Politiek 1/5 Flashcards

1
Q

Politiek

A

Het maken van regels die helpen bij het besturen van een land,gemeente of provincie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Algemeen belang

A

Dingen waar iedereen voordeel bij heeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Politici

A

Mensen die van politiek hun werk hebben gemaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Volksvertegenwoordigers

A

Ze doen hun werk volgens de bevolking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Drie bestuurslagen

A

1 het hele land
2 de provincie
3 de gemeente
(4 europa)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wanneer mag je naar De stembus?

A

Als je 18 jaar bent geworden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe heb je invloed op de politiek?

A

Door te stemmen heb je invloed op de politiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn andere opties waardoor je invloed hebt op de politiek?

A

Demonstreren, handtekeningenactie,

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Rechtsstaat

A

Is een land waar de rechten en plichten van de burgers en van de overheid in wetten zijn vastgelegd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waaruit bestaat de overheid?

A

Uit politici die ons land besturen en ook alle ambtenaren die daarbij helpen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Grondrechten

A

Dit zijn belangrijke rechten die zijn opgenomen in de grondwet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Grondwet

A

Is een overzicht van de belangrijkste rechten en plichten van burgers en de overheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Een plicht

A

Dat zegt wat je moet doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wie moeten zich houden aan de wet?

A

Burgers en de overheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Een recht

A

Dat je ergens recht op hebt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Onafhankelijke en onpartijdige rechter

A

Betekent dat een rechter alleen kijkt naar wat er in de wet staat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Dictatuur

A

Een staat waar de macht in handen is van één persoon of een kleine groep mensen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wie hebben er geen grondrechten

A

Burgers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Er is in de dictatuur dus geen?

A

Vrijheid van meningsuiting

20
Q

Geen persvrijheid:

A

De media kunnen niet zomaar over alles berichten

21
Q

Censuur

A

De machthebbers controleren vooraf berichten van journalisten

22
Q

Onafhankelijke rechtspraak:

A

De rechters doen wat de dictator wil

23
Q

Partij van de dictator

A

Als er verkiezingen zijn kun je vaak alleen stemmen op de partij van de dictator

24
Q

Het leger steunt de dictator zodat:

A

Hij aan de macht kan blijven

25
Q

Parlement

A

De eerste en tweede kamer noemen we samen het parlement

26
Q

De democratie in nederland noemen we:

A

Een parlementaire democratie

27
Q

Actief kiesrecht

A

Dat is het recht om bij verkiezingen te stemmen

28
Q

Passief kiesrecht

A

Dit is het recht om je als kandidaat verkiesbaar te stellen

29
Q

Vrije verkiezingen

A

Betekent dat je zelf mag weten op wie je stemt

30
Q

Kabinetsformatie

A

Hierin staan de plannen voor het regeringsbeleid voor de komende jaren

31
Q

Trias politica scheiding van de macht

-wetgevende macht

A

Wetten vaststellen waaraan burgers en de overheid zich moeten houden

32
Q

Uitvoerende macht

A

Zij zorgt ervoor dat de wetten worden uitgevoerd

33
Q

Rechterlijke macht

A

Zij beoordelen of de wetten goed worden uitgevoerd

34
Q

Politieke partij

A

Bestaat uit een groep mensen die samenwerken in de politiek en dezelfde ideeën hebben over de samenleving

35
Q

Progressief

A

Betekent dat je vooruitdenkt en niet bang bent om dingen te veranderen in de samenleving

36
Q

Conservatief

A

Betekent juist dat je alles zoveel mogelijk wilt houden zoals het is of altijd is geweest

37
Q

Wat is belangrijk voor de rechtse partijen?

A

Vrijheid

38
Q

Eigen verantwoordelijkheid

A

Is ook een belangrijke waarde voor rechts

39
Q

Economische vrijheid

A

Mensen moeten een kunnen starten zonder aan allerlei regels hoeven te voldoen

40
Q

Welke partijen zijn de bekendste liberale partijen

A

De VVD en de PVV

41
Q

wie noemt zichzelf een sociaal-liberale partij

A

De D66

42
Q
A

Sociaal-democraten of socialisten zijn meestal links ze willen dat mensen gelijk behandeld moeten worden

43
Q

Internationale solidariteit

A

Dat wil zeggen dat de rijke landen, de arme landen moeten helpen

44
Q

rentmeesterschap

A

Dat wil zeggen dat de aarde is van god en we moeten er netjes mee omgaan

45
Q

Gespreide verantwoordelijkheid

A

Verschillende maatschappelijke organisaties zoals kerken verenigingen en goede doelen moeten zorgen voor hulp aan mensen in problemen