Psychotherapie en CTG Flashcards
Psychologische therapieën
Vaak aangeduid met term psychotherpaie
Dit is gericht op het veranderen van verstorende gedachten, gevoelens en gedrag met behulp van psychologische technieken.
Er bestaan verschillende vormen van psychotherapie, die in twee soorten kunnen worden verdeeld, namelijk de
inzichtgevende therapie en de gedragstherapie.
Veel therapeuten gebruiken een combi van deze twee, dit wordt cognitieve gedragstherapie genoemd.
cognitieve gedragstherapie
Bestaande uit:
inzicht gevende therapie en gedragstherapie
Inzicht gevende therapie
is erop gericht om mensen inzicht te geven in hun problemen, waardoor ze hun gedachten, gevoelens of motieven kunnen veranderen.
Deze therapie probeert het innerlijk van iemand te veranderen, de manier waarop hij/zij denkt en voelt
- Freudiaanse psychoanalyse
- Neofreudiaanse psychodynamische therapieën
- Humanistische therapieën
- Cognitieve therapieën
- Groepstherapieën
Freudiaanse psychoanalyse
een benadering van psychologie die is gebaseerd op de veronderstellingen van Freud.
Hij legt de nadruk op onbewuste processen
Neofreudiaanse psychodynamische therapieën
therapeutische technieken die zijn
ontwikkeld door psychodynamisch theoretici die het niet eens waren met bepaalde aspecten van Freuds theorieën en behandelmethoden.
De neofreudianen leggen minder
nadruk op het ‘id’ en meer op het ‘ego’.
Humanistische therapieën
het uitgangspunt hierbij is dat mensen geneigd zijn tot
positieve groei en zelfrealisatie.
Dit kan geblokkeerd worden door een ongezonde omgeving en een negatief zelfbeeld.
Cognitieve therapieën
deze therapie gaat ervanuit dat psychische problemen ontstaan vanuit disfunctionele gedachten en beschouwt rationeel denken als sleutel tot positieve verandering.
Richt zich ook op zelfredzaamheid.
Groepstherapieën
elke vorm van psychologische therapie waarbij meer patiënten
tegelijk betrokken zijn.
Werken vaak vanuit een humanistisch perspectief.
Zelfhulpgroepen komen dan bijeen zonder een therapeut.
Bij netwerktherapie wordt
het hele netwerk van de cliënt erbij betrokken, familie, vrienden, collega’s
- Klassieke conditioneringstechnieken
- Systematische desensitisatie
- Exposuretherapie
- Aversieve therapie
- Operante conditioneringstechnieken
Gedragstherapie
richt zich op gedragsveranderingen.
Problemen die te maken hebben met te veel eten, bedplassen, verlegenheid, antisociaal gedrag kunnen het beste behandeld worden aan de hand van gedragstherapie.
Hierbij wordt er gebruikgemaakt van de principes van operante en klassieke conditionering
Waar richten therapeuten zich op bij gedragsverandering
op problematisch
gedrag (niet op gedachten of emoties).
Ze onderzoeken hoe ongewenste gedragingen zijn aangeleerd en hoe de cliënt ze kan afleren of vervangen door effectievere gedragspatronen.
Waar kan gedragstherapie nog meer succes hebben
behandeling van angsten, dwangstoornissen, depressies, verslavingen, agressie en crimineel gedrag
Klassieke conditioneringstechnieken
de associatie van een nieuwe stimulus met een ongeconditioneerde stimulus.
Zodat de betrokkene op beide prikkels dezelfde reactie vertoond.
Systematische desensitisatie
de angst wordt ‘uitgedoofd’ door de patiënt geleidelijk bloot te stellen aan een angst oproepende stimulus.
De patiënt krijgt stapsgewijs steeds
sterkere vormen van deze stimulus aangeboden.
De therapeut stelt de patiënt bloot aan de angst (opbouwend) d.m.v. angsthiërarchie.
Exposuretherapie
een vorm van systematische desensitisatie, waarbij de therapeut de patiënt direct confronteert met het gevreesde voorwerp of de beangstigende situatie,
bijvoorbeeld met een spin of met een slang.
Aversieve therapie
Een vorm waarbij een
verleidelijke stimuli wordt gekoppeld aan een minder verleidelijke stimuli.
De bedoeling hierbij is dat de ongewenste gedragingen afnemen, waardoor de cliënt een aversie ontwikkelt.
Bijv. bij een alcoholist, chemische stoffen toevoegen aan de alcohol, zodat dit voor een reflex en aversie zorgt.