POLSBEELDEN - polsdiepte/oppervlakkig Flashcards

1
Q

Fú Mài (floating)

A

Enk.v. polsbeeld. Oppervlakkig voelbaar, verdwijnt bij druk.
Niet voelbaar in de diepte.
Kan normaal zijn in de herfst en bij dunne mensen.

Pathofysiologie: Bij invasive EPF of bij Qì, Xue, Yin en floating Yang.

Relatief Yang omdat Yin tekort is, is meestal niet zwak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Kōu Mài (scallion stalk (lente-ui), holle pols)

A

Oppervlakkig, groot, zonder kracht, heeft zijkanten, maar is leeg in het centrum.

Relatief krachtig vergeleken met een Xū Mài

Pathofysiologie: Bij excessief verlies van Xuè, Jīng, Yīn Yín en Jīn Yè. Qi is er nog maar Bloed is leeg. Bijvoorbeeld trauma.

komt je meestal niet tegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Gé Mài (drumskin)

A

Oppervlakkig en groot, gespannen aan de buitenkant, leeg in het centrum.

Verschil met Kou Mai dat deze aan de buitenzijdes strakker aanvoelt.

Zwakte van Zhēn Qì die Jīng/Xuè niet kan vasthouden en daardoor naar de oppervlakte gaat.

Pathofysiologie: bloedverlies, koude en leegte; Qi Xu, Jing Xu.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Rú Mài (soggy, sompig/wattig)

A

Extreem zacht, oppervlakkig en fijn. Wordt gevoeld bij lichte druk maar verdwijnt geleidelijk bij sterkere druk. Extreem zwakke pols.

Als watten in water. Zonder wortel. De vaten zijn zacht.

Pathofysiologie: Bij Qì en Xuè / Yīn Xū, of externe Damp. Komt vaker voor met name bij Damp.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Sàn Mài (scattered)

A

Oppervlakkig, groot, verspreid zonder wortel. Leeg in midden, weg in de diepte. Slecht voelbaar.

Pathofysiologie: Verspreiding van Yuán Qì door ernstige Qì- en Xuè-Xū en uitputting van de Zàng.

Vlak voor de bevalling is deze pols normaal. Verpleeghuispatiënten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hong Mai

A

Als een golf komt, extreem groot en oppervkallig, vertrekt zwakker; meestal 1e en 2e positie.

Yang Ming ziekten: zweten, overvloedige pols, koorts

Tong: rood, geel beslag.

dorst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Benoem de 7 oppervlakkige polsbeelden

A

Fú Mài (floating)

Kōu Mài (scallion stalk, holle pols)

Gé Mài (drumskin)

Rú Mài (soggy, sompig/wattig)

Sàn Mài (scattered)

Xu mai

Hong Mai

Shi Mai

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Xu Mai

A

Oppervlakkig, zacht en groot als een opgeblazen ballon

Qi en/of Xue Xu

Ook Yin Xu (snel) en Yang Xu (traag)

Je voelt deze met lichte druk. i.t.t. San Mai die je echt moet zoeken.

Tong: Qi e/o Xue Xu: bleek, dun

Yin Xu: rood, weinig of geen belsag

Yang Xu: bleek, nat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Shi Mai

A

Hard, vol, groot, lang. Op 3 posities voelbaar. Voelt als een pees.

EPF, voedselstagnatie, Slijm, Qi/Xue Yu

Tevens diepe pols omdat hij ook daar te voelen is.

Ook bij ouderen door aderverkalking.

Tongbeeld

EPF: onveranderd (kou), rood met dun geel beslag (hitte)

Voedselstagnatie:

AANVULLEN MET POWERPOINT

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly