Psychodiagnostiek College 2 Flashcards

1
Q

Bayley Test

A
  • ontwikkelingsachterstanden
  • kinderen van 42 maanden
  • 5 schalen, compositiescores:
  • cognitieve schaal (aandacht, perceptie, exploratie)
  • taal schaal (communicatie, vragen beantwoorden)
  • motorische schaal (grof/fijn, beweging)
  • socio-emotionele schaal (emoties herkennen en gebruiken)
  • aanpassingsgedrag schaal (gezondheid, vermaak, thuisleven)
  • geen algemene conclusies: anders misleidend
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

WPPSI Test

A
  • Editie van Wechsler intelligentietest
  • kinderen 2-7 jaar
  • kindvriendelijke test met speels stimulus materiaal
  • 13 tot 15 subtesten maar 6 nodig voor IQ score
  • 5 indexscores:
  • verbaal begrip
  • visueel-spatieel/perceptueel redeneren
  • vloeiend redeneren
  • werkgeheugen
  • verwerkingssnelheid

4 ondergeschikte indexschalen:

  • vocabulaire verwerving
  • non-verbaal
  • algemene vaardigheden
  • cognitieve bekwaamheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

(Early) Stanford-Binet Test (SB5)

A
  • Combinatie van SB5 met nieuwe Test Observatie Checklists (TOC)
  • -> kenmerken van het kind:
  • motor vaardigheden
  • activiteitsniveaus
  • aandacht/afleiding
  • impulsiviteit
  • taalvaardigheid

–> specifieke gedragingen van het kind: consistentie in prestaties, gemoedstoestand, frustratie tolerantie/agressiviteit, motivatie, faalangst, mate van meewerken/weigeren hiervan, angst, behoefte aan begeleiding, gedrag richting ouders

  • routing procedure: algemene cognitieve vaardigheden worden vastgesteld voordat naar de rest van de test wordt overgestapt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Leiter Tests

A
  • non-verbale intelligentie en cognitieve vaardigheden
  • volledig non-verbaal: geen begeleiding nodig
  • taal- en gehoorproblemen, tweetalige mensen, niet-Engels sprekende mensen
  • 20 subtesten verdeeld over 2 testbatterijen:
  • Visualisatie en redeneren: design analogieën, classificatie, figuur grond, vorm compleet maken, matching, sequentiële volgorde, herhaalde patronen, afbeelding context, papier vouwen, figuur rotatie
  • Geheugen en aandacht: geheugenspan, spatieel geheugen, associatief geheugen, uitgestelde herkenningsgeheugen, onderliggende test, verdeelde aandacht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Peabody Picture Vocabulary Tests (PPVT-4)

A
  • non-lezen en motorisch verminderde test
  • dove mensen en mensen met neurologische en spraakverslechteringen
  • 2 parallelle testen: 4 praktijk stukken en 228 testen
  • tester spreekt een stimulus woord uit en de persoon moet het plaatje aanwijzen dat erbij past
  • rasverschil in antwoorden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wechsler Tests

A
  • intelligentietest
  • 13 tot 15 subtesten om intra-individuele sterktes en zwaktes te meten (6 nodig voor totale IQ score)
  • indexscores in 4 gebieden: verbaal begrip, perceptueel redeneren, werkgeheugen, verwerkingssnelheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

WAIS-IV

A
  • dezelfde 4 indexscores als bij de Wechsler tests
  • makkelijk te scoren als psycholoog
  • 15 subtesten (10 nodig om IQ score en indexscores te meten)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

WISC

A
  • dezelfde soort scores als bij de WAIS-IV
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wechsler: informatie

A

MP = algemeen kunnen

feitenkennis, algemene kennis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wechsler: digit span

A

2 mogelijkheden:
- digit forward: cijfers herhalen in dezelfde volgorde
MP = kortetermijngeheugen

  • digit backward: cijfers herhalen in achterwaartse volgorde
    MP = werkgeheugen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wechsler: vocabulaire

A

zoveel mogelijk vertellen over een voorwerp dat genoemd wordt
MP = gevoeligheid voor nieuwe informatie en betekenissen ontdekken van nieuwe woorden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wechsler: rekenkundig

A

problemen oplossen zonder papier

MP = concentratielevel, net berekende problemen in kortetermijngeheugen houden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wechsler: begrip

A

uitbreiding op informatie, meer sociale en culturele conventies betrekken
MP = sociale intelligentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wechsler: gelijkenissen

A

gelijkenissen benoemen

MP = onderscheid maken tussen belangrijke en niet-belangrijke dingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wechsler: letter-nummer sequenties

A

random volgorde laten zien en dan opnoemen in alfabetische volgorde
MP = aandacht, concentratie, vrijheid van afleiding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wechsler: afbeelding compleet maken

A

stellen wat er mist in een plaatje

MP = focussen op details en geheel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wechsler: afbeelding concepten

A

een groep vormen van afbeeldingen met gemeenschappelijk kenmerk
MP = abstract, categorisch redeneren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wechsler: block design

A

tweedimensionele geometrische designs namaken

MP = analyse van spatiële relaties, visueel-motorische coördinatie, snelle toepassing van logica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wechsler: matrix redeneren

A

terugkomend patroon herkennen

MP = fluid intelligentie, patroon compleet maken, redeneren door analogie, serieel redeneren, inductief redeneren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wechsler: object verzameling

A

een normaal object vormen uit stukjes

MP = levels van perceptuele organisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wechsler: coding

A

correcte symbool in een sequentie van symbolen tekenen

MP = snel leren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wechsler: symbool zoektocht

A

zeggen of een symbool in een reeks zit of niet

MP = verwerkingssnelheid

23
Q

Wechsler: annulering

A

een tekening annuleren van dieren die om andere tekeningen of levenloze objecten zijn neergezet
MP = verwerkingssnelheid, waakzaamheid, visuele aandacht

24
Q

Wechsler: visuele puzzels

A

puzzel oplossen

MP = visuele perceptie, brede visuele intelligentie, fluid intelligentie, simultaan processing

25
Q

Wechsler: figuur gewichten

A

schaal in balans krijgen

MP = kwantitatief en analogisch redeneren

26
Q

screening tests

A

snelle en makkelijke tests om iemands speciale karakteristieken en benodigdheden te analyseren

27
Q

norm-referenced tests

A

prestatie van iemand wordt afgemeten tegen een representatieve populatie

28
Q

criterium-referenced tests

A

prestatie van iemand wordt afgemeten tegen een objectieve, educatieve standaard
een specifieke vaardigheid testen

29
Q

intelligentietest

A

breed assortiment van skills onderzoeken om te zien wat het algemene intellectuele level van iemand is

30
Q

aptitude tests

A

helder gedefinieerd stuk van ability onderzoeken

31
Q

achievement tests

A

mate van leren, succes of bereik meten

32
Q

creativiteitstesten

A

ability om nieuwe ideeën, inzichten, creaties voort te brengen

33
Q

persoonlijkheidstesten

A

kenmerken, kwaliteiten en gedragingen van een persoon bepalen die dispositioneel en stabiel over tijd zijn

34
Q

interesse inventaris

A

voorkeur van een individu voor een bepaalde activiteit meten

35
Q

neuropsychologische testen

A

assessment van cognitieve achterstanden van iemand met breinschade

36
Q

diagnose

A

een label plakken aan iemand

37
Q

certificatie

A

een bepaald iets halen of niet

38
Q

placement

A

in programma geplaats worden voor je skills en benodigdheden

39
Q

Behavioral Assessment System for Children (TRS/PRS)/BASC-2

A
  • assessment van gedrag van kinderen op school
  • Teacher rating scale, parent rating scale, zelfrapportage, klaslokaal observatie, ontwikkelingsgeschiedenis
  • 5 compositiescores, 16 primaire schalen, 7 inhoudsschalen
  • top-down benadering: compositie –> primaire schalen –> inhoud
40
Q

Conners Rating scales

A
  • gedrag in de adolescentie

- ADHD vaststellen

41
Q

Draw-a-person

A
  • projectieve test om cognitieve ontwikkeling vast te stellen
  • man, vrouw en zelf tekenen
42
Q

Sentence Completion Test

A
  • projectieve test voor attitudes, motivaties en mentale staten
  • lijstje met zinnen afmaken die voor jou betekenisvol zijn
43
Q

House-tree-person

A
  • projectieve test

- huis, boom en persoon tekenen

44
Q

Kinetic Family Drawing

A
  • projectieve test

- familie tekenen terwijl ze iets aan het doen zijn

45
Q

single domain rating scales

A

verschillen schalen in een test maar gefocust op 1 specifieke stoornis of gedragsdimensie

46
Q

4 soorten single domain rating scales genoemd in het boek

A
  • Childhood Autism Rating Scale (CARS)
  • BASC Monitor for ADHD
  • Pediatric Behavior Rating scale (PBRS)
  • Adaptive Behavior Rating scales (ABRS)
47
Q

Childhood Autism Rating Scale (CARS)

A
  • autisme identificeren
  • > 2 jaar
  • 15 items
48
Q

BASC Monitor for ADHD

A
  • ADHD vaststellen
  • 4-18 jaar
  • 45 items
  • 4 schalen: aandachtsproblemen, hyperactiviteit, internaliserende problemen en aanpassingsvermogen
49
Q

Pediatric Behavior Rating scale (PBRS)

A
  • pibolaire stoornis
  • 3-18 jaar
  • 2 rating scales: ouders en leerkrachten
  • 9 schalen: atypisch, geïrriteerd, grandioosheid, hyperactiviteit/impulsiviteit, agressie, geen aandacht, affect, sociale interacties, totale bipolaire index
50
Q

Adaptive Behavior Rating scales (ABRS)

A
  • aanpassingsgedrag in 3 categorieën:
    conceptueel
    praktisch
    sociale vaardigheden
51
Q

adult behavioral rating scales

A

test bedoeld voor volwassenen

  • gedrag van ouderen
  • 55-90 jaar
  • ingevuld door partner, kind etc.
  • 13 schalen, 10 klinische schalen en 3 validiteitsschalen
52
Q

BASC-2 SOS

A
  • studenten observatie, educatieve doeleinden

- 14 schalen van gedrag

53
Q

Continuous Performance Tests (CPT)

A
  • waakzaamheid, volgehouden en selectieve aandacht, executieve controle
  • computertaak vaak