Publieke waarden en Ethiek Flashcards

1
Q

Huberts: Integriteit

A

Overeenstemming met geldende morele waarden en normen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Huberts: Moreel

A

Goed, juist, wat hoort en wat niet hoort in het sociale verkeer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Huberts: Integritisme

A

Integriteit te breed oprekken en zaken ten onrechte tot integriteitskwesties rekenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Huberts: Moresprudentie

A

Intergriteitsthema’s anno 2015 zoals: belangenverstrengeling en favoritisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Huberts: conclusies:

A

Helderheid thema nodig, integritisme sluipt er makkelijk in. Moresprudentie is nodig.
Mogelijkheid om misstanden te voorkomen is publieke verantwoordelijkeheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Rutgers: Publieke waarden

A

Duurzame opvattingen over de vormgeving van en bezigheden in de samenleving die al dan niet nastrevenswaardig worden beschouwd voor het voortbestaan van die samenleving en haar leden en in samenhang daarmee, de aard en het gedrag van degene - de publieke functionarissen- die deze waarden moeten behartigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Rutgers: Pantheon

A

Poging, alle publieke waarden tezamen te brengen en te bestuderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Rutgers: Waarden

A

Elk begrip dat een positief of negatief oordeel uitdrukt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Rutgers: Waarden doortrokkenheid van het openbaar bestuur (+ uitleg normativiteit)

A

overheidshandelingen moeten geligitimeerd worden op basis van waarden, De term normativiteit is allesomvattend. Een norm is kortweg een regel of richtsnoer. Normativiteit is dus door waarden doortokken werkelijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Rijna en Klinkers: twee onverveemdbare kenmerken van de overheid

A

Betekenis van idealen: Normatieve vraag waarde overheid voor gaat en wil staan er waarvoor niet.
De vormgeving van gezag: De vraag naar de wijze waarop afwegingen, besluiten en taken zichtbaar zijn en als gemeenschappelijk worden ervaren en geaccepteerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Rijna & Klinkers: Wat kenmerkt de overheid: (4 centrale functies_)

A

Waarboren rechtsorde
garanderen basisbestaan
bevorderen van het collectieve belang
compenseren van de markt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Rijna & Klinkers: Worsteling van de overheid en enkele systeemeigenschappen die worsteling in beeld brengen:

A

subjectieve grondslag: Oordelen worden gemaakt obv waarden.
Fundamenteel omstreden:
bij stemmen zijn er altijd verliezers
Leveringsplicht:
Overheid is verplicht diensten de leveren + onderhouden
Beperkte vrijwillige deelname”:
Overheid heeft monopolie op bepaalde diensten
Macht:
Overheid kan gezag kracht bijzetten, voorzieningen, subsidies
Leken en spcialisten:
Ambtenaren zijn vakkundig, bestuurders zijn vaak leken. Hiermee spanning op loyaliteit
Openbaarheid:
WOB en opereren in glazen huis stimuleert opervlakkigheid
Beperkte beheersbaarheid:
Tijdsdruk, verantwoording + consensus bereiken erg belangrijk
Verscheidenheid in eenheid:
coalities zijn geen stimulans voor gezamenlijk optreden
Zelfbinding:
Publieke org. worden niet alleen afgereend op resultaten ook het proces. + speelveld wordt door henzelf gecreerd.
Uitvergroting:
als het goed gaat hoor je niemand, bij fouten wordt het groots uitgemeten in media.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Rijna & Klinkers:

Brede herwaardering

A

Idealen: Herwaardering waarden die spelen binnen publieke domen
Gezag: Legitimiteit, zichtbaarheid en afstand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Rijna & Klinkers:

Maken van eigen waarden

A

Het draait bij de overheid om fundamentele waardetoedeling en de overheid is een bijzondere werkgever. Tegenbeweging bedrijfsmatig denken, werkzaam zijn bij de overheid brengt een bijzondere verantwoordelijkheid mee. Gezaghebbende toedeling van waarden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Mattison:

onderzoek richt zich op:

A

Individuele patronen van reageren op ethische besluitvorming van maatschappelijk werkers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Mattison:

Ethische besluitvorming

A

niet van nature 1–% logisch of wetenschappelijk. Proces van besluitvorming vereist systematische analyse. Doel is om intellectuele morele bronnen te bouwen ipv persoonlijke waarden en voorkeuren mee te laten spelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Mattison:

dilemma maatschappelijk werkers:

A

ontwikkelen vaak igeindividualiseerde stijeln en patronen in hun reactie op morele dillema’s. Ze hebben geen referentiekaders en moeten zelf de grenzen van ethisch gedrag interpreteren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Mattison:

Cirkel van reflectie

A
  • reflectie en zelfbewustwording
  • analyseer huidig ethisch dilemma
  • doorgaan met proces van reflectie en zelfbewustwording
  • volg de stappen van het besluitvormingsproces/selecteer een oplossing
  • reflecteer op de gemaakte keuze
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Mattison:

conclusie

A

Ethische keuzes kunnen aan elkaar worden verbonden over tijd. Maatschappelijk werkers nemen in het proces geïndividualiseerde patronen mee (persoonlijke voorkeuren, professionele rol, toewijding aan regelgeving, werkervaring, motivatie, houding). Zij worden uitgedaagd om hun waarde perspectieven en de invloed hiervan op de besluitvorming te identificeren. Bewustwording van waardevoorkeuren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Thompson:

2 thema’s

A

Ethiek van neutraliteit

Ethiek van structuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Thomspon:

Ethiek van Neutraliteit:

A

Ontkent dat ethiek mogelijk is bij ambtenaren. zij zijn euthisch neutraal,
Oordeel moet binnen lijn van beleid vallen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Thomspon:

kritiek Ethiek van neutraliteit

A

ambtenaren gaan verder dan alleen opvolgen van beleid,
niet eens betekent niet direct verlies van baan
bij collectieve besluitvorming heeft ambtenaar ook inspraak
ambtenaren met principes vormen juist balans
simplificeert morele omstandigheden in organisaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Thompson:

4 typen van dissidentie:

A
  1. Interne dissidentie binnen org. maar extern optreden conform het beleid.
  2. protest buiten organisatie
  3. openlijke obstructie van belein (achterhouden informatie)
    heimelijke obstructie (bijv. mol binnen org.)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Thompson:

Ethiek van structuur:

A

de organisatie is als geheel verantwoordelijk. redenen:

  1. Geen individu is de enige oorzaak van organisationele uitkomsten
  2. Kloof tussen individuele intentie en de organisationele uitkomsten.
  3. De collectieve som is groter dan de som van individuele waarden.
25
Q

Thompson:

Ambtelijke ethiek mogelijk?

A

De ethiek van neutraliteit onderdrukt een onafhankelijk moreel oordeel en de ethiek van structuur ontkent persoonlijke verantwoordelijkheid.

26
Q

Pesch:

twee visies op het publieke van het openbaar bestuur:

A
  1. Publieke goederen
  2. Publieke belangen
    zijn onverenigbaar
27
Q

Pesch:

organisatorische benaderingen onderscheid publiek-privaat (5)

A
  1. Generiek: verschillen weinig
  2. economisch: verschil tussen staat en de markt
  3. Politiek: Publieke org. hebben politieke invloed en zijn daarom politieke entiteiten
  4. normatief: In lijn met nummer 3 maar publ. org wilt ook het politieke inzetten tbv het algemeen belang
  5. dimensionaal: combi van 2 & 3
28
Q

Pesch:

onverenigbaarheid van 2 concepten:

A
  1. productie van goederen (economisch)

2. Invloed op algemeen belang (politiek en normatief)

29
Q

Van der Wal et al.

veronderstelling publiek en private waarden:

A

twee waarden systemen van publieke en private waarden. maar door NPM en CSR een mix van deze waarden systemen.

30
Q
Van der Wal et al.
Waarden
Norm
Ethiek
Organisationele waarden:
A

Waarden: Belangrijke kwaliteiten en standaarden die een bepaald gewicht hebben in de keuze voor een actie. Zijn breder en meer generaal dan normen.
Norm: een regel die beschrijft wat de juiste actie in een situatie is. Referen aan hetgeen dat het meest van belang is voor een persoon of organisatie
Ethiek: De systematische reflectie van moraliteit
Organisationele waarden: De waarden die een rol spelen in de organisatorische besluitvorming

31
Q

Van der Wal et al

Beschrijving onderzoek

A

Set van 20 waarden & definities
mate van belangrijkste waarden naar onbelangrijkste waarden.
Onderscheid maken van publieke en private organisatorische waarden

32
Q

Van der Wal et al

Conclusies onderzoek:

A

Sterke overeenkomsten van waarden publ/privaat.

Maar duurzame & sociale vormen van beleid nog niet geincorpereerd in private sector.

33
Q

Bozeman:

Waarom werken modellen vor marktfalen niet voor publiek waarden falen?

A

Er is geen concurentie binnen publieke sector.
economische model toegespitst op private waarden en minder op publieke waarden.
Overheid creeert namelijk waarde ipv waarde toevoegend.

34
Q

Bozeman:
Democratic self-transformation theory
Gemeenschappelijke communitarion waarden

A
  1. Deelname aan democratische instellingen resulteerd in een meer publiek-georienteerde, tolerante burgermaatschappij waarin marktcriterai minder belangrijk zijn tov resultaten. Democratie heeft een intrinsieke en instrumentele waarde. Publieke materiele goeden die conflict inhouden en actie vereisen zijn met name geschikt voor deze theorie.
  2. Inkomensongelijkheid willen wegnemen door distributie werkt niet. Een stevige maatschappelijke basis met toegangkelijke instituties wel. arktcriteria ondermijnen het belangrijkst: Het gevoel bij de maatschappij te horen. Peilen van de publieke opinie voor democratische doeleinden belangrijk. Als instituties burgers succesvol verbinden aan de politieke wereld worden ze optimistischer tov publieke inspanningen.
35
Q

Bozeman:

Door wat ontstaat public value failure?

A

wanneer de markt en de overheid beide geen goederen en diensten verlenen die publieke waarden beoogen.
Hoofdvraag: als de markt efficient is, kan er dan toch falen optreden in de levering van publieke waarden?

36
Q

Bozeman

Criteria verdeling van verantwoordelijkheden tussen openbaar bestuur en private sector (criteria voor PVF) 7 punten

A
  1. Toedeling van waarden: Politieke processen & soc. cohesie zijn inefficient. Mechanisme voor toedeling waarden zijn afgebroken
  2. Imperfectie monopolies: private org. zijn toegestaan/niet tegen te houden terwijl levering door overheid in het publieke belang is.
  3. Voordeel verzamelen: Groepen of individueen hebben voordeel bij distributie van goederen tov de rest.
  4. Schaarste van aanbieders: Leveranciers kunnen vraag niet aan.
  5. Korte termijn doeleinden: korte termijn denken ipv lange termijn (milieuvervuiling)
  6. Vervangbaarheid vs bescherming van bronnen: Economie richt vaak op vervangen van bronnen ipv het beschermen van bijv. natuurlijke bronnen
  7. Markttransacties bedreigen fundamentele mensenrechten: denk aan orgaandonatie.
37
Q

Bozeman:

sterkte en zwakte van PVF en overeenstemming markttheorie:

A
  1. beide geven geen sterke verklaring voor marktfalen maar met veronderstellingen wel normatieve richtlijnen.
  2. Beiden gaan uit van ideaal.
  3. Diagnostisch van aard. Geen van beide hebben pragmatisch stappenplan wanneer de markt faalt.
38
Q

Stoker:

Publiek waarde paradigma

A

bewerkstelligen van publieke waarde
Wat publieke waarde is wordt bepaald vanuit het democratisch proces van volksvertegenwoordigers en belanghebbenden
Het bereiken van publieke waarden is afhankelijk van de acties die worden gekozen uit interventiemogelijkheden die een beroep doen op het onderhouden van netwerken.
Netwerken van overleg en netwerken van levering.

39
Q

Stoker:

Publiek managers moeten aan volgende voorwaarden doen:

A

meer belang hechten op autoriteit vanuit interpersoonlijke en interorganisationele processen
netwerkmanagement
open staan voor verschillende manieren van leren
meerdere bronnen kunnen aanspreken
ze hebben een visie nodig, een raamwerk om ze te gidsen in de nieuwe bestuurlijke netwerk rol

40
Q

Stoker:

Public value manager heeft volgende kenmerken

A

samenwerking tussen managers en politici
publiek verschilt van privaat
politiek wordt breder gezien dan partijpolitiek, het is een voedingsbron voor het hele systeem.
Politieke is een mechanisme voor sociale coördinatie om vier redenen: stimuleert samenwerking en gezamenlijke keuzes voor het publiek belang (1), heeft respect voor mensen en oog voor ervaring en kwaliteiten (2), politieke besluitvorming is flexibel en kan omgaan met onzekerheden (3), politiek draait niet meer alleen om productie maar brengt samenwerkingen tot stand
Om te weten of iets publieke waarde creëert is debat en samenspraak nodig.

41
Q

Stoker:

vier eronderstellingen van publieke waarden in dienstverlening:

A

Weten of er publieke waarde wordt geleverd vereist betrokkenheid van belanghebbenden,
Fundamenteel: voor een legitieme beslissing moeten meer belanghebbenden worden betrokken zoals burgers. Burgers moeten worden betrokken (ook om het vertrouwen in de politiek te herstellen) in het besluitvormingsproces door flexibele, aantrekkelijke oplossingen die niet teveel tijd vergen.
De inkoop van diensten moet open-minded met als kader het publiek belang.
Alle betrokkenen zijn toegewijd en delen bepaalde ethische waarden.
Een flexibele benadering met de focus op het leerproces is nodig in PVM
Centraal bij PVM: reflectie, leerproces en continue aanpassing.

42
Q

Walzer

Wat wordt bedoelt met the problem of dirty hands

A

draait om morele dilemma’s waarbij beide opties verkeerd zijn om te ondernemen. Hierdoor kan er niet onschuldig worden bestuurd.

43
Q

Walzer

Machiavelli: How not to be good

A

de lessen van Machiavelli hoe goede mensen niet goed kunnen handelen.

44
Q

Williams & Shearer

definitie publieke waarden:

A

een raamwerk dat ons helptom te verbinden wat volgens ons waardevol is. Vereist publieke middelen met verbeterde manieren om te begrijpen wat onze publieke waarde is en hoe we die met hun verbinden.

45
Q

Williams & Shearer

drie dimensies van publiek management

A
  1. public value, strategic goals (normatieve belang van nastreven doelen)
  2. the authorizing environment (doelen nastreven na akkoord overheid)
  3. operational capability (haalbaar zijn in operationele capaciteit)
46
Q

Williams & Shearer

Reflectie op de onderzochte literatuur:

A

Opvallendste: afwezigheid van empirisch onderzoek van normatieve proposities van publieke waarde of de effectiviteit ervan als kader voor het begrip van publiek management.

47
Q

Williams & shearer

Drie sleutel thema’s in het debat over publieke waarden

A

1, begrip publieke waarde en de relatie tussen burger en agenten die het lijkt te onderschrijven

  1. de regels van betrokkenheid tussen en de relatieve legitimiteit van publieke agenten
  2. kwestie van de toepasbaarheid van het public value framework
48
Q

Williams & Shearer

Public value framework en het probleem daarvan

A

ontbreekt nog want er is geen idenitificeerbare propositie of suggesties.
Dus onderzoekers moeten dit ontwikkelen

49
Q

De Jong

public value management tool

A

Worden gebruikt om beleid en managementuitdagingen in de publieke sector te begrijpen. Ook wordt het toegepast om uitdagingen binnen de organisatie te identificeren

50
Q

De Jong

Doel Public Value management tools

A

Diagnoseren bestaande situatie, structureel denken over wat er gedaan moet worden en manieren geven om het gedrag van managers te analyseren

51
Q

De Jong

Visie op PVM (public value management) tool

A

tools zijn er voor strategische uitdagingen in publiek beleid en management. De tools moeten discusie tussen mensen mogelijk maken. Ze geven geen duidelijke antwoorden per situatie.

52
Q

De jong

tweede generatie PVM tools en de driehooek

A
  1. public value - wat zijn sociaal wenselijke uitkomsten?
  2. authorizing environment: netwerken waarin legitimiteit en support nodig is
  3. operationele capaciteit: wat nodig is om de publieke waarde te leveren?
53
Q

De Jong

Propositie om instrumenten succesvol toe te passen obc public value theorie (5 dimensies)

A
  1. Waarde ambitie: tool moet zoeken naar waarde aanmoedigne
  2. stategische ruimte: tool moet de herframing van het domain of challenge aanmoedingen
  3. conflicten en beperkingen: tools moeten actors helpen in het structureren van conflicten en niet voor onzekerheid zorgen door challenges tot iets technisch
  4. Persoonlijke rol: tools moet public value management persoonlijk maken ook al is de waardeambitie voor de community
  5. leren en interactie: effectief gebruik van tools is afhankelijk van interplay tussen abstract en concreet.
54
Q

De Jong

conclusie PVM tools:

A

Tools zijn nuttig maar moeten wel in de juiste mate gebruikt worden.
Theoretische verbetering en empirisch onderzoek is nodig om de propsities te testen.

55
Q

Hoekstra & Kapitein

conclusie one size fits all:

A

Nee, moet worden heroverwogen en richten op:

formele-informele onderscheid en compliance-integriteit tweedeling

56
Q

Akker Lasthuizen en Six

Moreel leiderschap

A

het uitdragen van normatief goed gedrag dmv
persoonlijke acties en interpersoonlijke relaties, en de promotie van dit gedrag naar volgers via
tweerichtingscommunicatie, aanmoediging en besluitvorming.

57
Q

Akker
conclusie 1
bij overbrengen van organisatie waarden, principes als moreel leiderschapsgedrag zijn 3 aanpakken te onderscheiden

A

Commitmen based approach: medewerkers worden actief gestimuleerd
compliance based approach:
managers vertellen de werknemers alleen hoe dingen wel of niet moeten worden gedaan
Self governance approach:
het hebben van intense dialoog over normen en waarden

58
Q

Akker
Conclusie 2
Het open staan voor morele dilemma’s en problemen zorgt voor vertrouwen. Wat is belangrijk hierbij

A

Mate van consistentie tussen waargenomen en gewenst moreel gedrag.