psychologie een inleiding Flashcards
toegepaste psychologie
long-term potentation
biologisch proces waarbij het vuren in de synapsen van groepen zenuwcellen toeneemt = neurale basis van leren
Perceptuele predispositie
gereedheid om specifieke stimulus op te merken en betekenis te geven in een gegeven context
perceptuele blindheid
iets onverwachts merken we niet op (goochelaar)
vloeibare intelligentie
vaardigheid om complexe relaties te zien en problemen op te lossen
concept
mentale representatie van een categorie van items of ideeen, gebaseerd op ervaring
extraversie
Jung, persoonlijkheidskenmerk
aandacht naar buiten naar anderen
cognitieve plattegrond
Tolman
mentale representatie van een doolhof of andere fysieke ruimte
experimentele intelligentie
Sterberg
vorm van intelligentie, helpt om nieuwe realties tussen concepten te zien, inzicht en creativiteit
kleur
psychologische sensatie afgeleid van de golflengte van zichtbaar licht
lucht blauw = korte lichtgolf
rood = lange golf
implicite persoonlijkheidstheorie
aanname van niet-psychologen over persoonlijkheid met doel andere makkelijker te kunnen begijpen
blinde vlekken = dik is gezellig
gevaar voor projectie = ik voel me slecht dus rest ook
systematisch desensitisatie
met client angsthierarchie doorlopen in oplopende moeilijkere situaties
Zelfdeterminatietheorie (ZDT)
Set point tendens lichaam om lichaamswaarde op bepaald niveau te handhaven. - autonomie - competentie - verbondenheid
Structuralisme
historische stroming die basisstructuur van geest en gedachten trachttte te ontrafelen
zochten elementen bewuste ervaring
eerst introspectie = beschrijven eigen innerlijke en bewuste ervaringen
Tympanisch membraan
trommelvlies, membraan in het oor vangt luchttrillingen op als geluid en geeft door aan 3 gehoorbeentjes
hamer, aambeeld, steigbeugel
- die geeft weer door aan cochlea
Timbre
sensorisch kenmerk van geluid
timbre bepaald door complexiteit van de golf (combinatie van zuivere tonen)
gefixeerd actiepatroon
vervangt oude instinct
genetisch bepaald gedragspatroon dat bij alle individueen van de soort voortkomt en dat door specifieke stimulus wordt ontketend
ook verouderde theorie
Adaptief kenmerk
kenmerkt van soort dat is onstaan gebaseerd op aanpassing aan een specifieke omgeving
Persoonlijkheidsproces
interne verwerking van persoonlijkheid omvat:
- motivatie
- emotie
- perceptie
- onbewuste processen
weerbaarheid
weerstand tegen stress gebaseerd op:
uitdaging (positief t.o. verandering staan)
toewijding (doelgericht)
controle (in standhouden interne richtlijn)
zelfactualiserende persoonlijkheid
gezond individu, basisbehoefte vervult, vrijheid om hogere idealen na te streven
- waarheid
- rechtvaardigheid
- schoonheid
sensorische adaptatie
proces waarbij receptorcellen minder gevoelig worden, bv in water springen eerst koud daarna gaat het wel
signaaldetectietheorie
sensatie afh. van - kermerken stimulus - achtergrond stimuli - detector dus steeds anders
Helderheid
intensiteit (amplitude) van lichtgolven
psychol. sensatie
amplitude = afstand tussen piek en dal golf
triarchische theorie
Sternberg - praktische intelligentie - logisch redeneren - experimentele intelligentie (wijsheid)
wederzijds (reciproque) determinisme
proces waarbij - de persoon - de situatie - de omgeving elkaar beinvloeden
dispositie
psychische en fysieke kwaliteit of eigenschap van een persoon
rustpotentiaal
elektrische lading neuron in rus
- 70 ladingsverschil
binnenkant is negatief
functioneel analyseniveau
onderzoekt de adaptieve functie van een motief in termen van overleving en reproductie
emotie
4 onderdelen
- fysiologische arousal
- cognitieve interpretatie
- subjectieve gevoelens
- gedragsmatige expressie
frequentie
aantal cycli dat geluidsgolf in 1 seconde voltooit
hoge frequentie = hoge toon
volume
amplitude = intensiteit
stimulus-respons-leren
klassieke en operante conditionering
primaire bekrachtiger
voedsel, seks heeft biologische waarde voor organisme
sociaal cognitieve theorie
accentueert belang van: (op persoonlijkheid)
- het leren
- de perceptie
- sociale interactie
holisme
visie die totaliteit belangrijker vindt dan de som der delen
redemptive self
gevoel te zijn geroepen obstakels te overwinnen bij pogingen andere te helpen
McAdams - volwassenen - Amerika
ACTH
gemaakt door hypofyse bij stress
hormoon:
- epinefrine (adrenaline)
- norepinefrine (boosheid)
gevoelsreflextie
Rogers Humanistisch therapeut parafraseert woorden client om emotionele toon die eruit spreekt te benadrukkken - gevoelsreflextie - spiegelen (reflectief luisteren)
inzichtelijk leren
eureka
plotselinge reorganisatie percepties
fenomenaal veld
Rogers, Humanistisch
onze psychologische realiteit bestaat uit perceptie en gevoelens
we reageren op deze subjectieve ervaringen niet op de objectieve realiteit
bevat ook ‘zelfconcept’ = humanistische versie ego
persistentie
geheugenprobleem, waarbij iemand niet in staat is ongewenste herinneringen uit zijn hoofd te zetten
hypofyse
hoofdklier, produceert hormonen die andere endocriene klieren beinvloed en groeihormonen
voorkant - follikel stimulerend hormoon
- ACTH - Groeihormoon
achterkant - oxytocine
hypothalamus
limbisch bloedtestlaboratorium, houdt bloed in de gaten bestuurt autonoom zenuwstelser bestuurt endocrien systeem regelt gedragingen voor overleven in voorhersenen (Diencephalon)
thalamus
limbisch centraal koppelstation van hersenen, recht boven hersenstam bijna alles passeert of verlaat de thalamus in voorhersenen (diencephalon) 2 kernen - corpus geniculatem lateral (visueel) - corpus geniculatem mediale (auditief) in voorhersenen (Diencephalon)
limbisch systeem (zoogdierbrein)
middenste laag betrokken bij emotie en herinnering
motieven, geheugen, honger, dorst, lichaamstemp
hersenstam (reptielenbrein)
3 delen - medulla oblongata - pons - formation reticularis verbindt ruggenmerg met zenuwen
cerebellum
kleine hersenen
verbonden met hersenstam via pons
voor gecoordineerde bewegingen
integreert visuele, auditieve, vestibulaire en somatosensorische informatie
nodig bij fietsen, tennisbal slaan
leren en klassieke conditionering (huiver tandarts)
medulla oblongata
verlengde ruggenmerg gebied in hersenstam regelt ademhaling en hartslag werkt op automatische piloot sensorische en motorische zenuwbanen kruisen hier
Formatio reticularis
potlootstructuur
tussen medulla en pons
betrokken bij waken en slapen
alertheid
welke 5 delen in hersenen
Telencephalon (voorhersenen) - grootste deel hersenen 2 delen - cerebrale hemisfeer - basale ganglia Diencephalon ((voorhersenen) -thalamus - hypothalamus - hypofyse Mesencephalon (middenhersenen) Metencephalon (achterhersenen) - (pons en cerebellum) Myelenecephalon (achterhersenen)
ademhaling
medulla (hersenstam)
taxichauffeur
hippocampus groeit
Frontaalkwab
beweging, het denken, persoonlijkheid werwerken van informatie impulsbeheersing bij sociaal en seksueel gedrag beoordelen situatie reukzin motorische cortex
Pariëtaalkwab
Links wistkundig Rechts - 3D tastzin en waarnemen ruimtelijke relaties temperatuur voelen somatosensorische cortex (tastzin, temp) mentale plattegrond
Occipitaalkwab
visuele cortex (construeert bewegende beelden)
stuurt impulsen naar visuele associatiegebieden
gezichtsvermogen
lichtenergie via receptorcellen oog
sterretjes zien bij slag op hoofd
blinde mensen gebruiken visuele cortex voor braille
Informatieverwerkingsmodel
coderen, opslaan, terughalen
veranderingsdetectoren
onze zintuigen raken gewend aan prikkels die niet veranderen (koud water springen, snel wennen)
basilair membraan
dun vlies in cochlea gevoelig voor trillingen
haarcellen erop verbonden met neuronen
zet trillingen om in neurale impulsen
operationele definitie
Hoort bij:
1. hypothese ontwikkelen
objectieve beschrijving van concept, ‘angst’ zich van stimulus wegbewegen.
exacte omschrijving manier experiment uitvoeren.
- objectieve data verzamelen
- resultaten analyseren
- publiceren
Ekmans (7)
Bang, Blij, Boos, Bedroefd
afkeer, minachting, geluk, verassing, verdriet
weerbaarheid factoren
specifiek
situationeel
tijdelijk
persoonlijkheid gevormd door
biologie omgeving mentale processen ontwikkeling sociaal-culturele context
meervoudigesysteembenadering honger
druk van maag bloedsuikerspiegel lichamelijke activiteit (bewegen) emotionele toestand voedelgerelateerde stimuli sociaal culturele druk
wilskracht niet gebruiken maar
zelfbeheersing
impulscontrole
Zenuwstelsel
gehele netwerk neuronen
Centrale zenuwstelsel
- Reflex
- Hersenen
- Hersenstam
- Limbisch
- Cerebrale cortex
- Frontaal, Parietaal, Temporaal, Occipitaal
Perifere zenuwstelsel
- Somatisch (bewust spieren, lopen praten
- Autonoom (onbewust)
- parasympatisch
- sympatisch
Kubler-Ross
Shock Ontkenning Frustratie Depressie Experiment Besluit Integratie
Temporaalkwab
verwerkt geluid
inclusief taal (gebied van Wernicke)
waarschijnlijk ook voor langdurige opslag
ervaren van sterke emoties, geur en smaak
speelt rol bij orientatie en beleving van tijd
wat-route
Hersenen links
positieve emoties controle spieren spraak controle volgorde van bewegingen spontaan spreken schrijven geheugen woorden en getallen begrip bij spraak en schrijven
Hersenen rechts
negatieve emoties responsen en eenvoudige opdrachten repetitieve maar geen spontane spraak geheugen voor vormen en muziek interpretatie ruimtelijke relaties en visuele beelden herkenning gezichten
amygdala
viduele info via thalamus naar amygdala
alert bij dreiging
speelt rol bij herinneringen, emoties (vooral angst en agressie) en motivatie
bij seksuele prikkels geactiveerd
nodig voor opslan met hippocampus maar niet voor terughalen
speelt rol bij hardnekkige herinneringen (PTSS)
actief bij afwijzing of vermijding
hippocampus
limbisch
nodig voor langdurig opslaan met amygdala maar niet voor terughalen
onthouden locatie voorwerpen, groeit bij ervaring (taxi)
6 perspectieven
biologisch - Decartes cognitief behavioristisch Whole-person ontwikkelings sociaal-cultureel
pons
in hersenstam
activiteit tijdens slaap en dromen
bevat RAS
betrokken bij gecoördineerde bewegingen