Politieke Structuur Flashcards

1
Q

Constitutionele Monarchie

A

Koning / Koningin: Nederland is een constitutionele monarchie, wat betekent dat er een monarch is (momenteel Koning Willem-Alexander), maar zijn macht is beperkt door de grondwet. De monarch heeft een representatieve en ceremoniële rol, maar heeft geen echte politieke macht.
Koningin Máxima: De vrouw van de koning, die ook een ceremoniële rol heeft en actief is op sociaal gebied.
Monarquía Constitucional:
Rey/ Reina: Los Países Bajos son una monarquía constitucional, lo que significa que tienen un monarca (actualmente el Rey Guillermo Alejandro), pero su poder está limitado por la constitución. El monarca tiene funciones representativas y ceremoniales, pero no tiene poder político real en la toma de decisiones.
Reina Máxima: La esposa del Rey, quien también tiene un papel ceremonial y es activa en temas sociales.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Het Parlement

A

Tweede Kamer: Bestaat uit 150 leden die rechtstreeks worden gekozen. De Tweede Kamer heeft als belangrijkste taak wetgeving, het goedkeuren van wetten en het controleren van de regering. Leden kunnen wetsvoorstellen indienen en vragen stellen aan de regering.
Eerste Kamer: Bestaat uit 75 leden die worden gekozen door regionale parlementen. De Eerste Kamer heeft als taak de wetten die door de Tweede Kamer zijn goedgekeurd te controleren en ervoor te zorgen dat ze in overeenstemming zijn met de grondwet.
El Parlamento:
Cámara Baja (Tweede Kamer): Está compuesta por 150 miembros elegidos por votación directa. La función principal de la Cámara Baja es legislar, aprobar leyes y controlar al gobierno. Los miembros pueden presentar propuestas de ley y hacer preguntas al gobierno.
Cámara Alta (Eerste Kamer): Compuesta por 75 miembros elegidos por las asambleas regionales. Su función principal es revisar las leyes aprobadas por la Cámara Baja y asegurarse de que cumplan con la constitución.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

De Regering

A

Minister-President: De Minister-President is het hoofd van de regering en leidt de Raad van Ministers. De Minister-President is verantwoordelijk voor het dagelijkse beleid en het bestuur van het land.
Raad van Ministers: De regering bestaat uit ministers en staatssecretarissen die de verschillende ministeries leiden, zoals volksgezondheid, economie, onderwijs, enz.
El Gobierno:
Primer Ministro: El Primer Ministro es el jefe del gobierno y lidera el Consejo de Ministros. El primer ministro se encarga de la política diaria y la administración del país.
Consejo de Ministros: El gobierno está formado por ministros y secretarios de estado, que lideran los diferentes departamentos, como salud, economía, educación, etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Het Electoraal Systeem

A

Proportioneel Systeem: Nederland heeft een proportioneel kiesstelsel, wat betekent dat de zetels in het parlement worden verdeeld op basis van het percentage stemmen dat elke partij ontvangt.
Politieke Partijen: Er zijn veel politieke partijen, en de Nederlandse politiek is vaak coalitiepolitiek, omdat meestal geen enkele partij een absolute meerderheid behaalt.
El Sistema Electoral:
Sistema Proporcional: Los Países Bajos tienen un sistema electoral proporcional, lo que significa que los escaños en el parlamento se distribuyen según el porcentaje de votos que recibe cada partido político.
Partidos Políticos: Hay una gran variedad de partidos, y la política neerlandesa tiende a ser de coalición, ya que ningún partido por lo general obtiene una mayoría absoluta.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Administratieve Indeling

A

Provincies: Nederland is verdeeld in 12 provincies, elk met een eigen regering en regionale administratie. De provincies hebben bevoegdheden op gebieden zoals ruimtelijke ordening en transport.
Gemeenten: Het land is verder verdeeld in gemeenten, de kleinste administratieve eenheid, verantwoordelijk voor lokale zaken zoals onderwijs, openbaar vervoer en sociale zorg.
División Administrativa:
Provincias: Los Países Bajos están divididos en 12 provincias, cada una con su propio gobierno y administración regional. Las provincias tienen competencias en áreas como la planificación territorial y el transporte.
Municipios: El país está subdividido en municipios, que son la unidad administrativa más pequeña, responsable de aspectos locales como la educación, el transporte público y el bienestar social.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

De Rechtspraak

A

Rechters: De rechtspraak in Nederland is onafhankelijk. De Hoge Raad is de hoogste juridische instantie, en er zijn gerechtshoven, rechtbanken en gespecialiseerde tribunalen voor bijvoorbeeld handelsrecht of arbeidsrecht.
El Poder Judicial:
Tribunales: El poder judicial en los Países Bajos es independiente. El Tribunal Supremo (Hoge Raad) es el máximo órgano judicial, y existen tribunales de apelación, tribunales de distrito, y tribunales especializados en áreas como el comercio o el derecho laboral.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Samenvatting van belangrijke punten:
Constitutionele Monarchie: De Koning heeft een ceremoniële rol.
Bicameraal Parlement: Tweede Kamer (wetgeving) en Eerste Kamer (herziening van wetten).
Regering: De Minister-President leidt de Raad van Ministers.
Proportioneel Systeem: Proportioneel stemmen en coalitieregering.
Territoriale Indeling: 12 provincies en veel gemeenten.
Rechspraak: Onafhankelijke rechtspraak met verschillende niveaus van rechtbanken.

A

Resumen de puntos clave:
Monarquía constitucional: El Rey tiene un papel ceremonial.
Parlamento bicameral: Cámara Baja (legislación) y Cámara Alta (revisión de leyes).
Gobierno: El Primer Ministro lidera el Consejo de Ministros.
Sistema proporcional: Voto proporcional y coalición de partidos.
División territorial: 12 provincias y numerosos municipios.
Poder Judicial: Independencia judicial con tribunales de diferentes niveles.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly