Bij jurisprudentie zal de rechter, omdat de wet niet altijd even duidelijk is, de wet uitleggen
(interpreteren)
Vonnis:
Uitspraak van de rechtbank.
Arrest:
Uitspraak van het gerechtshof of Hoge Raad.
Gewoonterecht:
Ongeschreven recht omdat deze regels niet in een wet zijn
opgenomen.
Privaatrecht
Regelt de relatie tussen burgers onderling
Publiekrecht:
Regelt de relatie tussen overheden onderling en tussen overheid en
burger (let op: de overheid moet dan wel als overheid handelen).
Objectief recht
Het geheel van geschreven en ongeschreven regels. (alle wetten)
Subjectief recht
Een individueel recht dat aan de objectief recht ontleend kan worden.
Dwingend recht:
Recht waarvan je niet mag afwijken. Een afwijkende afspraak is nietig.
(bijvoorbeeld verbod op diefstal).
Aanvullend recht:
Vult afspraken aan over onderwerpen die partijen niet hebben
geregeld. Geldt alleen als beide partijen niets geregeld hebben.
Regelend recht:
Wetgeving waarvan door middel van afspraak wel van afgeweken mag
worden
Materieel recht:
rechtsregels die rechten en plichten van partijen regelen.
Formeel recht:
regels die aangeven hoe het materiële recht gehandhaafd kan worden
Verbintenis:
een juridische relatie tussen twee of meer personen. Het is een
combinatie van recht tegenover plicht.
Een verbintenis is een rechtsbetrekking tussen personen waarbij de één een relatief recht
heeft op een bepaalde prestatie en de ander verplicht is die prestatie te leveren en daarbij
geldt dat het recht afdwingbaar is. Het nakomen van de plicht is dus via de rechter af te
dwingen.
Verbintenissen kunnen ontstaan uit:
- De Wet; schade veroorzaken bij een ander wettelijke schadevergoedingsplicht.
- Een overeenkomst; werknemer heeft recht op loon als hij arbeid heeft verricht voor
zijn werkgever. - Rechterlijke uitspraken; rechter bepaalt dat een onderneming schadevergoeding
moet betalen wegens contractbreuk.
Relatief recht:
als je een recht alleen maar tegenover één bepaalde persoon (of bepaalde
personen) kunt uitoefenen. (ookwel persoonlijk recht). Bijvoorbeeld recht op loon, recht op
betaling en recht op levering. Let op: er staat altijd een plicht tegenover!
Absoluut recht:
het recht dat je tegenover iedereen kan laten gelden (bijvoorbeeld
eigendomsrecht) bijvoorbeeld eigendomsrecht, octrooirecht.