pp

Question 1

Kan nul of meerdere keren worden uitgevoerd.

Answer 1

while

Question 2

Zal minimaal 1 keer worden uitgevoerd.

Answer 2

do while

Question 3

Een compacte manier om loops te beschrijven wanneer het aantal herhalingen bekend is.

Answer 3

for

Question 4

Een leesbaardere manier om over objecten te loopen. Vooral handig bij werken met objecten.

Answer 4

foreach

Question 5

Beëindigt de huidige iteratie in een loop en gaat door met de volgende iteratie.

Answer 5

continue

Question 6

Onderbreekt een loop vroegtijdig, waardoor de rest van de iteraties wordt overgeslagen.

Answer 6

break

Question 7

Een Visual Studio tool die autocomplete mogelijkheden biedt tijdens het programmeren.

Answer 7

intellisense

Question 8

Keyword dat wordt gebruikt om een resultaat uit een methode terug te sturen.

Question 8

Een Visual Studio AI gebruikt om code schrijven

Question 9

Returntype van een methode die geen waarde teruggeeft.

Question 9

Methode waar Console-applicaties beginnen met uitvoeren.

Question 10

Wordt gebruikt om een stuk code te markeren en te groeperen in secties in Visual Studio.

Question 11

Sluit een eerder gedefinieerd codegedeelte af dat is gemarkeerd met #region.

Question 12

Aanroepen van een methode genaamd “M” die geen terugkeerwaarde heeft en geen parameters vereist.

Question 13

Commentaar methode

Question 14

Manier om parameters in methoden aan te roepen zonder strikte volgorde, gebruikmakend van namen.

Question 15

Parameter in de handtekening van een methode die een standaardwaarde krijgt als niet opgegeven.

Question 16

Het hebben van meerdere methoden met dezelfde naam maar verschillende parameters.