Pta Flashcards

8.3 / 8.4 / 10.2 / 10.3

1
Q

Wat is de spreidingsbreedte?

A

Het verschil tussen de grootste en kleinste waarneming.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de kwartielafstand?

A

Het verschil tussen het eerste kwartiel en het derde kwartiel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de mediaan?

A

De mediaan is het middelste getal van de waarnemingen van klein naar groot.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het eerste kwartiel?

A

Het eerste kwartiel is het middelste getal vanaf het kleinste waarneming en de mediaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het derde kwartiel?

A

Het derde kwartiel is het middelste getal vanaf het grootste waarneming en de mediaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de kleinste waarneming?

A

Het laagste getal van alle waarnemingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de grootste waarneming?

A

Het hoogste getal van alle waarnemingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een loodlijn?

A

Een lijn die loodrecht , 90 graden, op een andere lijn staat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de middelloodlijn?

A

De lijn die precies in het middel van de lijn staat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat gebeurt er met de snijpunten van de middelloodlijnen van een driehoek?

A

De middelloodlijnen snijden elkaar in één punt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is een hoogtelijn?

A

Een loodlijn die uit een hoekpunt van een driehoek komt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het hoogtepunt?

A

Het punt waar de drie middelloodlijnen elkaar snijden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een deellijn?

A

Een lijn die een hoek in twee gelijke hoeken verdeelt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat gebeurt er met het snijpunt van de deellijnen?

A

De drie deellijnen snijden elkaar in één punt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de volgorde bij berekeningen?

A

Eerst wat binnen haakjes staat uitrekenen, dan machten, daarna keer en delen, als laatst plus en min van links naar rechts.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe bereken je een deel van een gegeven hoeveelheid?

A

Maak van dat deel een decimaal getal. Rond niet af. Doe et getal keer de 100% getal. Rond dan, als nodig, af.

17
Q

Hoe verdeel is je een bepaalde verhouding?

A

Bereken het hele deel ( vb: 4 : 5). Deel het hele getal door dat deel. Doe keer met het getal dat je krijgt en de getallen in de verhouding.

18
Q

Hoe reken je met hoeveelheden en procenten?

A

Deel de 100% door 100 en vermenigvuldig voor hoeveel procent je nodig hebt. Doe daarna min of plus of verder iets.