Po biologie (Tekenen) Flashcards
1
Q
Algemene vragen
A
- Welk organisatieniveau (weefsels / cellen) ?
- Verschillende soorten weefsels / cellen ?
- Hoe liggen de cellen ten opzichte van elkaar ?
- Details ? (dikte celwand)
2
Q
Algemene regels
A
- Geen luchtbellen tekenen
- Met potlood tekenen (HB, scherpe punt)
- Eenvoudige strakke lijnen
- Onderlinge verhoudingen in cel (lengte, breedte, dikte celwand, grootte kern)
- Groot tekenen (details en bijschriften plaatsen)
- Alle onderdelen benoemen (potlood en liniaal, 1 zijde onder elkaar)
- Titel boven tekening (naam (organisme, orgaan of weefsel), doorsnede (lengte, dwars), medium, vergroting, Kant-en-klaar preparaat dan ook preparaatnummer noemen.)
3
Q
Overzichtstekening
A
- Objectief 4x of 10x
- Omtrekken organen/ weefsels
- Ligging weefsels duidelijk maken
- geen cellen tekenen
- Als je klein deel tekent van het geheel moet het deel representatief zijn voor de rest.
4
Q
Detailtekening
A
-Typische cellen (gedetailleerd)
- Objectief 40x
- Kleine schroef draaien
- Plantencel (celwand)
- celorganellen en celstructuren (celkern, kernlichaampjes, vacuole, plastiden)
- Eenvoudige cel (kan al goed zijn)
5
Q
41 tekenregels
A
In boekje