Prefixen en suffixen Flashcards
1
Q
a/ an
A
niet
2
Q
acu
A
scherp, ernstig, plotseling
3
Q
ambi
A
tweevoudig
4
Q
amfi
A
rond, aan beide kanten
5
Q
ana
A
naar boven, opnieuw
6
Q
anis
A
ongelijk
7
Q
ankyl
A
krom, stijf
8
Q
anter
A
voorzijde
9
Q
anxi
A
angstig
10
Q
arch, arche
A
eerste
11
Q
aut, auto, autori
A
zelf
12
Q
bas
A
basis, base
13
Q
ben
A
goed
14
Q
bil, bili, bilis
A
gal
15
Q
brady
A
traag
16
Q
cac
A
slecht
17
Q
cata
A
naar beneden
18
Q
chrom
A
kleur
19
Q
chron
A
tijd
20
Q
cirr, cirrh
A
oranje-geel
21
Q
co, con, com
A
met
22
Q
de
A
gebrek aan, weg van
23
Q
deca
A
tien
24
Q
dia
A
afzonderlijk
25
dipl
dubbel
26
dis
scheiden
27
dist
ver
28
dys
stoornis
29
e, ec, ex, exo, ect, ecto, extra
weg van
30
em, en, end, endo, ent
binnen, in
31
enanti
tegenover
32
epi
op
33
erythr
gespoeld, roodheid
34
eu
gemakkelijk, goed
35
hapl
eenvoudig
36
hepta
zeven
37
heredo
erfelijkheid
38
herni
hernia
39
hexa
zes
40
holo
het geheel
41
hypsi
hoog
42
in, im
in, on, niet, binnen
43
infer, infra
onvoldoende
44
is
gelijk
45
isch
te weinig
46
iso
gelijk
47
lept
dun
48
leuk
wit
49
lev
links
50
medi
midden
51
megal
groot, te groot
52
melan
zwart
53
mes, meso
midden, tussen, in het midden
54
meta
veranderen
55
mi
kleiner
56
mon
één, enkel, alleen
57
nulli
geen
58
olig, oligo
weinig, zeldzaam
59
opisth
achteruit
60
orth, ortho
recht, normaal
61
oxysm
plotseling
62
pachy
dik, zwaar
63
pan, pant
alles
64
par, para
naast
65
per
door
66
platie, platy
brede, platte
67
ple
meer
68
pluri
meervoudig
69
pollakis
dikwijls, vaak
70
prot, proto
vroegste
71
proxim
dichter bij
72
quadri
vier
73
quant
hoeveel
74
re
her-
75
rhod
rood
76
rubr
rood
77
scoli
krom
78
sinus
sinus
79
solit
alleenstaand
80
syn, sym
met, samen
81
tachy
snel
82
tele
ver
83
tom, tomie, toom
insnijden
84
ton, toon, tonie
druk, spanning
85
top, toop
plaats
86
torso
gedraaid
87
trans
over, door
88
ultra
overmaat
89
xen
vreemd
90
xiph, xiphi
zwaardvormig