Probleem 4 Flashcards
Wat zijn kenmerken van een depressiestoornis?
Veel mensen met een depressie hebben het gevoel dat ze interesse in alles in het leven hebben verloren, dit heet anhedonie. Zelfs wanneer er een plezierig iets is, wordt er geen emotie gevoeld.
Er is verandering in trek, slaap, en andere activiteitlevels. De manier waarop (meer of minder) verschilt per persoon.
Gedragingen zijn langzamer, dit heet psychomotorieke retardatie. Men loopt langzamer, praat langzamer, etc. Gedragingen kunnen echter ook heviger zijn, dit heet psychomotorieke agitatie. Men kan niet stilzitten, friemelt veel, etc.
Wat is een major depressie disorder?
Ernstige depressieve symptomen die twee weken of langer duren, kunnen gediagnosticeerd worden als major depressive disorder. Men moet dan een depressieve gemoedstoestand of verlies aan interesse in gewoonlijke activiteiten hebben, en daarnaast 4 andere symptomen, chronisch voor minstens 2 weken. Deze moeten heftig genoeg zijn om het dagelijks leven te beperken
Welke 2 vormen van een major depressie disorder zijn er?
- major depressive disorder, single episode (enkelvoudig)
- major depressive disorder, recurrent episode (meermalig)
Welke subtypes bij major depressie disorder zijn er?
Anxious distress -> Prominente angstsymptomen.
Mixed features -> Aanwezigheid van minstens drie manisch/hypo manische symptomen, maar voldoet niet aan de criteria voor een manische episode.
Melancholic features -> Onvermogen om plezier te ervaren, duidelijke depressieve stemming, depressie die regelmatig ’s morgens verergert, vroeg ’s morgens wakker worden, duidelijke psychomotorische retardatie of agitatie, aanzienlijke anorexia of gewichtsverlies, buitensporig schuldgevoel.
Psychotic features -> Aanwezigheid van stemming-congruente of stemming-incongruente waanbeelden of hallucinaties.
Catatonic features -> Catatonisch gedrag: niet actieve relatie met de omgeving, mutisme, houding, agitatie, nabootsing van andermans spraak of bewegingen.
Atypical features -> Positieve stemming reacties op sommige gebeurtenissen, significante gewichtstoename of meer eetlust, hyposomnie, zwaar of loodzwaar gevoel in de armen of benen, langdurige gevoeligheid voor interpersoonlijke afwijzing.
Seasonal pattern/Seasonal affective disorder/SAD -> Geschiedenis van minstens twee jaar waarbij een major depressie episode voorkwam tijdens een bepaald seizoen van het jaar (meestal winter) en weer weggaat wanneer het seizoen voorbij is. Dit moet zonder redenen zijn. Komt vaker voor op plekken met minder daglicht.
Peripartum onset ->Depressiesymptomen tijdens of binnen 4 weken na de zwangerschap.
Premenstrual dysphoric disorder -> Mix van depressie, angst, irritatie en woede, en fysieke symptomen voor de menses.
Wat zijn de dsm-5 criteria voor een major depressieve disorder?
Vijf (of meer) van de volgende symptomen zijn aanwezig geweest gedurende dezelfde periode van 2 weken en vertegenwoordigen een verandering ten opzichte van eerder functioneren; ten minste één van de symptomen is (1) depressieve stemming of (2) verlies van interesse of plezier.
- Depressieve stemming het grootste deel van de dag, bijna elke dag, zoals blijkt uit een subjectieve melding (voelt zich bijvoorbeeld verdrietig, leeg, hopeloos) of waarneming door anderen (komt bijvoorbeeld in tranen over).
- Aanzienlijk verminderde interesse of plezier in alle, of bijna alle, activiteiten gedurende het grootste deel van de dag, bijna elke dag (zoals blijkt uit ofwel subjectief verslag ofwel observatie).
- Aanzienlijk gewichtsverlies zonder dieet of gewichtstoename (bijvoorbeeld een verandering van meer dan 5% van het lichaamsgewicht in een maand), of afname of toename van eetlust bijna elke dag.
- Slapeloosheid of hypersomnia elke dag vroeg.
- Psychomotorische agitatie of retardatie bijna elke dag (waarneembaar door anderen, niet louter subjectieve gevoelens van rusteloosheid of vertraagd worden).
- Bijna elke dag vermoeidheid of energieverlies.
- Gevoelens van waardeloosheid of buitensporige of ongepaste schuldgevoelens (die waanvoorstellingen kunnen zijn) bijna elke dag (niet alleen zelfverwijt of schuldgevoelens over ziek zijn).
- Verminderd vermogen om na te denken of zich te concentreren, of besluiteloosheid, bijna elke dag (hetzij door subjectief verslag, hetzij zoals waargenomen door anderen).
- Terugkerende gedachten aan de dood (niet alleen angst om dood te gaan), terugkerende zelfmoordgedachten zonder een specifiek plan, of een zelfmoordpoging of een specifiek plan om zelfmoord te plegen.
De symptomen veroorzaken klinisch significant leed of beperkingen op sociaal, beroepsmatig of andere belangrijke gebieden van functioneren.
De episode is niet toe te schrijven aan de fysiologische effecten van een middel of een andere medische aandoening.
Het optreden van de depressieve episode kan niet beter worden verklaard door schizoaffectieve stoornis, schizofrenie, schizofreniforme stoornis, waanstoornis of
andere gespecificeerde en niet-gespecificeerde schizofreniespectrum en andere psychotische stoornissen.
Er is nooit een manische episode of een hypomanische episode geweest.
Wat zijn de prevalentie cijfers van MDD?
1-5% heeft SAD (seasonal affective disorder) Winterdip
3-16% komt depressie voor per land in de bevolking.
30% postpartum depressie bij vrouwen.
Voornamelijk 18-29. Het minst 65+.
1 op de 10 vrouwen heeft symptomen van MDD.
Vrouwe 21,3% en mannen 12,7%.
75% heeft een terugval.
Welke stoornissen zijn comorbide met MDD?
Meer dan 70% v.d. mensen met een major depressiestoornis heeft ook een andere psychische stoornis. Vooral middelenmisbruik, angststoornissen, en eetstoornissen. Dit kan voor, tijdens en na de depressie zijn. Soms is het een gevolg of oorzaak van. Mannen vaker SUD, vrouwen vaker angst en eetstoornissen.
Welke rol spelen genen bij MDD?
Eerstegraadsfamilie heeft 2 tot 3x meer kans op een depressie. MZ tweelingen ook meer dan DZ tweelingen, dus genen spelen ook een rol. Depressies die eerder beginnen genetisch meer.
Het serotonine transport gen speelt een rol. Serotonine is een neurotransmitter die een rol speelt bij depressie. Afwijkingen bij dit gen kunnen leiden tot dysfunctie in de regulatie van serotonine. Mensen met een afwijking van dit gen hebben meer kans op depressie bij een negatieve gebeurtenis.
Welke rol spelen neurotransmitters bij MDD?
De neurotransmitters die een rol spelen zijn monoaminen, vooral norepinephrine, serotonine, en in mindere mate dopamine.
Deze worden gevonden in het limbisch systeem, wat slaap, eetlust, en emotionele processen reguleert. Volgens een theorie komt depressie door minder serotonine en norepinephrine in de synaptische spleet.
Beide worden door een neuron afgescheiden. Er kan
een probleem zitten in de afscheiding (transporter) of ontvangst (receptor).
Sommige theorieën suggereren dat door afwijkingen bij tryptofaan en tyrosine naar serotonine en norepinephrine proces de depressie zich ontwikkelt. Dan is er een probleem van de synthese.
Welke 4 hersengebieden wijken af bij MDD?
Prefrontale cortex
Anterieure cingulate
Hippocampus
Amygdala
Hoe wijkt de prefrontale cortex af bij MDD?
aandacht, werkgeheugen, plannen en nieuwe probleemoplossing zijn kernpunten van dit deel.
Bij mensen met een ernstige depressie is de grijze massa, vooral aan de linker kant, verdund.
Ook zijn er in de linkerkant minder EEG golven. De linkerkant houdt zich vooral bezig met doelgerichte motivatie, inactiviteit leidt dan tot motivatieproblemen.
Antidepressiva kan ervoor zorgen dat de linkerkant beter wordt en dit helpt. Dit is fronto-limbische dysregulatie.
Hoe wijkt de anterieure cingulate af bij MDD?
Speelt een rol in stressrespons, emotionele expressie, en sociaal gedrag. Er is een andere activiteit bij mensen met een depressie hier. Dit kan zorgen voor problemen met aandacht, plannen, gepaste responsen, en copen. Ook anhedonie hoort hierbij. Dit gebied wordt weer normaal wanneer de depressie is geheeld.
Hoe wijkt de hippocampus af bij mensen met MDD?
Geheugen en angst-gerelateerd leren wordt hier gereguleerd. Er is minder volume en minder activiteit in dit gebied bij mensen met een depressie. De schade kan leiden tot een chronische arousal en stress respons. Mensen met een depressie hebben een hoger level cortisol.
Hoe wijkt de amygdala af bij MDD?
Deze helpt met directe aandacht voor stimuli die emotioneel belangrijk zijn. Deze is groter en minder actief bij mensen met een depressie. Bij geslaagde behandeling is deze weer normaal. De effecten zijn nog niet duidelijk, maar mogelijk zorgt het voor veel nadenken en een bias over negatieve herinneringen en negatieve aspecten van de omgeving. Er zijn dan negatieve denkpatronen en er is bias.
Welke rol speelt het endocriene systeem bij MDD?
Drie onderdelen spelen een rol bij het stress systeem: Hypothalamus, Hypofyse en Bijnierschors. Dit is het hypothalamische-hypofyse-bijnier as, ofwel de HPA-as.
Mensen met een depressie hebben hogere levels cortisol en het duurt langer voordat de levels weer lager zijn na stress, de stressrespons duurt langer. Dit zorgt voor een inhiberend effect op monoaminen receptoren.
Grote stressvolle gebeurtenissen kunnen zorgen voor problemen met het neuro-endocrien systeem, wat kan zorgen voor depressie. Dit komt doordat bij mensen met een depressie er een slecht gereguleerd neuroendocrien systeem is wat zorgt voor problemen met de HPA-as. De hormonale invloed kan verklaring zijn voor meer vrouwen met depressie.
Ook melatonine is een hormoon wat invloed heeft. Het kan voor storingen van het circadiaans ritme zorgen.
Wat zeggen gedragstheoretici over MDD?
Gedragstheoretici zeggen dat door minder positieve reinforcers, een depressie ontstaat. De persoon trekt zich terug, wat zorgt voor nog minder reinforcers, wat zorgt voor nog meer terugtrekking, etc. Dit is vooral bij mensen met slechte sociale vaardigheden. Verder worden de depressieve gedragingen beloond aan de hand van sympathie en aandacht van anderen.
Wat stelt de Learned helplessness theory over MDD?
Deze stelt dat een oncontroleerbare negatieve gebeurtenis de meeste kans geeft op een depressie. Ze kunnen denken dat ze hulpeloos zijn bij het beïnvloeden van uitkomsten van gebeurtenissen. Hierdoor raken ze motivatie kwijt en nemen ze minder controle in handen en leren ze niet hoe ze controleerbare gebeurtenissen wél kunnen controleren. Deze hulpeloosheid lijkt op depressie: weinig motivatie, passief gedrag, geen keuzes maken, etc.
Wat stelt de cognitieve theorie van Beck over MDD?
Aaron Beck beargumenteerde dat mensen met een depressie de wereld zien vanuit een negatief cognitieve triade: ze hebben een negatief beeld van zichzelf, de wereld en de toekomst. Dan maken ze fouten die het negatieve beeld bevestigen: positieve gebeurtenissen negeren en negatieve gebeurtenissen verergeren. Het veroorzaakt en behoudt de depressie. Ze zijn pessimistisch in het nadenken en hebben automatisch negatieve gedachten. De theorie van Beck leidde tot cognitieve gedragstherapie
Wat stelt de reformulated learned helplessness theorie over MDD?
Het legt uit hoe cognitieve factoren kunnen beïnvloeden of iemand hulploos en depressief wordt na een negatieve gebeurtenis. Dit focust zich op de oorzakelijke attributies van gebeurtenissen. Een oorzakelijke attributie is een verklaring waarom een gebeurtenis gebeurde.
Welke 3 attributie stijlen zijn er volgens de reformulated learned helplessness theorie?
Intern/extern; stabiel/instabiel; algemeen/specifiek.
Mensen die gewoonlijk negatieve gebeurtenissen uitleggen als intern, stabiel en algemeen, geven zichzelf de schuld voor de negatieve gebeurtenis, geloven dat het nogmaals zal gebeuren en geloven dat het op veel gebieden van hun leven zal gebeuren. Hierdoor voelen ze zich hopeloos. Dit is een pessimistische stijl en wordt aangeleerd door modeleren of observatie.