Procenten Flashcards

1
Q

Wat is een percentage?

A

Een percentage is een verhouding uitgedrukt in honderdsten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe bereken je 20% van 200?

A

(200:100)x20 of 200x0,20
20% van 200 is 40.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het symbool voor percentage?

A

Het symbool voor percentage is ‘%’.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

True or False: 50% is gelijk aan 0,5.

A

True.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Vul in: 75% van 160 is ____.

A

120.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de formule voor het berekenen van een percentage?

A

Percentage = (deel / geheel) * 100.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoeveel is 10% van 500?

A

10% van 500 is 50.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat betekent ‘stijging van 25%’?

A

Het betekent dat de waarde met 25% is toegenomen ten opzichte van de oorspronkelijke waarde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een korting van 30% op een product van 80 euro?

A

De korting is 24 euro, dus de prijs na korting is 56 euro.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Vul in: 40% van 250 is ____.

A

100.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het verschil tussen een percentage en een fractie?

A

Een percentage is een fractie van 100, terwijl een fractie een deel van een geheel kan zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

True or False: 10% van een getal is altijd kleiner dan 10.

A

False.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat betekent ‘verhouding’ in de context van percentages?

A

Een verhouding geeft de relatie aan tussen twee of meer hoeveelheden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe bereken je de procentuele verandering?

A

Procentuele verandering = ((nieuw - oud) / oud) * 100.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is 5% van 300?

A

5% van 300 is 15.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Vul in: 90% van 90 is ____.

A

81.

17
Q

Wat is een samengestelde rente?

A

Samengestelde rente is rente die wordt berekend over de initiële hoofdsom en ook over de eerder opgebouwde rente.

18
Q

Hoeveel is 15% van 400?

A

15% van 400 is 60.

19
Q

Wat is de betekenis van ‘basis’ in procenten?

A

De basis is het totaal waarover het percentage wordt berekend.

20
Q

Vul in: 60% van 150 is ____.

A

90.

21
Q

Wat is het percentage van 25 over 200?

A

Het percentage is 12,5%.

22
Q

True or False: Een verhoging van 100% betekent dat de waarde verdubbeld is.

A

True.

23
Q

Wat betekent ‘afslag’ in termen van percentages?

A

Afslag is een korting die wordt gegeven op de oorspronkelijke prijs.

24
Q

Hoe bereken je de verkoopprijs na korting?

A

Verkoopprijs = oorspronkelijke prijs - (korting / 100 * oorspronkelijke prijs).

25
Q

Vul in: 20% van 50 is ____.

A

10.

26
Q

Wat is het percentage van 10 uit 250?

A

Het percentage is 4%.