Psychodynamisch meetparadigma Flashcards
Psychodynamisch meetparadigma
- Wat is persoonlijkheid?
De manier waarop het individu omgaat met de spanning tussen onbewuste (seksuele of agressieve) driften en het geweten (onbewuste/impliciete motieven)
Hoe kan persoonlijkheid gemeten worden?
Indirecte methoden bv Rorschach en TAT
Interpersoonlijk
- Wat is persoonlijkheid?
De patronen in een individu’s relaties met anderen
- Hoe kan persoonlijkheid gemeten worden?
Interpersoonlijk circumplex bv NIAS
Personologisch
- Wat is persoonlijkheid?
De patronen in een individu’s relaties met anderen
- Hoe kan persoonlijkheid gemeten worden?
Narratieven bv levensverhaal interview
Multivariatie
- Wat is persoonlijkheid?
individuele verschillen in trekdimensies die relatief erfelijk en stabiel zijn over de levensloop
- Hoe kan persoonlijkheid gemeten worden?
Persoonlijkheidsvragenlijsten bv NEO-PI-3, BFI-2
Empirische meetparadigma
- Wat is persoonlijkheid?
Meten van hypothetische diagnostische constructen met klinische relevantie waarvan de betekenis w afgeleid adhv geobserveerde sets van correlaties
- Hoe kan persoonlijkheid gemeten worden?
MMPI -familie van testen bv MMPI-2-RF met schalen zoals somatische klachten, antisociaal gedrag…
paradigma’s
= zijn gerelateerd aan bepaalde persoonlijheidstheorieën en persoonlijkheidstesten
Meetmethoden psychodynamisch meetparadigma
- indirecte methoden
- Menninger assessment (test batterij) bv rorschachtest, TAT, WAIS
- Interpretatie-principes; 1. projectieve test 2. psychologische aanpassing
Projectieve test
= test waarbij onbewuste verlangens geprojecteerd worden op vage stimuli
Rorschachtest
- perceptietest; onbewuste waarneming
- Wat zie je in deze vlek? (10 symmetrisch opgebouwde inktvlekken, ambigue stimuli uitnodigend tot projectie
- oorspronkelijk voor schizofrenie
Voordelen Rorschach
Kan vele responsen uitlokken door de vrij ambigue stimuli
(inktvlekken)
■ Geen bewuste zelfrapportage → simulatie en manipulatie is moeilijk
□ Manipuleerbaar: Inhoud van duidingen
□ Niet-manipuleerbaar: structurele antwoorden
■ Implementatie mogelijk in de multi-method diagnostiek;
complementeren met zelfrapportage
■ Geschikt voor indicatiestelling bij complexe problematieken
Kritiek Rorschach
□ Geen eenduidige theorie over onderliggend interpretatieproces
□ Ambigue stimuli zijn niet valide
□ Interpretatiesysteem was in eerste instantie puur intuïtief
□ Subjectiviteive beoordeling van diagnosticus → problemen met
interbeoordelaarsbetrouwbaarheid
□ Beperkte psychometrische kenmerken
Comprehensive system CS
■ Standaardisatie van Rorschachtest door John E. Exner
■ Bedoeling: bestaande systemen verenigen tot een unitair systeem met
meest valide administratie, scoring en interpretatie
■ Empirische onderbouwing
■ Ontwikkeling normen
■ Theoretische redeneringen voor interpretatie worden vermeden →
theorievrij instrument
Kritiek CS
□ CS minimaliseert de nadruk op projectieve aspecten van de
responsen
□ Atheoretisch systeem
□ Rorschachtest wordt probleemoplossingstaak
□ Perceptietaak is geen projectieve methode: perceptie gaat
associatie vooraf
□ Te veel focus op de test zelf → innerlijke dynamiek gaat verloren
□ Antwoorden worden beïnvloed door cognitieve, psychiatrische en
omgevingskenmerken
meetpretentie CS
□ Onderliggende persoonlijkheidsstructuur (o.b.v.
perceptietaak): states en traits
□ Persoonlijkheidsdynamiek (o.b.v. associatietaak):
onderliggende behoeftes en conflicten
Persoonlijkheidsbeschrijvingen in CS
op basis van 3 componenten:
□ Perceptuele taak → structurele informatie
● Geeft info over hoe leven gestructureerd wordt
□ Associatietaak → Inhoudelijke/thematische informatie
● Weerspiegeling van emoties
□ Gedragsmatige component → Gedragsmatige informatie
● Geeft informatie over het gedrag
Validiteit CS
■ Normen
□ Verouderde en Amerikaanse normen
□ Hernormeringsonderzoek → overpsychopathologiseren
■ Indien goede opleiding en goede hantering van het systeem → goede
(interbeoordeelaars)betrouwbaarheid
■ Sommige CS-variabelen zijn valide, andere schieten tekort
■ Toenemende aandacht voor incrementele validiteit: de test wordt
tegenover andere testen gelegd
beter MM diagnostiek en vernieuwing van coderingssysteem te hanteren
Rorschach performance assessment system (R-pas)
gestandaardiseerde CS
- Performance-based: Toekennen van betekenis aan specifieke,
ongestructureerde gedragsreacties - Psychologisch meet instrument
- ■ Afname
□ Optimale responsiviteitsrange (van 17 – 27 antwoorden)
● Te korte of te lange protocollen → verhoogt onterecht de
kans op pathologische kenmerken → onbetrouwbaar
□ Psycholoog moet ook eigen tussenkomsten meenemen in de
scoring
■ Nieuwe codering op basis van wetenschappelijke onderbouwing
■ Opsplitsing van kwalitatieve aspecten in 2 categorieën
□ Cognitieve codes
□ Thematisch Codes
thematisch codes
Ego Impairment Index III (EII-III) scale:
dimensionele schaal voor meten van ernst van
psychopathologie en denkstoornissen
● Mutuality of autonomy (MOA) scale: schaal waarbij
men nagaat hoe de ernstig psychopathologische patiënt
zich kan differentiëren van andere objecten
● Oral dependency language (ODL) scale: nagaan van
interpersoonlijke afhankelijkheid en impliciete
afhankelijkheidsbehoeften
● Agressieve inhouden: mate waarin de patiënt
agressieve beelden kan waarnemen in de vlekken
R-pas 3 dimensionele constellatie indexen
● Thinking perception composite (TP-COMP): mate van
psychotische kwetsbaarheid (perceptie en
denkstoornissen)
● Suïcide-concern composite (SC-COMP): maat van
suïcide-risico en zelfdestructief gedrag
● Vigilance composite (V-COMP): maat voor paranoïde
denkstijl
TAT
Verbeeldingstest = roept fantasie-denken op
■ 31 achromatische kleur (zwart-wit) afbeeldingen
□ Leeftijd- en geslachtsafhankelijk
Afname
■ Instructie: verhaaltje vertellen
■ Het verhaal zou volgende zaken moeten bevatten
□ Wat er aan het gebeuren is op de plaat
□ Aanleiding
□ Hoe personages denken en zich voelen
□ Afloop
□ Bij het ontbreken van één van deze verhaalelementen →
herinnering aan instructie
■ Minstens 10 platen aanbieden in vaste volgorde
■ Voorkennis van persoon vereist → bepaalt selectie van platen
■ Alles transcriberen
■ Eventueel doorvragen op de relevante thema’s voor de interpretatie