Practicum 1, gedrag en hanteren paard Flashcards

1
Q

Paardachtigen leven in kuddes, zijn sociaal
- prooidieren, kwetsbaar
- een paar houden de wacht en de rest eet/drinkt/rust

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wilde paarden zijn vrijgelaten gedomesticeerde paarden

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Kudde is…

A

Meerdere families met een hengst als leider

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Paarden keren instinctief terug naar sociale structuur

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hengsten proberen soms merries van een andere kudde te stelen

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hengsten kunnen ruiken of een merrie hengstig is d.m.v. een sterk geurende vloeistof die de merrie dan uitscheidt

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Mogelijk kunnen hengsten de kracht van rivalen inschatten via de mest

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Veulens imiteren gedrag

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Jonge (verstoten) hengsten vechten soms met oudere hengsten
- vormen meestal pas een bedreiging als ze 6 jaar oud zijn

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Elkaar verzorgen werkt ontspannend

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Spelen geeft blijk van intelligentie
- wordt zo vaak mogelijk gedaan

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Klapperen met tanden is…

A

onderdanig gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

grote ogen -> goed zicht
- gezichtsveld is mijn 360 graden

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Paarden beschermen elkaar tegen vliegen
- tegen elkaar aan staan, staart van de een bij het gezicht van de ander
- vliegen komen af op het vocht en zweet rond de ogen

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Gevaarlijke onderdelen voor begeleiders

A
  • tanden (bijten)
  • voor- en achterbenen (schoppen, op tenen staan)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Gevaar minimaliseren (algemeen)

A
  • kennis van biologie + natuurlijk gedrag
  • rekening houden met leeftijd, geslacht, ontogenie, geschiedenis
  • kennis van leertheorie/leervermogen
  • goede schoenen, aansluitende kleding, haren vast
  • ervaring
  • weinig afleiding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Gevaar per onderdeel minimaliseren (voorbenen)

A
  • dichtbij schouder staan, in pas meelopen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Gevaar per onderdeel minimaliseren (achterbenen)

A
  • niet vlak achterlangs lopen
  • tegen de heup aan gaan staan
  • laat het paard weten dat je er bent
  • blijven kijken tot het paard weg is
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Gevaar per onderdeel minimaliseren (hoofd)

A

dichtbij schouder staan, niet recht ervoor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Iets vreemds in de omgeving -> paard wordt alert, zal indien nodig vluchten en daarna pas omkijken

A
21
Q

Waarom moet alles altijd links van het paard?

A
  • meeste mensen zijn rechtshandig
  • het zwaard hing links van de ridder
  • paarden zijn gewend aan links, kunnen schrikken als je ineens van rechts komt
22
Q

Paard geruststellen…

A
  • kennis van biologie/gedrag
  • zelf rustig blijven, rustig bewegen
  • zachtjes praten
  • op schoft krauwen (verlaging hartslag + cortisolniveau)
23
Q

Functies van paarden

A
  • landbouw
  • bijdrage aan industrialisatie
  • militaire rol
  • gebruik voor transport + voedselproductie
  • gezelschapsdieren
  • afgrazen van land
  • sport
24
Q

Domesticatie: minstens 5000 jaar geleden
- gebeurde op verschillende plaatsen -> verschil mtDNA
- ongeveer 17 populaties wilde voorouders

A
25
Q

secondary domestication is….

A

getemde hengsten laten paren met wilde merries

26
Q

oorlog: men ging paarden fokken op kenmerken -> steeds groter
- aantal paarden in de landbouw nam flink toe
- veel paarden voor transport
- aandrijven machines

A
27
Q

ongeveer 680 paardenrassen (107 uitgestorven)

A
28
Q

genetische selectie -> nieuw ras

A
29
Q

rassen sterven uit doordat….

A
  • hun functie verdwijnt
  • andere rassen de functie beter vervullen
30
Q

wat zou de overgang van het intensieve gebruik in het verleden tot gevolg kunnen hebben voor het dagelijks leven van een in deze tijd levend gemiddeld “randstad” paard?

A
  • veel minder beweging/ meer tijd op stal
  • verveling
  • andere voeding
  • sociale aandacht
31
Q

wat is de stokmaat van een pony en een paard?

A

A tot 117 cm
B 117-126,9 cm
C 127-136,9 cm
D 137-148 cm
E 148,1-156,9
Paard meer dan 156,9

32
Q

hoeveel paarden en actieve paardensporters zijn er momenteel in Nederland? hoeveel omzet gaat hierin om?

A
  • 1,5 miljard euro omzet
  • 1,2 miljoen paardensportvolgers
  • 400.000 actieve ruiters
  • 450.000 paarden
  • 200.000 KNHS leden waarvan 135.000 met een of meer eigen paarden
  • 10.000 paarden(sport) bedrijven
  • 3.000 ruitersportcentra en verenigingen
  • 7.000 KNHS-wedstrijden met 765.000 starts per jaar
  • 3.825 grote internationale wedstrijden per jaar, verdeeld over 79 landen
  • 17 miljoen buitenritten per jaar
  • 80% van de paardensporters is vrouw
33
Q

Als er voldoende water is drinken (wilde) paarden wel 60 L per dag

A
34
Q

waarom is het belang kennis te hebben van het gedrag van verwilderde paarden?

A

inzicht in natuurlijk gedrag, inzicht in gedrag wat nog aanwezig is in de huidige op stal staande paarden, kennis van verschillende gedragingen van belang

35
Q

wat is een female defence polygymous system?

A

de hengst verdedigt en paart met een aantal/groep merries

36
Q

hebben verwilderde groepen een territorium? waarom is het belangrijk dat je dat weet voor de omgang met een paard?

A

nee, ze hebben een home range
- mest = oriëntatiepunt
- insecten/vliegen hebben invloed op de home range/migratie
een paard vertoont dus geen territoriaal gedrag, maar het gedrag is altijd gebaseerd op sociale verhoudingen (ook t.o.v. de mens)

37
Q

waaruit bestaat een harem, een kudde, een familiegroep en een vrijgezellengroep?

A

harem = 1 volwassen hengst + merries en nakomelingen
kudde = groep harems + families + vrijgezellen in een gebied
familiegroep = meerdere volwassen hengsten + merries en nakomelingen
vrijgezellengroep = groep van jonge hengsten

38
Q

wat is een secundaire kudde?

A

een groep harems/families/vrijgezellen die als een groep functioneren

39
Q

van welke factoren hangt de grootte van een groep af?

A
  • geboorte/dood ratio
  • leeftijd van de hengst
  • beschikbaarheid van voedsel/water
  • ratio merrie/hengst
40
Q

is het gemiddelde paard ooit alleen in de natuur?

A
  • ja, maar heel zelden en maar voor korte perioden
  • voornamelijk hengsten die op zoek zijn naar een nieuwe harem/familiegroep/vrijgezellengroep
  • hengsten die aan het einde van hun leven komen zonderen zich ook af
41
Q

zou het wel of niet alleen kunnen zijn een gevolg kunnen hebben voor onze gedomesticeerde paarden?

A

ja, want je kan 65 miljoen jaar aan evolutionaire basale eigenschappen niet vervangen in 6000 jaar domesticatie (sociaal zijn is basaal)

42
Q

time budget is….

A

hoeveel tijd wordt besteed aan wat, hangt af van tijd, seizoen, leeftijd, geslacht

43
Q

hoe verdeelt een paard zijn tijd ongeveer in een wilde situatie?

A

55-81% eten, 20-35% rusten

44
Q

hoe verdeelt een paard zijn tijd in een stal?

A

30-40% eten, 60-70% rusten -> verveling, frustratie

45
Q

de hiërarchie tussen groepen hangt af van de leiders

A
46
Q

achter paard gaan staan -> drijvende invloed
- hengst bepaalt tempo, merrie bepaalt richting

A
47
Q

begroeting = neusblazen + besnuffelen

A
48
Q

dominantie is meestal niet agressief
- oren naar achter, bijten, schoppen, kont toedraaien

A
49
Q

dominantie = 1 op 1
leiderschap = 1 op allemaal (vaak de oudste, maar niet de meest dominante merrie)

A