Random Flashcards

1
Q

Multipel myeloom (ziekte van Kahler) acroniem

A

CRAB
C - hypercalcemie
R - renal insufficientie
A - anemie
B - botlaesies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat betekent monosomie 7 op de prognose van acute myeloide leukemie?

A

Slechtere prognose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Gevolg thoracale bestraling bij M. Hodgkin

A

Hogere kans op mammacarcinoom door schade aan weefsel.
Hogere kans op coronarialijden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Voorkeursorganen hematogeen metastasen

A

Long en lever

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

HPV geassocieerde vormen van kanker

A

Cervixcarcinoom, anuscarcinoom, oropharynxcarcinoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hyponatriëmie als gevolg van SIADH komt voor bij?

A

Longkanker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Kenmerken familiaire adenomateuze poluposis (FAP)?

A

Extra tanden, meer dan 100 darmpoliepen, desmoïd tumor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Kenmerken HPV-geassocieerde tumoren

A
  1. jongere patiënten
  2. kleine tumor
  3. grote halskliermetastasen
  4. gevoeliger voor chemo-radiatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wanneer geef je adjudant chemotherapie en waarom?

A

Bij patiente met een geopereerde maligniteit om de kans op metastasen te verminderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Prognostische parameters melanoom:

A
  1. dikte van het melanoom (breslow)
  2. aanwezigheid van ulceratie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Eigenschappen BRAF-remmers:

A
  1. doelgerichte behandeling
  2. snel werkend
  3. werkzaam bij melanomen met een BRAF-V600K mutatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Meest voorkomende oorzaak van pijn bij patiënten met kanker?

A

Directe (door)groei van de tumor of metastasen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Verschil tussen chemotherapie bij acute leukemie en non-Hodgkin lymfoom

A

Acute leukemie = opname, vanwege langere neutropenieduur en meer mucositis

Non-Hodgkin = poliklinisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Betekenis Gleason graad bij prostaatcarcinoom?

A

Hoe hoger de Gleason graad, hoe meer solide groeipatroon de tumorcellen hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Benaming maligne tumor ontstaan uit vetweefsel?

A

Liposacroom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Functie van het RAS-gen?

A

Regulatie van genen betrokken bij proliferatie en cel groei

17
Q

Mechanisme van tumorvorming bij HNPCC?

A

Mutaties in DNA mismatch repair genen

18
Q

Wat is het doel van adjuvante therapie bij darmkanker?

A

Na operatie achtergebleven cellen doden, waardoor grotere kans op genezing.

19
Q

Aanwijzingen Lynch syndroom

A
  1. Darmkanker onder de leeftijd van 50
  2. Positieve familieanamnese van darmkanker of andere gerelateerde kankers (baarmoeder, maag, dunne darm, urineweg)
20
Q

Bij welke patiënten komen plaveiselcelcarcinomen van de huid vooral voor?

A

Oudere (>70) mensen met een lichte huid

21
Q

Wat is de prognose van patiënten met een melanoom

A

Goede prognose, want meestal stadium 1 ziekte

22
Q

Welk onderzoek om een gemetastaseerd prostaatcarcinoom aan te tonen?

A

PSMA-PET scan

23
Q

Waarom zijn goed doorbloede tumoren met weinig weefselinvasie gevoeliger voor bestraling?

A

Door de goede doorbloeding betere oxygenatie, waardoor meer ionisatie en meer DNA-breuken.

24
Q

RESICT criteria

A
  1. Complete respons
  2. Partiële respons (>30% afname)
  3. Stabiele ziekte (<30% afname of <20% toename)
  4. progressieve ziekte (>20% toename)
25
Q

Waar wordt ijzer geresorbeerd?

A

Duodenum

26
Q

WNT signaleringsroute

A
  1. WNT bindt aan WNT-receptor
  2. release van b-catenine uit het destructie-complex
  3. translocatie van b-catenine naar celkern
  4. transcriptie van cyclonen d1 en MYC
27
Q

Mutaties in het RAS-gen zijn ? mutaties en leiden tot ?

A

Puntmutaties, leiden tot verlies van GTP-ase activiteit

28
Q

4 evidence-based interventies psycholoog

A
  1. EFT
  2. EMDR
  3. CGT
  4. relaxatietraining
29
Q

Wat te doen bij pseudo vragen?

A

Antwoorden op emotioneel niveau.

30
Q

Kubler Ross fasen

A
  1. Ontkenning
  2. Opstandigheid
  3. Marchanderen
  4. Depressie
  5. Aanvaarding