Pre- Klassieke School Flashcards
Wie of wat waren de denkers waren de denkers of stromingen voor de klassieke school (of Adam Smith)?
Tip: 5
- Aristoteles
- De Scholasten
- Mercantillisme
- Hume
- Quesnay en de Fysiocraten
Wat waren de belangrijkste standpunten van Aristoteles?
Tip: 2
- (Ruil)Handel kan alleen ontstaan als er een potentieel surplus te behalen is voor beide partijen.
- Aristoteles was de eerste die het principe van afnemende marginale meeropbrengsten opmerkte in de landbouw
Wat is het belangrijkste begrip dat hoort bij de scholasten?
Het belangrijkste begrip dat hoort bij de scholasten is de natuurlijke prijs.
De natuurlijke prijs wordt bepaald door de volgende twee factoren:
- De productiekosten.
- Het nut dat consumenten toekennen aan goederen.
Wat waren de belangrijkste standpunten van de mercantillisten?
Tip: 3
- Het moeten streven naar een zo positief mogelijke handelsbalans
- De wereld is een zero sum game
- Ze waren voorstanders van overheidsingrijpen
Waar stond Hume bekend om?
Hume was een tegenstander van het Mercantillisme en heeft de basis gelegd voor de latere kwantiteitstheorie van geld.
Hij vond dat als de geldhoeveelheid toeneemt, de prijzen zullen stijgen en er dus geen effect is voor de reële economie.
Waar stond Quesnay (en de fysiocraten) bekend om?
Quesnay was de grondlegger van de inkomensanalyse en het besef van het economisch evenwicht.
Volgens Quesnay en de Fysiocraten was landbouw de basis voor economische welvaart.
Ze waren tegen overheidsbemoeienis.
Waar stonden de fysisocraten bekend om?
Fysiocraten waren de eersten die onderzoek deden naar het effect van het verschuiven van belastingen en stonden aan het begin van de discussie over de invloed van de overheid op de economie.