Probleem 4 Flashcards

1
Q

Wie waren de belangrijke personen binnen Behaviorisme

A

Watson, Skinner Hull

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat was de belangrijkste onderzoeksvraag van behavioristen ?

A

Hoe kan gedrag verklaard worden door externe factoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat waren belangrijke personen binnen de Gestaltpsychologie?

A

Wertheimer
Köler
Koffka

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat was de onderzoeksvraag van gestaltpsychologen?

A

hoe kan gedrag (mentale concepten) als een geheel worden gezien?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wie waren de belangrijkste personen binnen de cognitieve psychologie?

A

Miller,
Broadbent
Barlett & Shannon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Over welke aspecten van de psychologie was Watson ontevreden?

A
  • Lichaam geest debar was te filosofisch
  • Je kan gedrag alleen meten als het visueel en meetbaar is, bewustzijn en geest kunnen niet gemeten worden
  • Hij vond dat methodologisch onnauwkeurig gewerkt werd binnen biologisch onderzoek
  • Vond dat psychologie zich teveel focuste op mensen
  • Hij moest het belang van genetische factoren minimaliseren
  • Onderzoeken moeten repliceerbaar zijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is het logisch positivisme?

A

Behavioristische stroming waarin alles dat te observeren is kan worden onderzocht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is functionalisme?

A

Er wordt gekeken naar de functie van dingen en niet naar onderliggende processen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is reductionisme

A

Alle complexe zaken terug brengen naar 1 specifiek ding = observeerbaar gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat waren de verschillende variaties op behaviorisme op theorie van Watson ?

A
  • Uitsluiten van Interne processen = Sommige behavioristen waren ontevreden over deze uitsluiting van mentale processen. Waren het niet eens met louter stimulus-response dus ze voegde Organismes toe aan het model
  • Andere onderwerpen = Sommige behavioristen wilden verder kijken dan alleen leergedrag. Lashley keek bijvoorbeeld naar de hersenkanalen en hun functie
  • Complexiteit = behavioristen verschilden in hun complexiteit van hun methodologie. Skinner vaak atheoretisch en hull zeer complex dmv algebra.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat waren 2 kernproblemen voor het behaviorisme?

A
  • Organisatie van gedrag: Behavioristen stelden dat gedrag voortkomt uit conditionering. Er werd duidelijk dat conditionering geen verklaring kon bieden voor complex gedrag van mensen
  • Terugkeer van Instincten: Er werd duidelijk dat erfelijkheid wel degelijk een rol speelt in het bepalen van gedrag, het is dus niet enkel conditionering.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is gestaltpsychologie en wat is de belangrijkste onderzoeksvraag ?

A

Vraag zich af hoe je gedrag (mentale processen) als een geheel kan zien. voorbeeld: Wanneer je een fiets ziet die je het geheel, je ziet niet losse trappers, een los wil en een los stuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het verschil tussen behaviorisme en gestaltpsychologie ( in de manier hoe ze psychologie meer wetenschappelijk wilden maken )

A

Behaviorisme wou het meer wetenschappelijk te maken door natuurwetenschappers na te bootsen. Gestalt psychologen wilden dit doen door de meest geavanceerde theoretische ideeën van moderne fysica over te nemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de centrale concepten van gestaltpsychologie

A

Field-Theory = Oorzaak gevolg relatie werd vermeden. Theorie stelt dat alles voorkomt uit een veld van kracht/invloed. Psychologische fenomenen ontstaan bij interactie tussen verschillende velden. voorbeeld: Perceptie ontstaat bij interactie tussen biologie en omgeving.

Isomorfisme = Vormen zijn isomorf als ze overeenkomstige structuren hebben vb: 9,d,b,p
Het gaat hierbij om de overeenkomstige structuren tussen het bewust ervaren en de onderliggende fysiologische reacties

Pragnanz: Psychologische verschijningen zijn netjes, strak en georganiseerd. DIT STUK SNAP IK NIET, ALS JE IETS WILT TOEVOEGEN –> LET ME KNOW

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat was de benadering van cognitie van gestaltpsychologie?

A

Perceptie staat centraal. Ook werd onderzoek gedaan naar leergedrag bij probleemoplossing en inzicht. (dmv inzicht een probleem oplossen werd ontkend door de behavioristen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de twee redenen dat in 1950 de cognitieve psychologie opkwam tot een revolutionair onderwerp?

A
  • Cognitieve psychologie verdreef behaviorisme omdat het, volgens de cognitieve psychologen, een productievere en meer theoretische oriëntatie had.
  • Er werd een nieuwe technische taal met nieuwe concepten gebruikt , ze hadden een nieuwe insteek over het onderwerp: Denken over denken
17
Q

wat zijn de 3 centrale ideeën die conceptualisatie van cognitie veranderde?

A

Informatie: Informatie werd opnieuw gedefinieerd; nu als de mate van zekerheid. Hierdoor kwamen cognitieve begrippen als opslagcapaciteit, verwerking en short term memory naar voren

Feedback: Er werd onderscheid gemaakt tussen Positieve en Negatieve Feedback. Positieve feedback zou gedrag stimuleren en negatieve feedback zou het gedrag doen afnemen.

Programmeren: De mens kon vergeleken worden met de opkomende computers van de tijd. De hardware bestaat uit de structuur van de systemen (de hersenen) en de software bestaat uit de mentale processen. –> Mensen zijn informatieverwerkers

18
Q

wat is de TOTE in de cognitieve psychologie

A

In behaviorisme stond de stimlulus-response model centraal. In de cognitieve psychologie stond TOTE-model centraal. TOTE= Test-Operate-Test-Exit. TOTE kon worden gebruikt om complex gedrag te verklaren terwijl het stimulus respons model dit niet kon.

19
Q

Wat was Het Hixon Symposium

A

Een evenement waar veel grote psychologen bijeenkwamen om te praten over de toekomst en verschillende disciplines van de psychologie.

20
Q

Hoe zag psychologie er uit voor, en wat gebeurde er tijdens het Hixon Symposium ?

A

Eerst bestond de psychologie voornamelijk uit introspectie. Het behaviorisme was het hier niet mee eens en vond dat het niet wetenschappelijk was. Zo groeide ze tot een grote discipline. Karl Lashley leverde tijdens het hixon Symposium kritiek op het behaviorisme. Veel mensen waren onder de indruk van Lashley en het Hixon Symposium wordt gezien als belangrijk keerpunt van een introspectieve, structuralistische benadering naar een meer objectievere en waarneembare benadering.

21
Q
A