POP Flashcards

1
Q

Objectiverende benadering

A

Men benadert de mens als ding of machine.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Subjective benadering

A

Mens als subject of als een persoon behandelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Dualisme

A

Werkelijkheid in 2 delen splitsen -> lichaam & geest.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Verschil visie en missie

A

Visie = toekomstgerichte ambitie. Missie = ambitie van huidige situatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Verschil in de verloskunde zorg in Belgie

A
  1. plaats van bevalling: thuisbevalling, bevalling in
    geboortehuizen en ziekenhuisbevalling. 2.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Reductionisme

A

systeem bekijken vanuit een subsysteem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Uniciteit

A

Wat maakt men uniek?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarden zijn:

A

Oordeel over wat waardevol en of belangrijk is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Normen zijn:

A

Ongeschreven regels over hoe iemand zich moet gedragen in een groep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

10 leerdoelen van de vroedvrouw:

A

F RI S P GES PR ECK ->

F = fysiologie
RI = risico-analyse
S = situatie in psychosociale context

P = pathologie zorg en begeleiding

G = gezondheidspromotie
E = ethiek
S = samenwerken en communicatie
PR = professionalisering
E = evidence bases
C = coaching
K = kwaliteitsvolle zorg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Attitudes van de vroedvrouw

A

Alle BETROUWBARE BESLISSINGEN CREEREN EFFECTIEVE FLEXIBELE INITIATIEVEN in INNOVATIEVE KRITISCHE ORGANISATIE OVERTUIGD door REDENEREN en STRESSBESTENDIGHEID.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarden en normen worden bepaald door:

A

a. de maatschappij -> macro niveau
b. de groep of organisatie -> meso niveau
c. het individu -> micro niveau
d. de situatie -> context

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Beroepswaarden en normen

A

Beroepswaarden: zorgzaamheid, integriteit, deskundigheid, respect en verantwoordelijkheid.

Normen: confidenialiteit, professionaliteit, ethisch handelen, betrouwbaarheid en samenwerking.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Beroepscompententies rol 1

A

bewaker van de fysiologische zwangerschap, arbeid en het postpartum.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Beroepscompententies rol 2

A

Evaluator van risicosituaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Beroepscompententies rol 3

A

Samenwerker bij pathologie

17
Q

Beroepscompententies rol 4

A

Bewaker van de psychosociale situatie

18
Q

Beroepscompententies rol 5

A

gezondheidspromoter

19
Q

Beroepscompententies rol 6

A

teamplayer, communicator en coordinator

20
Q

Beroepscompententies rol 7

A

bewaker van het juridisch kader en deontologische code

21
Q

Beroepscompententies rol 8

A

kwaliteitspromoter

22
Q

Beroepscompententies rol 9

A

evidence-based zorgverlener

23
Q

Beroepscompententies rol 10

A

coach

24
Q
A
25
Q

Beroepscompententies rol 11

A

professionele zorgverlener

26
Q

De 5 algemene tips vanuit CARITAS

A
  1. ken je instelling: welke zorg kunnen ze bieden?
  2. Ken je zorgvrager: welke zorg wenst deze?
  3. Wacht niet tot morgen wat je vandaag kunt doen
  4. Wie is de contactpersoon op gebied van zingeving en levensbeschouwing?
  5. Wat kan IK voor je doen?
27
Q
A
28
Q
A
29
Q
A
30
Q
A
31
Q
A
32
Q
A
33
Q
A