PT2 - Circulatie onderste extremiteiten - zenuwen Flashcards

1
Q

Welke zenuwen kennen de onderste ledematen?

A
  • Dijbeenzenuw
    • Oppervlakkige dijbeenzenuw
  • Heupbeenzenuw
    • Scheenbeenzenuw
      • Mediale voetzenuw
      • Laterale voetzenuw
    • Kuitbeenzenuw
      • Oppervlakkige kuitbeenzenuw
      • Diepliggende kuitbeenzenuw
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het verloop van de dijbeenzenuw?

A

Komt vanuit de lendezenuwvlecht,die onder de Liesband doorloopt.
Ontspringt daar naar de voorzijde van het bovenbeen.
Daarna verdere opsplitsing in takken, o.a. de oppervlakkige dijbeenzenuw.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het doel van de sensibele prikkels van de dijbeenzenuw?

A

Opname van de prikkels uit het bovenbeen (groot deel van de dijbeenzenuw).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het doel van de motorische prikkels van de dijbeenzenuw?

A

Regelen de strekmusculatuur van het bovenbeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de samenstelling van de heupzenuw?

A
De heup(been)zenuw is geen zelfstandige zenuw, maar een samenstelling van de scheenbeen- en kuitbeenzenuw.
In het bovenbeen zijn deze zenuwen samen omgeven door 1 bindweefselschede.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het verloop van de heupzenuw?

A

Verloop:
scheenbeen- en kuitbeenzenuw, omgeven door 1 bindvliesweefsel, gaan vanuit bekken langs de bilspier en achterkant heup naar de knieholte. Boven het kniegewricht splitsen de beide zenuwen zich in 2 afzonderlijke schedes en verlopen naar de voeten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke motorische prikkels / takken kent de scheenbeenzenuw?

A
  • Bovenbeen:
    activeren bovenbeenspieren via takken vanuit het gezamenlijke bindweefselvlies
  • Onderbeen:
    direct na de splitsing boven het kniegewricht activeren motorische prikkels de spieren van de voor- en deel achterzijde onderbeenspieren.
  • mediale voetzenuw voor activatie van plantaire- en lange tenenbuigers.
  • laterale voetzenuw: de mediale voetzenuw verloopt achter de binnenenkel naar de voetzool voor innervatie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het doel van de sensibele prikkels van de scheenbeenzenuw?

A

Voor waarneming vanuit de huid van de onderbeen en voet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Van welke zenuw zijn de laterale en mediale voetzenuwen een vervolg?

A

Scheenbeenzenuw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke twee takken kent de kuitbeenzenuw?

A
  • Oppervlakkige kuitbeenzenuw

- Diepliggende kuitbeenzenuw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke motorische en sensibele prikkels kent de oppervlakkige kuitbeenzenuw?

A

Oppervlakkige kuitbeenzenuw:

  • Motorisch: spieren van de achterzijde van het been.
  • Sensibel: voor de voetrug, ter hoogte van de enkel.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke motorische en sensibele prikkels kent de diepliggende kuitbeenzenuw?

A

Diepliggende kuitbeenzenuw:

  • Motorisch 1: strekker van het onderbeen
  • Motorisch 2: via voetrug naar de tenen voor de strekking van de tenen.
  • Sensibel: aan voetrug
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly