Politieke begrippen -kerst Flashcards
absolutisme
Een regeringsvorm waarbij een koning alle macht heeft en het volk heeft weinig tot geen inspraak heeft (Bv. Frankrijk voor de Franse Revolutie)
Anarchisme
Een ideologie die wil dat mensen in volledige vrijheid leven
antisemitisme
Haat tegen Joden gebaseerd op verkeerde ideeën of vooroordelen (Bv. onder de nazi’s tijdens WOII).
Autonomie
een volk mag zelf beslissingen nemen (Bv. Koerden in Iraaks Koerdistan).
Caeseropapisme
Een regeringsvorm waarbij de politieke en religieuze macht in handen is van dezelfde persoon (bijv. het Verenigd Koninkrijk in het verleden).
centralisatie
het land wordt bestuurt vanuit 1 plek, en lokale vrijheid bijna niet bestaat (Bv. Bourgondische hertogen in Nederland in de 15e eeuw).
communisme
Een ideologie waarin iedereen alles deelt en de overheid alles controleert, zodat er gelijkheid is (Bv. Sovjet-Unie)
confederatie
Een samenwerkingsverband van zelfstandige staten, waarbij de meeste macht bij de staten zelf ligt (Bv. Zwitserland).
constitutionele monarchie
Een regeringsvorm waarbij de koning minder macht heeft, omdat een grondwet zijn taken en rechten beperkt (Bv. België).
dekolonisatie
Het proces waarbij kolonies onafhankelijk worden van hun moederland (Bv. Kongo in 1960)
democratie
Een bestuursvorm waarin het volk via stemrecht invloed heeft op het bestuur (Bv. IJsland)
dictatuur
Een regeringsvorm waarin 1 leider of groep alle macht heeft zonder inspraak van het volk (Bv. Noord-Korea)
federatie
Een staat waarin deelstaten samenwerken maar ook eigen bevoegdheden behouden (Bv. Verenigde Staten)
feodaliteit
Een systeem waarin vazallen grond verdelen onder achter-vazallen, in ruil voor militaire steun (Bv. Middeleeuwen in Europa)
genocide
Volkerenmoord omwille van afkomst of religie (Bv. Jodenvervolging in WOII)