Practicum Fysiologie: Zien (voorbereiding) Flashcards

1
Q

Wat is emmetropie?

A

afwezigheid van refractie-afwijking
(ofwel oog staat goed ingesteld)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is myopie?

A

bijziendheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is hypermetropie?

A

verziendheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de oogas/breking bij myopie?

A

oogas is relatief lang, of de breking is te sterk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de oogas/breking bij hypermetropie?

A

oogas is relatief kort, of de breking is te gering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is refractie-afwijking?

A

sterkte van het (corrigerende) glas dat de visus optimaal maakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is amblyopie?

A

onvoldoende visus in één of beide ogen, die blijft bestaan na refractieve correctie en na behandeling van een eventuele oogaandoening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de drie vormen van amblyopie?

A

1) strabismusamblyopie (t.g.v. een afwijkende oogstand),
2) refractie-amblyopie (t.g.v. een refractie- afwijking),
3) deprivatie-amblyopie (t.g.v. bijvoorbeeld congenitaal cataract).
Een combinatie van deze vormen is tevens mogelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is bifoveale fixatie?

A

parallelle stand van de oogassen (beide ogen zijn tegelijkertijd op hetzelfde voorwerp gericht)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is esoforie?

A

latent convergente oogstand (ogen hebben de neiging zich naar binnen te richten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is exoforie?

A

latent divergente oogstand (ogen hebben de neiging zich naar buiten te richten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is esotropie?

A

manifest convergente oogstand (oog is naar binnen gericht)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is exotropie?

A

manifest divergente oogstand (oog is naar buiten gericht)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is deuteranolamie?

A

afwijking in het kleurzien (rood-groen), veroorzaakt door een verminderde hoeveelheid groene kegeltjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is deuteranopie?

A

afwijking in het kleurzien (rood-groen), veroorzaakt door het ontbreken van groene kegeltjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is protanomalie?

A

afwijking in het kleurzien (rood-groen), veroorzaakt door een verminderde hoeveelheid rode kegeltjes

17
Q

Wat is protanopie?

A

afwijking het kleurzien (rood-groen), veroorzaakt door het ontbreken van rode kegeltjes

18
Q

Wat is strabismus?

A

afwijkende oogstand (scheelzien)

19
Q

Wat is stenopeïsche opening?

A

gaatje van 1mm doorsnede in een ondoorzichtig plaatje, dat een kunstmatige diafragmawerking heeft

20
Q

Wat is tritanopie?

A

afwijking in het kleurzien (blauw), veroorzaakt door het ontbreken van blauwe kegeltjes

21
Q

Wat is visus veraf?

A

gezichtsscherpte veraf

22
Q

Wat is leesvisus?

A

visus dichtbij

23
Q

Wat is de formule voor beeldvorming?

A

1/f = 1/v + 1/b

24
Q

Wat is dioptrie?

A

Refractie is het brekend vermogen van het optische systeem van het oog, en wordt uitgedrukt in dioptrieën (D)

25
Bij myopie/bijziendheid is de oogas is relatief lang, waardoor de stralenbundels vóór de retina focusseren. Hoe kan je hiervoor corrigeren?
door voor het oog een negatieve lens te plaatsen in positie 1 (bril) of in positie 2 (contactlens)
26
Bij hypermetropie/verziendheid is de oogas is relatief kort, waardoor de lichtstralen achter het netvlies focusseren. Hoe kan je hiervoor corrigeren?
door middel van een positieve lens in positie 1 (bril) of 2 (contactlens)
27
Wat is presbyopie?
ouderdomsverziendheid
28
Als de accommodatie van de lens verminderd is.. spreekt men van ..?
presbyopie
29
Welke formule maakte de Utrechtse hoogleraar Snellen?
V=d/D, waarin V=visus, d=afstand van het oog tot de letterkaart (meestal 5 meter), D=afstand waarop een oog met een normale visus deze optotypen kan onderscheiden (dus overeenkomend met één boog- minuut voor de details)
30
Wat betekent V = 5/50? (of 0.1, meestal overeenkomend met de grootste letters op de letterkaart volgens Snellen)
dat de patiënt op 5 meter afstand van de kaart nog kan lezen, wat iemand met een normale visus geacht wordt te kunnen lezen op 50 meter afstand
31
Welke aspecten van optotypen zijn belangrijk bij de visusbepaling?
contrast, belichting (optimaal >800 Lux) en afbeeldingsscherpte
32
Refractie is het brekend vermogen van het optische systeem van het oog, en wordt uitgedrukt in dioptrieën (D). Wat is het brekend vermogen van de cornea?
43 D
33
Refractie is het brekend vermogen van het optische systeem van het oog, en wordt uitgedrukt in dioptrieën (D). Wat is het brekend vermogen van de lens?
ongeveer 19-20 D
34
Vanwege de afstand tussen beide brekende oppervlaktes (cornea en lens) wordt het gehele brekend vermogen voor het oog wat minder.. hoeveel?
+58 D
35
Wat kan d oorzaak zijn van een refractieafwijking?
De oorzaak van de afwijking kan liggen in de sterkte van het brekend systeem, of in een afwijkende lengte van de oogas
36
Wanneer positieve glazen de visus verslechteren, bestaat er *myopie/hypermetropie* en gaat men de visus corrigeren met *negatieve/positieve* lenzen.
Wanneer positieve glazen de visus verslechteren, bestaat er *myopie* en gaat men de visus corrigeren met *negatieve* lenzen.
37
Wat is astigmatisme?
Cilinder-afwijking
38
Bij bijziendheid maakt men de bril of contactlenzen zo weinig mogelijk *postief/negatief*. Bij verziendheid maakt men de bril of contactlenzen zo sterk mogelijk *positief/negatief*.
Bij bijziendheid maakt men de bril of contactlenzen zo weinig mogelijk negatief. Bij verziendheid maakt men de bril of contactlenzen zo sterk mogelijk positief.
39
Wat is een stenopeïsche opening
Dit is een gaatje van 1 mm doorsnede in een ondoorzichtig plaatje. Door de kunstmatige diafragmawerking wordt de sferische en de chromatische aberratie van de binnenvallende lichtstralen weggenomen en wordt de scherptediepte vergroot